Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1 (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.87 MB)

Scans (373.72 MB)

ebook (8.88 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1

(1888)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De tijdschriften

Nederlandsch Museum (Gent, Hoste). Derde reeks jaargang, eerste aflevering.

In een artikel over onze taal en het middelbaar onderwijs vraagt X. de verplaatsing van Waalsche leeraars naar het Waalsche en van Vlaamsche leeraars naar het Vlaamsche land, de herinrichting der middelbare school voor regentessen te Brussel en de gedeeltelijke vervlaamsching der hoogere normaalschool van wetenschappen te Gent. M. Prayon van Zuylen geeft een kort maar zaakrijk artikel om te bewijzen dat de ontdekking der goudvelden in Transvaal het Nederlandsche element in dezen staat met ernstig gevaar bedreigt. Gustaaf Segers begint eene novelle ‘Tante Fien en hare Erfgenamen.’ Verder bevat deze aflevering een gedicht van V. Van de Weghe en boekbeoordelingen door Omer Wattez, van Zuylen en anderen. Eene afgewisselde en belangwekkende lezing.

Dietsche Warende. Eerste jaargang, no 2.

Deze aflevering bevat breedvoerige studiën over Andries en Gerrit Schoemaker, penningkundige, door graaf Maurin Nahuys; ‘de Nalatenschap van den muurschilder Edward von Steinle,’ door L. Kaufmann; ‘Wallaschek en Van der Straeten,’ schrijvers over toonkunst, door P. Alberdingk Thijm. ‘Vondel als lierdichter.’ door N. van Reuth en ‘Erycius Puteanus’ door Edward van Even.

 

Het Gesellschaft für vervielfältigende Kunst, heeft opgericht eene Chronik für vervielfältigende Kunst, welke 8 maal in het jaar zal verschijnen, en waarvan het eerste nummer voor ons ligt. Deze Chronik wil een orgaan zijn voor kenners en liefhebbers der graphische kunst, voor den scheppenden kunstenaar en den vorschenden geleerde, voor technicus en kunsthandelaar, dat hen bekend maakt met alle gewichtige gebeurtenissen en voorvallen op het gebied van ets-, graveer-, houtsneekunst en lithographie.. Behalve opstellen van kunsthistorischen aard, zullen berichten van tentoonstellingen, veilingen, enz. worden medegedeeld. Van de werken der hedendaagsche kunstenaars, van belangrijke technische verbeteringen, enz., zal bericht worden gegeven. De heer Richard Graul is met de redactie belast, en correspondenten uit alle landen van Europa hebben hunne medewerking beloofd. Dr. W. Bode, dr. A. Rosenberg, dr. Jessen, dr. Jaro Springer te Berlijn, H. Bouchot, J. Grand-Carteret, A. de Lostalot, A. Michel, E. Müntz en Ch. Yriarte, te Parijs; prof. W.M. Conway, te Liverpool; R. Erculei, te Rome; prof. W. Hecht, prof. Lützow en Volkmer, te Weenen; prof. Lübke, te Stuttgart; H. Hymans, te Brussel; Max Rooses, te Antwerpen; J.E. Wessely, te Brunswyk; I.R. Köhler, prof. Rico, uit de Vereenigde staten van Noord-Amerika; Haverkorn van Rijsewijk, te Rotterdam.

Het eerste nummer van de Chronik, in folio-formaat, fraai gedrukt, behelst o.a. een zeer interessant opstel van den heer Max. Lehrs, over de Madonna van 1451, eene prent, welke van groot belang is voor de vraag of de kopergravure het eerst in Duitschland is uitgevonden. De heer H. Hymans handelt ook over eene kwestie, welke den oorsprong der kopergravure raakt. Hij betoogt namelijk dat een der Incunabilen, voorstellende de marteling van Erasmus, overeenstemt met eene schilderij van Dirck Bouts,

[pagina 35]
[p. 35]

die zich bevindt in de Pieterskerk, te Leuven, en door den meester, in 1462, werd begonnen. Het papier is, naar het schijnt, hetzelfde als door de Broeders van het gemeene leven werd gebruikt, aan wie Harzen, in zijne studie over den oorsprong van het Speculum humanae salvationis, niet alleen dit werk, maar ook de Biblia pauperum en het Canticum Canticorum toeschreef, terwijl hij de teekeningen voor alle drie toewees aan Dirk Bouts.

Ad. Rosenberg vertelt hoe het met de beoefening der graveerkunst, in onze dagen, te Berlijn is gesteld, en Alfred de Lostalot schrijft naar aanleiding van de Exposition des estampes du siècle, in de Galerie Petit te Parijs een opstel, waarin hij er op wijst hoe het verval der zoogenaamde gravure noble en de opkomst der Tachistes of Impressionisten de ets over de gravure deed zegepralen, althans het gebruik van sterk water en graveerstift vereenigen.

Zeer belangrijk is de als bijdrage opgenomen verhandeling van C. von Lützow over Holbein's Madonna's van burgemeester Meyer, te Darmstadt en te Dresden, waarbij gevoegd zijn nauwkeurige schetsen van beide schilderijen, voor gemakkelijke vergelijking nevens elkander op één blad gedrukt.

 

Het weekblad De Portefeuille, van Amsterdam, heeft eene prijsvraag uitgeschreven voor een titelblad of omslagteekening voor het winternummer van 1888. Binnen- en buitenlandsche kunstenaars worden tot mededinging uitgenoodigd. De compositie is geheel vrijgelaten; alleen wordt verlangd dat zij verband houde met het winterseizoen (December) en zooveel mogelijk ook met aard en strekking van het tijdschrift. De inzendingen zullen worden beoordeeld door een jury van vijf leden, namelijk de heeren J.C. Greive Jr., prof. R. Stang, J.R. de Kruyff, prof. G. Sturm en E. Rittner Bos, allen te Amsterdam. Als eerste prijs wordt uitgeloofd een belooning van f 300 of 600 fr. Voor de beide in de tweede plaats bekroonde ontwerpen zullen premiën worden toegekend respectievelijk van f 150 of 300 fr. en f 100 of 200 fr. De bekroonde ontwerpen blijven het eigendom van de naamlooze vennootschap ‘de Portefeuille’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken