Sterfgevallen
P. Kremer. Den 20en Augustus 1888 overleed, in den gezegenden ouderdom van 87 jaar, de deken der Antwerpsche schilders, Petrus Kremer. Hij werd geboren den 9en Mei 1801, studeerde aan de Academie van Antwerpen onder Herreyns en Van Brée, en behaalde aldaar, reeds in 1817, als leerling, de hoogste onderscheidingen. In 1838 maakte hij eene kunstreis door Duitschland, Italië en Frankrijk, en hield zich geruimen tijd te Parijs op. Kremer maakte zich al vroeg naam. In 1826 schreef Jan Frans Willems aan zijnen vriend Jeronimo de Vries, om hem te melden dat de ‘jonge doch veel belovende’ schilder een stuk naar de Amsterdamsche tentoonstelling zond, voorstellende Vondel, die een zijner dichtstukken voorleest in een paviljoen op het hof te Muiden. Het onderwerp was door Willems opgegeven en onder zijn opzicht uitgewerkt. ‘En zoo hebben wij hier in Braband het eerste voorbeeld geleverd, zegt de briefschrijver, om ook de letterkundige geschiedenis van ons land op het doek te brengen.’ Dit voorbeeld is nog wel eens gevolgd, maar is nooit anders dan met deerniswaardigen uitslag bekroond.
Immerzeel drukte reeds in 1842, in de levensbeschrijving van Kremer, eene lange lijst zijner werken af, allen aan de vaderlandsche historie ontleend. Hij getuigt van onzen kunstenaar, dat hij onder de bekwame genreschilders van zijn vaderland telde, en dat zijn fiksche toets en aangenaam koloriet geroemd werden. Wij, die slechts werken van den overledene gezien hebben, uit de laatste helft zijns levens dagteekenende, hebben er van die fikschheid en aangenaamheid weinig in weergevonden; menschen en kleur leden jammerlijk aan versuikering.
Kremer was ridder der Leopoldsorde. Zijn portret door Wappers geschilderd, schonk hij bij zijne laatste wilsbeschikking aan het Museum van Antwerpen. De ontslapene was een braaf en algemeen geacht man.