Werpt men zijne blikken door de breede vensterruiten der zaal, dan rust het oog met welgevallen op heerlijke hovingen, bekoorlijke wandelwegen en schilderachtige berghellingen aan de eene zijde, en van den anderen kant, op de onoverzienbare uitgestrektheid der Middellandsche zee, met hare woelige golven, die door de windvlagen worden voort gezweept. Het heeft iets aangenaams in zich, wanneer men, goed en warm gezeten, de baren tegen het strand ziet aanklotsen en den wind hoort huilen, verzekerd, dat men hoegenaamd geen gevaar heeft te duchten. Wij waren de eenigen, voor wie de prachtige natuurtooneelen aantrekkelijkheid schenen te hebben; al de anderen waren te zeer in het spel verdiept en zaten of stonden als aan de Roulette-tafels gekluisterd.
In de speelzaal van Monte-Carlo vonden wij niet minder dan vijf Roulette-tafels, benevens twee tafels voor Rouge et noir en Trente et quarante. Zeer veel volk was er niet, want het was in de laatste dagen van de maand Mei 1885, en het eigenlijke speelseizoen liep ten einde; maar gedurende gansch den winter, kan men slechts met moeite aan eene dier tafels plaats vinden. Nu waren alle nog goed bezet, zonder dat de spelers evenwel elkander moesten verdringen. Er waren menschen van allen leeftijd, jonge en oude dames en heeren; wij hoorden er Fransch, Engelsch en Duitsch spreken.
Wij verledigden ons met nu eens aan deze, dan aan gene speeltafel te gaan kijken, en dat wij, in de weinige uren die wij er vertoefden, veel, schrikkelijk veel geld hebben zien verliezen, kunnen wij getuigen. Te Spa kon men met 2 fr. op de Roulette en met 5 fr. op Rouge et noir, spelen; hier is de minste inzet op de Roulette, 5 fr. en op Rouge et noir, evenals op Trente et quarante, 20 fr. Volgens wij vernamen, mocht de hoogste inzet 6,000 fr. op het eerste en 12,000 fr. op het tweede spel bedragen. Voor zulke groote sommen hebben wij er echter niet zien spelen; ook was er niet een speler die de veine had, dat wil zeggen, die voortdurend won; integendeel, al de winst was voor de bank. Wij rekenen, dat op dien namiddag, er ten minste 50,000 fr. werd verloren. In het seizoen, wanneer de toeloop grooter is, zijn de verliezen ook veel aanzienlijker en overtreffen zij dikwijls, in eene gelijke tijdruimte, het vierdubbel van de genoemde som. Jaar voor jaar, wint de speelbank verscheidene millioenen.
Maar stil! Rien ne va plus! roept de bankhouder. De roulette draait en al de spelers zien, in gespannen verwachting, nauwlettend toe, in welk vak het rondslingerend bolletje zal stilvallen. De ontgoocheling laat zich niet lang wachten en welhaast zetten allen ellenlange gezichten en laten mismoedig de lip hangen: het onheilaanbrengend bolletje is op de dubbele nul gevallen, en onmiddellijk wordt al het opgezette geld, goud, zilver en papier, door de hartelooze croupiers ongenadig binnengereven.
't Is zonderling! Raadselachtig! De bewijzen zijn daar, dat de bank jaarlijks met eenige millioenen gaat strijken, en toch komen er, van heinde en verre, alle jaren weer nieuwe slachtoffers, die de kans willen wagen. De meesten zijn Franschen en Russen; een tiende gedeelte zijn Duitschers, Amerikanen en Engelschen. De Nederlanders, als dusdanig voorzichtig en bedaard, komen slechts bij uitzondering tusschen de spelers voor.
Van honderd spelers zijn er nauwelijks vijf die winnen. Hoe komt het, dat de bijval der speelbank te Monte-Carlo niet vermindert, maar integendeel van jaar tot jaar schijnt toe te nemen? - Vooreerst, omdat die speelbank de eenige is, welke er nog in Europa bestaat, en dan, het spel heeft iets verlokkends. Men treedt het lokaal binnen, met het vaste voornemen niet te zullen spelen; men wandelt een paar keeren rond de zaal en blijft aan elke speeltafel een poosje kijken. Eindelijk komt de speelduivel u bekoren. Welhoe! ge komt niet alle dagen te Monte-Carlo; waarom zondt ge er niet eenige vijffrankstukken aan wagen? Wie weet, misschien zal het lot u gunstig zijn! En zoo eindigt men met voor de bekoring te bezwijken en mede te spelen. Wij spreken bij ondervinding... In den regel, loopt het uit op verlies, al trekt men ook een inzet eens dubbel of vierdubbel terug. Er zijn hardnekkigen, die het verlorene willen trachten terug te winnen: dezulken laten meestal den ganschen inhoud hunner beurs op de bank. Gelukkig degenen, die in tijds weten uit te scheiden!
Vele ongelukkigen, door het spel van alles beroofd en niet meer wetend van welk hout pijlen te maken, eindigen met zich, in wanhoop, eenen kogel door het hoofd te jagen. Er gaat geen jaar voorbij, of er worden dergelijke zelfmoorden gepleegd. Alzoo hebben, in een tijdverloop van negen jaren, namelijk van 1877 tot 1885, niet minder dan 1820 ongelukkigen, door wanhoop vervoerd, een einde aan hun leven gesteld. Achttien honderd en twintig! dat is ruim twee honderd per jaar, of gemiddeld vier per week! Gelukkig hebben wij dergelijke gruwelen niet moeten aanschouwen.
Moede gekeken, en... de beurs eenigszins verlicht, stapten wij in de leeszaal, waar omtrent een paar honderd dagbladen en tijdschriften van alle landen, ten uwen dienste liggen. Nederland en België vonden wij er vertegenwoordigd door de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de Indépendance belge. Wellicht waren er nog meer Nederlandsche en Belgische bladen, maar wij hadden den tijd niet om zulks na te gaan, want het concert begon en dit wilden wij bijwonen.
De heer Wagatha is, evenals zijn schoonbroeder, een slimme vogel, die zijn vak goed verstaat en geene middelen onbeproefd laat, om de vreemdelingen naar zijn casino te lokken. Alzoo is er, behalve de reeds genoemde welvoorziene leeskamer, ook eene schouwburgzaal, en nog wel eene zeer sierlijke, waarin nu en dan een troep tooneelspelers vertooningen komt geven; in het seizoen, dat is gedurende den winter, wanneer de bezoekers bij duizenden worden geteld, hebben er insgelijks danspartijen plaats, gemaskerde bals, enz. Verder heeft de heer Blanc een vast gezelschap uitmuntende muzikanten aan zijn casino verbonden, die dagelijks twee concerten geven, een in den namiddag en een des avonds. Al de personen, die zich in de speelzaal bevinden, worden op de muziekuitvoeringen kosteloos toegelaten. Men gaat zitten waar men wil, op den eersten rang of op den laatsten, al naar men verkiest. De fluweelen zetels houden hunne donzige armen opengespreid en schijnen u uit te noodigen om plaats te nemen.