Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1 (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.87 MB)

Scans (373.72 MB)

ebook (8.88 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1

(1888)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Taalverbond

Op den tweeden Paaschdag hield deze maatschappij te Gent hare jaarlijksche algemeene vergadering, in vier zalen van het stadhuis. Nadat de voorzitter, de heer Sleeckx, de aanwezigen een hartelijk welkom toegesproken en de werkzaamheden geopend verklaard had, verspreidden zich de leden ieder in zijne afdeeling.

Afdeeling Fraaie Letteren. - Bij afwezigheid van den heer G. Antheunis, nam de heer A.C. van der Cruyssen het voorzitterschap waar.

De heer Brans, secretaris, behandelde de zaak van het Jaarboek van het Taalverbond, en, antwoordend op de vraag: ‘Wat moet het bevatten?’, maakte hij eene schets van den inhoud, welke zou bestaan uit: 1. Verordeningen, en 2. Verslagen, beide in beknopten vorm, van de maatschappij en hare afdeelingen; 3. De programma's van de werkzaamheden der afdeelingen; 4. De bibliographie van de leden van het Taalverbond; 5. Bijdragen van elke afdeeling. Het voorstel van den heer Brans werd aangenomen.

Onderwijs. - Nadat de heeren van der Cruyssen, Dr. Camil de Neve en J. Kesler wederzijds tot voorzitter, ondervoorzitter en schrijver waren gekozen, ging men over tot de dagorde.

De heer Kesler sprak over de uitgave van een tijdschrift voor Onze Jongens. In eene sierlijke voordracht deed hij er al het nut van uitschijnen voor opvoeding en onderwijs van beide geslachten en toonde aan, hoeveel het zou kunnen bijdragen tot het opwekken en versterken van de liefde voor het vaderland, zijne instellingen, taal en kunst.

De heer Mac-Leod handelde over de Nederlandsche

[pagina 66]
[p. 66]

werken van natuurwetenschap, welke in velerlei opzicht beter zijn dan de Fransche, en, jammer genoeg, hier te lande minder bekend. Spreker drukte den wensch uit, dat het Taalverbond eene lijst van Nederlandsche boeken van natuurwetenschap zou opstellen en die alom verspreiden, ten einde ons volk met die werken bekend te maken.

Volkskunde. - De heer Pol de Mont wijst op het velerlei gebruik, dat men kan maken van de schatten der volkskunde, zooals sprookjes, vertelsels en liedjes, op de kindertuinen en in de lagere school. Vervolgens roept hij de aandacht der vergadering op het feit, dat de folklore in Noord-Nederland nagenoeg dezelfde is als bij ons. Het ware dus zeer wenschelijk, dat ook ginder gezameld wierde om te kunnen vergelijken.

De heer Paul Fredericq verzekert, dat bij onze Noorderbroeders de belangstelling voor de uitingen van den nationalen volksgeest dagelijks aangroeit.

De heer de Bom geeft eenige wenken betreffende het stellen van sprookjes, die trouw en onvervalscht moeten opgeteekend worden, in eene taal, even verwijderd van platheid als van opsmukking.

De heer Is. Teirlinck leest het eerste gedeelte eener belangwekkende studie over onze oude kruidkundigen in folkloristisch opzicht, waarna de heer van Langendonck op het bureel eene proeve neerlegt van volkskundige bibliographie.

Taalkunde. - In de afdeeling Taalkunde werd door den voorzitter, den heer Julius de Geyter, het plan der eerste en voornaamste werkzaamheden uiteengezet. Voor elk vak van wetenschap, kunst en menschelijke bedrijvigheid zou eene volledige, duidelijke en gepaste vaktaal dienen bijeengebracht te worden. In sommige der vakken zou die taal in gedrukte bronnen geheel of grootendeels te vinden zijn; voor andere zou zij dienen geschapen of volledigd te worden. Door de vergadering worden bevoegde mannen in Noord- en Zuid-Nederland benoemd, die voor de inrichting eener onderafdeeling voor elk vak afzonderlijk zullen te zorgen hebben. Deze zullen zich vakgenooten toevoegen, en met hen eene woordenlijst opstellen, die aan het bestuur der afdeeling zal ingezonden en door de zorgen van het Hoofdbestuur zal gedrukt worden.

Door den heer Teirlinck wordt eene bijdrage geleverd over de namen der insecten.

Tooneel. - In de afdeeling Tooneelkunde wordt door den voorzitter, den heer Em. Rosseels, kennis gegeven van een ontwerp van Reglement der afdeeling. Dit wordt besproken en aangenomen. Namens het bestuur der afdeeling wordt voorgesteld, ten eerste een Repertorium te laten verschijnen van al de tooneelstukken in Nederland sedert 1830 gedrukt, ten tweede te vragen, dat door de besturen der drie grootste Vlaamsche steden beurtelings elk jaar een prijskamp voor het leveren van tooneelstukken worde uitgeschreven. Deze beide punten worden zeer uitvoerig besproken en ten slotte aangenomen.

