Berliner Bunte Mappe. Originalbeiträge Berliner Künstler und Schriftsteller. - München, Verlagsanstalt für Kunst und Wissenschaft, vormals Friedrich Brückmann.
Zoo vaak ik er gelegenheid toe heb gehad, een of ander der talrijke plaatwerken, welke jaarlijks in Duitschland het licht zien, bij het Nederlandschlezend publiek in te leiden, heb ik het mij ten plicht gerekend, luid en krachtig verzet aan te teekenen tegen de onzijdigheid, ik zeg niet: van ons publiek, maar zelfs van de nog kleinere schaar onzer kunstenaars en schrijvers zelven.
Dragen deze laatsten er, - o betreurenswaerdig misverstand en bespottelijk zelfbedrog! - meer dan eens roem op, geene andere werken dan die onzer nationale classieken gelezen te hebben, de eersten krijgen gewoonlijk, en dit zoozeer in de officiëele driejaarlijksche tentoonstellingen als in de tijdschriften en andere uitgaven, welke in hun bereik zijn, niets anders te zien dan wel is waar vaak hoogstmerkwaerdige, doch meest altijd tegen onze nationale kunstoverleveringen en begrippen aandruischende uitingen van Fransche, of nog beter, van eng en streng Parijsche schilder-, beeldhouw-, teeken- en bouwkunst.
Wij zullen er ons wel voor wachten, zelfs aan den beginneling - hoeveel minder dan aan den door eigen oefening en onafgebroken studie gerijpten artist, - het critisch genieten van de gewrochten der Fransche meesters af te raden! Toch kunnen wij ons niet weerhouden, hun in bedenking te geven, of het voor de ontwikkeling en loutering van hunnen smaak en hunne gaven niet hoogst wenschelijk zou wezen, van tijd tot tijd ook eenige aandacht te schenken aan althans het allervoornaamste, dat in andere beschaafde en ons door stam, taal en volksgeest zeer nauw verwante landen, als Duitschland, Engeland, Zweden en Noorwegen, nu en dan het licht ziet. -
Verrassend aangenaam en leerrijk in ongemeene mate, is de kennismaking met het fraaie werk, dat wij heden wenschen te bespreken.
Waerdige tegenhanger van de Münchener Bunte Mappe, die door dezelfde firma wordt uitgegeven, telt de Berliner Bunte Mappe - geenen beteren titel hadde men, voorwaar, voor deze rijkafgewisselde bloemlezing kuunen vinden - de meestgevierde mannen van penseel en pen, niet slechts van Berlijn maar van gansch het Duitsche Rijk, onder hare medewerkers.
Niet zonder een pijnlijk gevoel van schaamte moet ik hierbij voegen, dat slechts zeer weinigen hunner onder ons bekend zijn... Paul Thumann, Begas, Ludwig Knaus, Max Liebermann, Adolph Menzel, Paul Meijerheim, Franz Skarbina, Anton von Werner, - met deze acht namen, op de veertig, die in de Mappe voorkomen, - zijn zij allen genoemd!
Nu erken ik gaerne, dat de bijdragen van deze ‘hervorragende’ meesters, - zooals de Duitschers dat heeten - volkomen beantwoorden aan de hooge verwachtingen, die men in recht is van hun talent te koesteren. De Idylle van Liebermann, het Ruhestündchen van Meijerheim, de Genügsamer Weltbürger van Knaus, doch nog veel meer de puike samenstellingen: Der rote Prinz, door A. von Werner, Zwischenakt im Couloir der Comédie française, door Skarbina, en Der Stickkünstler, een louter meesterstuk, door Menzel, zijn in den volsten zin des woords puik!
Edoch, dat voor het werk dezer meer beroemden de bijdrage van meer dan eénen jongere geenszins moet onderdoen, kunt gij op mijn woord gelooven.
Kent gij Carl Becker? - Zijn Ostfriesisches Mädchen is zoo vol poëzie, zoo rijk en machtig van uitdrukking, als zelden een... portret mocht zijn! Georg Bleibtreu? kloeker of karaktervoller typen, dan in zijne Besiegung der Raubritter in der Mark durch Friedrich I, vindt men alleen in de meesterlijke romans van Dahn of Freitag. Von Harrach? zijne Gefahrvolle Jagd mag wel wat romantisch lijken, zij is ‘desalniettemin’, zooals Cats plag te zeggen, eene aangrijpende, stoutontworpen greep uit het leven der Zuid-duitsche bergbewoners. - Vol gezond, natuurlijk gevonden, geenszins gezocht realisme, is Paul Höcker's Siesta an Bord. Detaille en bijna Deneufville waerd is Koch's militaire studie: Feind in Sicht.... Maar genoeg, ik zou weldra den ganschen ‘Inhalt’ hebben afgeschreven....
Laat er mij liever nog bijvoegen, dat ook het bellettristisch gedeelte geenszins alledaagsch moet heeten. Algemeen erkende talenten als Carl Bleibtreu, Fontane, Grisebach, Hermann Heiberg, Hans Hopfen, Mauthner, Spielhagen, Trojan, Richard Voss, en Juliner Wolff zijn hier, door novellen of dichtstukken, vertegenwoordigd.
Dienden de Berliner- en Münchener Mappen niet op de leestafel van alle kunstvereenigingen en academiën in ieders bereik te liggen?
Een vrome wensch! - Zal hij dan eeuwig slechts... een vrome blijven...?
Pol de Mont.
Geen dam is zoo sterk tegen vreemde overheersching als de taal eens volks. Landen kunnen veroverd worden, volken onderworpen, maar geene macht, hoe reusachtig ook, geen geweld, hoe vreeslijk het ook zij, vermag de taal van een volk uit te roeien. Veeleer zou men den oceaan ledig pompen.
Emm. Rosseels.