vlokkige) muren, werpt eene drietonige symphonie, zwart, blauw en wit, - als een trio van bas, tenor en soprano - bijna boeiende accoorden. Het zwarte kleed der begijntjes, haar blauwe schoot en haar witte kap vormen die tonenladders. 't Is natuurlijk de blanke kuif, die het hoofdthema speelt, en 't is in de fijne schakeeringen van dit wit dat een flinke hand de geestigste toetsen heeft aangebracht. Vergeten wij niet de karakteristieke begijnenkopjes, om hunne breede behandeling in weerwil der kleine schaal.
Wij denken, dat de schilderij van Tydtgat op den Parijzersalon tot de beste genrestukken zal behooren.
Buiten dit tafereel, moeten wij nog noemen een mansportret van Van Aise (retour d'Espagne), onderscheiden door stijl en sober, kloek coloriet. De carnatie, gewoonlijk de zwakke kant bij Van Aise, komt ditmaal nader tot menschenvleesch, hoewel wij de zwartheid van den schaduwkant des hoofds niet goedkeuren. Nu, deze zoo ruim begaafde jonge schilder weet op bijna elk zijner werken, blijkbaar met opgezetten zin, eene dissonante te plakken.
De Keghel zond een lieve Doode natuur, en niet het minst bewonderde men zijne zwierige paletteekening, Bloemen in een bokaal.
Noemen wij nog een groot en verdienstenvol Zeegezicht van A. Cogen, die op weg schijnt om zijnen broeder Felix boven het hoofd te wassen.
Onze koopliên in kruidenierswaren, wanneer zij in 't schildervak gaan liefhebberen, doen het uitstekend. Eerst trad Aug. Dael op, die voor den grooten trant niet terugweek, en het daarin verre heeft gebracht. Wij zagen onlangs de keurig bewerkte schetsen der wandschilderingen, bestemd voor de eetzaal van zijne prachtige woning, verbeeldende onderwerpen uit de goden- en nog meer uit de godinnenwereld, waarin het naakte eene overwegende rol zal spelen, dus iets buiten het banale. En nu komt A. Cogen op en dit reeds met zeer opgemerkte virtuositeit.
Eene psychologische vraag: Zou het rollen van koffie- en rijstbalen wel eene rol spelen in het ontkiemen van kunstenaars-aanleg?
Willem Rogghé.