werken van natuurwetenschap, welke in velerlei opzicht beter zijn dan de Fransche, en, jammer genoeg, hier te lande minder bekend. Spreker drukte den wensch uit, dat het Taalverbond eene lijst van Nederlandsche boeken van natuurwetenschap zou opstellen en die alom verspreiden, ten einde ons volk met die werken bekend te maken.
Volkskunde. - De heer Pol de Mont wijst op het velerlei gebruik, dat men kan maken van de schatten der volkskunde, zooals sprookjes, vertelsels en liedjes, op de kindertuinen en in de lagere school. Vervolgens roept hij de aandacht der vergadering op het feit, dat de folklore in Noord-Nederland nagenoeg dezelfde is als bij ons. Het ware dus zeer wenschelijk, dat ook ginder gezameld wierde om te kunnen vergelijken.
De heer Paul Fredericq verzekert, dat bij onze Noorderbroeders de belangstelling voor de uitingen van den nationalen volksgeest dagelijks aangroeit.
De heer de Bom geeft eenige wenken betreffende het stellen van sprookjes, die trouw en onvervalscht moeten opgeteekend worden, in eene taal, even verwijderd van platheid als van opsmukking.
De heer Is. Teirlinck leest het eerste gedeelte eener belangwekkende studie over onze oude kruidkundigen in folkloristisch opzicht, waarna de heer van Langendonck op het bureel eene proeve neerlegt van volkskundige bibliographie.
Taalkunde. - In de afdeeling Taalkunde werd door den voorzitter, den heer Julius de Geyter, het plan der eerste en voornaamste werkzaamheden uiteengezet. Voor elk vak van wetenschap, kunst en menschelijke bedrijvigheid zou eene volledige, duidelijke en gepaste vaktaal dienen bijeengebracht te worden. In sommige der vakken zou die taal in gedrukte bronnen geheel of grootendeels te vinden zijn; voor andere zou zij dienen geschapen of volledigd te worden. Door de vergadering worden bevoegde mannen in Noord- en Zuid-Nederland benoemd, die voor de inrichting eener onderafdeeling voor elk vak afzonderlijk zullen te zorgen hebben. Deze zullen zich vakgenooten toevoegen, en met hen eene woordenlijst opstellen, die aan het bestuur der afdeeling zal ingezonden en door de zorgen van het Hoofdbestuur zal gedrukt worden.
Door den heer Teirlinck wordt eene bijdrage geleverd over de namen der insecten.
Tooneel. - In de afdeeling Tooneelkunde wordt door den voorzitter, den heer Em. Rosseels, kennis gegeven van een ontwerp van Reglement der afdeeling. Dit wordt besproken en aangenomen. Namens het bestuur der afdeeling wordt voorgesteld, ten eerste een Repertorium te laten verschijnen van al de tooneelstukken in Nederland sedert 1830 gedrukt, ten tweede te vragen, dat door de besturen der drie grootste Vlaamsche steden beurtelings elk jaar een prijskamp voor het leveren van tooneelstukken worde uitgeschreven. Deze beide punten worden zeer uitvoerig besproken en ten slotte aangenomen.
Kunstcritiek. - In de afdeeling Kunstcritiek wordt de zitting geopend door eene redevoering van den heer voorzitter Willem Rogghé, die wijst op de veelvuldige punten, welke in deze afdeeling dienen behandeld te worden. Door den heer Coremans wordt voorgesteld een tijdschrift voor kunstcritiek uit te geven. Dit voorstel wordt niet aangenomen. De vergadering vindt, dat niet het getal der tijdschriften dient vermeerderd, maar hun gehalte verbeterd te worden. Door den heer Max Rooses wordt voorgesteld om, in aansluiting met de afdeeling Taalkunde, een vakwoordenboek voor kunst bijeen te brengen. Dit wordt goedgekeurd. Ook wordt er gewezen op de wenschelijkheid, dat beoefenaars der verschillende kunsten tot leden van het Taalverbond worden aangeworven.
Ten éen uur gebruikten de leden gezamenlijk het noenmaal, in het Hotel Bouard, waar eene opgewektheid en broederlijkheid heerschten, die ons Vlaamsch hart goeddeden.