De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1

Boekenaankondiging

Voor de Jeugd! - Een 2^e bundeltje Fabels door L. Leefson; Lebègue & C^o, uitgevers, 46, Magdalennstraat, Brussel.

Een voudige, korte fabeltjes, zeer geschikt tot voorlezen, van buiten leeren en opzeggen in de lagere school. De heer Leefson schrijft gemakkelijk en ongedwongen. - Eéne opmerking nochtans: voor kinderen schijnt ons de moraal zijner fabeltjes niet altijd best gekozen. Kan een kind waarheden als deze begrijpen, of is het doelmatig hun die voor te houden:

....‘de staatsman ook verdedigt heden

Hetgeen hij gistren heeft bestreden.’

of dat:..... ‘staatslui soms hun eigen zaken

Ten koste van den lande maken.’

en verder:..... ‘Veel stelsels, ernstig opgenomen,

Zijn in de werklijkheid slechts droomen.’

En wat bedroevende levenservaring straalt door in sommige dier kleine gedichtjes:

‘Wil 't lot twee arme vrienden scheiden.

Het schenkt fortuin aan een van heiden.’

..... ‘Het zwijn kreeg meer.

Maar 't knorde, wijl het dacht

Dat eigenbaat den meester slechts

Tot goede daden bracht.’

..... ‘De kleine, nauw in macht gerezen

Wil op zijn beurt een dwingland wezen.’ enz., enz.

Dat alles kan waar zijn, en het is soms waar, maar het leven zal het den kinderen maar al te spoedig leeren; laten we hun zoolang mogelijk alle illusies behouden! Er is ook zooveel goeds en schoons in de wereld, voor wie 't zoekt met open oog en goeden wil Daarop moeten we bij voorkeur hunne aandacht inroepen. En zouden ze aldus een weinig tot optimismus overhellen, daar is geen kwaad hij: in den strijd voor 't daarzijn, waartoe wij ze uitrusten, wordt het evenwicht weldra hersteld.

De bittere, bedroevende lessen, die ze ons pogen voor te houden, ziedaar onze voornaamste grieve tegen fabels, welke ook hunne literarische waarde zij, als kinderlectuur beschouwd. De meesterstukken in dit vak, de fabels van Lafontaine, zijn voor kinderen niet boeiend; wie veel met kleinen omging moet dit waargenomen hebben; slechts op lateren leeftijd en na gevorderde studiën op letterkundig gebied, leeren ze die juweeltjes der Fransche literatuur eerst recht begrijpen en naar waarde schatten.

Begaafd als hij is, met de gave der vinding, en den klaren ongedwongen stijl, die de kinderen boeit, waarom zou de heer Leefson zijne gedichtjes niet grijpen uit het leven der kleinen, uit hunne omgeving? - Daar zijn de Kinderliederen, van D^r Heije. de Zonnestralen, van Jan van Droogenbroeck: op dit gebied wenschten wij hem zijne krachten te zien beproeven, en we zijn ten volle overtuigd dat hij slagen zou.

I.

XXII Eaux-fortes avec Souvenir Biographique, de Theodore Schaepkens, 1810-1884, Anvers, Paris, Bruxelles.

Op prachtig zwaar papier, in eenen tekst, die eene waarderende levensbeschrijving van den kunstenaar bevat, zijn de XXII etsen van Theodoor Schaepkens gedrukt De meeste en de merkwaardigste zijn figuren te paard en ruiterij-gevechten, in zwierigen, schilderachtigen, romantischen trant, en in zeer kleurigen, maar soms wat al te vettigen en hierdoor te zwaren stijl. Het werk vormt eene kostelijke bijdrage tot de geschiedenis onzer romantische kunst, kort na 1830. Schaepkens was een der leerlingen van Van Bree, die den ouden meester afvielen om zich onder de banier van Wappers te scharen; zijne vormen hebben, naar zijne etsen te oordeelen, iets van de Keyser's sierlijkheid, maar zijn stouter van beweging en krachtiger van leven