Kunstcritiek. - In de afdeeling Kunstcritiek wordt de zitting geopend door eene redevoering van den heer voorzitter Willem Rogghé, die wijst op de veelvuldige punten, welke in deze afdeeling dienen behandeld te worden. Door den heer Coremans wordt voorgesteld een tijdschrift voor kunstcritiek uit te geven. Dit voorstel wordt niet aangenomen. De vergadering vindt, dat niet het getal der tijdschriften dient vermeerderd, maar hun gehalte verbeterd te worden. Door den heer Max Rooses wordt voorgesteld om, in aansluiting met de afdeeling Taalkunde, een vakwoordenboek voor kunst bijeen te brengen. Dit wordt goedgekeurd. Ook wordt er gewezen op de wenschelijkheid, dat beoefenaars der verschillende kunsten tot leden van het Taalverbond worden aangeworven.

 

Ten éen uur gebruikten de leden gezamenlijk het noenmaal, in het Hotel Bouard, waar eene opgewektheid en broederlijkheid heerschten, die ons Vlaamsch hart goeddeden.

Algemeene Vergadering gehouden om 3 uren.

De heer de Mont, gewezen schrijver van het Taalverbond, las het verslag der laatste algemeene vergadering te Brussel, hetwelk zonder aanmerkingen werd goedgekeurd.

De heer Frans van Cuyck, de Mont's opvolger als secretaris, bracht zijn verslag uit over den toestand van het Taalverbond. Daaruit blijkt, dat de maatschappij 119 leden telt, waarvan 11 in Noord-Nederland en 1 in Duitschland. Verkregen uitslagen waren natuurlijk nog niet op te teekenen, maar onbetwistbaar is 't aan haar dank te weten, dat de wetenschap der Volkskunde of Folklore in Vlaamsch-België ingeburgerd is.

De penningmeester, M. Blockhuys, maakte de vergadering bekend, dat er, na aftrok der uitgaven van allen aard, nog ongeveer 700 frank in kas bleef.

Vervolgens bracht elke afdeeling, bij monde van haren voorzitter, beurtelings verslag uit over hetgeen er 's morgens in haar midden was verhandeld.

Het voorstel der Tooneelafdeeling, om op kosten van het Taalverbond een repertorium te laten verschijnen van al de tooneelstukken, in Nederland sedert 1830 gedrukt, wordt, na eene belangrijke bespreking, aangenomen, zoowel als dat, betrekkelijk het uitschrijven van prijskampen voor tooneelstukken.

Op voorstel van den heer Van der Cruyssen, naar aanleiding van een besluit, 's morgens in de afdeeling Volkskunde genomen, wordt er bepaald, dat er eene verzameling verhalen, sprookjes, liederen, enz. zal samengesteld worden voor kindertuinen en lagere scholen, waarna men een vertoogschrift zal zenden aan den heer Minister om de folklore op die onderwijsgestichten in te voeren.

De heer Gustaaf D'Hondt wordt aangeduid om, namens het Taalverbond, op de algemeene vergadering van het Willems-Fonds, den 15en April te Antwerpen, de belangen der Antwerpsche muziekschool te verdedigen.

Op voorstel van den heer Fredericq wordt er eene geldelijke bijdrage gestemd voor de uitgave van het Taalkundig Woordenboek van den heer de Vries, alsook eene voor de Zuid-Afrikaansche Vereeniging.

Vervolgens ontwikkelt de heer Fredericq zijn plan

[pagina 67]
[p. 67]

omtrent het verzamelen der bouwstoffen voor eene volledige geschiedenis der Vlaamsche Beweging: Het werk zou verdeeld moeten worden. Men hoeft met het bijeenbrengen der archieven te beginnen, die men chronologisch zou rangschikken.

illustratie

Kastje in ebbenhout, met vergulden brons en émail Duitsche latere Renaissance van Ratzersdorfer in Weenen
Uit G. Hirth's: das Deutsche Zimmer


Al de tijdschriften en bladen moeten onderzocht, benevens de verslagen der Kamerzittingen en die van het Willems-Fonds. En hetgeen in dat alles niet zou te vinden zijn, zou worden aangevuld door de gedenkschriften der ouderen. Spreker zou iemand willen aangesteld zien om de werkzaamheden te besturen, en belooft, op verzoek van den heer Rooses, eenen omzendbrief te zullen opmaken, welke zal gezonden worden naar al de leden, ten einde deze aan te sporen, het hunne bij te dragen tot het gelukken van den reuzenarbeid.

Hierna werd het uitgeven van het Jaarboek besproken. De heer Rooses deelde mee, dat hij daarover met eenen uitgever in onderhandeling was getreden. Hij verzoekt de vergadering, het Algemeen Bestuur te gelasten met alwat de stoffelijke belangen van dit Jaarboek betreft, en nadat de herren Vuylsteke en Brans den wensch hadden uitgedrukt, dat het Bestuur de zaak nog eens rijpelijk zou overwegen, werd dit voorstel aangenomen.

Zoo ook een ander voorstel van den heer Rooses, strekkende tot de uitbreiding van het Algemeen Bestuur van het Taalverbond. Dien ten gevolge is dit thans samengesteld uit twee vertegenwoordigers van elke afdeeling, eenen voorzitter, den heer Sleeckx, eenen ondervoorzitter, Max Rooses, eenen secretaris, Frans van Cuyck, eenen schatmeester, J. Blockhuys en drie leden, de heeren Jan van Beers, Julius Vuylsteke en Jan ten Brink.

Ten slotte bepaalt de vergadering, dat de eerstvolgende algemeene samenkomst zal plaatsgrijpen te Antwerpen, op den tweeden den Paaschdag 1889.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken