Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 12 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 12
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.04 MB)

Scans (934.91 MB)

ebook (16.38 MB)

XML (0.69 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 12

(1899)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

Tentoonstellingen

Tentoonstelling van Francis Nijs in het Kunstverbond te Antwerpen. Februarie 1899

illustratie De tentoonstellingen waren deze Winter schaars geweest te Antwerpen: door de ombouw van de Zaal Verlat was deze, de voornaamste toogplaats hier, onbruikbaar - en misten we de gewone uitstallingen van ieder jaar.

Of we er biezonder veel aan verloren hebben? Ik twijfel eraan! Deze tijdelike rust zal misschien enkelen tot inkeer en berouw gebracht hebben.....

Om tot Francis Nijs te komen, - deze eigenaardige en personele kunstenaar stelde in Het Kunstverbond een 30-tal nieuwe werken ten toon.

We hebben Nijs steeds met belangstelling gevolgd in de verschillende stadiën van zijn kunst ontwikkeling, en met genoegen stellen we vast, dat hij enorme vooruitgang heeft gedaan.

De vele zwakheden, de onvastheid van hand, het al te grote gebrek aan tekniek, die vroeger z'n werken vaak ongenietbaar maakten, zijn nu voor een groot deel verdwenen. Wat hij aanleren moest en aanleren kon, om werkelik goede dingen voort te brengen, heeft hij nu grotendeels aangeleerd - en omdat hij het zich geheel door zichzelf, door eigen studie, verworven heeft, is het ook zo onbetwistbaar het zijne, en blijft zijn kunst een sterk personele, vreemd aan alle navolging.

Het is hier de plaats niet, om een karakteristiek van Francis Nijs te geven. Dit werd overigens reeds vroeger in dit tijdschrift beproefd. Vermelden we enkel de werken, die ons op deze tentoonstelling 't meest getroffen hebben.

In de eerste plaats zijn grote stuk: Het Sas te Veere, een afgewerkt, volledig schilderij, dat we zeer op prijs stellen, alhoewel we naar eigen smaak b.v. de meer als schets opgevatte Herfstzon verkiezen. Dát is een mooi ding! Groene weiden, daardoor 'n gracht blauw water, en aan 't water 'n visser in schitterend rode jas. 't Zijn overigens meestal zoneffekten, die Nijs weergeeft, de heldere Vlaamse, en liever noch de Zeeuwse zon, te Veere, te Vrouwepolder, te Ellewoudsdijk, die waterland-zon, die alles doet schitteren en trillen in hoge, jubelende kleuren.

Zeer hebben ons getroffen zijn groene Weiden, z'n Herfstmorgen met het groene watertje, z'n Lentemorgen met 'n heerlike harmonie van gele en purpere bloemen, zijn Binnenplaats van de herberg, en z'n zonnig Gezicht in een Zeeuws Dorp.

Maar 't mooiste van al, in mijn ogen ten minste, is z'n nevel-effekt - het misterieuze wegtrekken van de mist in een vaag landschap. - De samensmelting van de kleuren is wondermooi en de indruk uiterst sterk weergegeven.

We zijn overtuigd, dat Francis Nijs nu op de rechte weg is en we van hem noch vele uitstekende dingen verwachten mogen.

Tentoonstelling van Anna de Weert, Karel Doudelet, Carolus Trémerie, en Frans Maréchal. In de Kunst- en Letterkring te Gent. 15 tot 26 januarie 1899

illustratie Een in alle opzichten hoogstbelangwekkende tentoonstelling, zoals er tot opleiding van het erg on-ontwikkeld Gents én andersteeds publiek nooit genoeg kunnen ingericht worden.

Belangwekkend vooral, omdat hier vier artiesten van algeheel uiteenlopende kunst-opvatting en -uiting verenigd waren: Anna de Weert, landschapschilderes van 't vrije licht en de vrije lucht, Karel Doudelet, de bij uitstek abstrakte, idealiezerende en stieliezerende kunstenaar, Carolus Trémerie, de weemoedige dromer in eenzame buurten of in grijsbewolkte landschappen - en eindelik Frans Maréchal, de stifttekenaar, die zijn meestal sombere viezies uit de Maasvalleien met krachtige tegenstellingen van licht en donker op het koper grift...

Niet dat al de hier tentoongestelde werken meesterstukken waren! Naast waarlik voortreffelike dingen, troffen we bij de vier ekspozanten ook werken aan, waarover we nu juist niet met groot enthoeziasm kunnen spreken - maar in hun geheel genomen zijn deze vier artiesten ons zó simpatiek, dat we niet aarzelen hun tentoonstelling voor een van de merkwaardigste te houden, die we in de laatste tijd gezien hebben.

[pagina 42]
[p. 42]

De landschappen van Anna de Weert herinneren sterk - te sterk misschien - aan de stippeldoeken van Emiel Claus. Maar dit komt wel voor 'n groot deel hieruit voort, dat beiden presies hetzelfde groene Leieland schilderen, met z'n heel eigenaardige atmosfeer, die nergens anders dan dáár aan de Leie te zien is, en die andere artiesten dan ook niet kennen. Maar in de keus, in de opvatting van haar schilderijen, - zo niet heel en al in de tekniek - blijft Anna de Weert meestal buiten elke vreemde invloed. Biezonder hebben ons getroffen stukken als Zonnevlekken, Lelies, Middaghitte, Hoekje in de Lochting, Vroege Morgen, Blonde Dag, Rode Appels, Een Begijntje (pastel), en de reeks zeer eigenaardige tekeningen ‘uit het Begijnhof.’ In al deze doeken is dat biezonder goed getroffen, waarvan we hoger spraken, n.l. die lucht en die kleur, die zon, die zo vrolik lacht op de Leieboorden, die doorzichtige wasem die alles hult als in een trillend gaas, dat als 'n schier tastbare substansie vóor het oog hangt.

Karel Doudelet had een aantal nieuwe werken, waaronder o.a. een reeks onuitgegeven illustrasies voor een boek van Mauclair, die we tot de beste rekenen, die hij voortgebracht heeft. Ook was daar het grote portret van Johannes Ruysbroeck. Ik begrijp, dat dit schilderij velen, zelfs bewonderaars van Doudelet niet simpatiek zijn kan. Het werk heeft, dunkt me, gebreken, die hadden kunnen vermeden worden, zonder aan de uitdrukking te schaden. Waarom moet b.v. dat gele kleed zulke zware, onfraaie plooien hebben? Waarom moet dat pelsen kraagje daar als een effen, zwarte vlek hangen, waarom moet dat handje, dat men eventjes ziet, zo plat en breed zijn? Het hoofd echter, dat sterk bestudeerd is, heeft grote kwalieteiten en is onbetwistbaar heel intens van uitdrukking.

Het komt ons voor, dat Doudelet zich in een periode van algehele evolusie bevindt. Zijn eerste, italianiezerende richting heeft hij verlaten - hij is teruggekeerd tot de kunst van zijn eigen, Vlaamse land - en dat stellen we vast als een zeer grote vooruitgang in z'n loopbaan. Maar, naar ons oordeel heeft hij zichzelf noch niet geheel weergevonden - hij zoekt noch - hij is nu, op dit ogenblik, noch niet tot die hoogte gekomen, tot waar hij onfeilbaar stijgen zál. Niet op enkele jaren komt 'n artiest, die zijn iedeaal zó hoog houdt, tot volle rijpheid! De weg, die hij tot noch toe afgelegd heeft, is verbazend, maar juist omdat uit heel zijn werk een grote, heerlike belofte spreekt, mogen wij, evenmin als hijzelf, ons vergenoegen met het werk, dat hij leverde op de weg, die naar hoger voert. Dit zij intussen gezegd, dat z'n nieuwste schilderijen ons verheugen als weelderige oazen op zijn lange en moeielike tocht.

Frans Maréchal, een jong, heel weinig bekend kunstenaar, verdient de volle aandacht. Enkel etsen en tekeningen stelde hij ten toon. Zijn etsen vooral rekenen we tot de beste, tot de eigenaardigste vooral, die heden in ons land gemaakt worden. Hij heeft een scherp oog en een vaste hand, en weet met licht en schaduw te werken op 'n manier, die soms aan Rembrandt's trant herinnert. Meest schetst hij tiepen uit het Maasland, die steeds juist getroffen, maar meestal erg vulgeer zijn. Liever zien we dan ook z'n landschappen, lichteffekten bij dag en bij nacht - waaronder ware pareltjes in hun aard. Merkwaardig ook z'n tekeningen, o.a. die voor versierde aanvangletters, - zonderling soms, maar steeds zeer gesoigneerd van uitvoering.

Van Carolus Trémerie waren hier enkele goede schilderijen aanwezig. 't Zijn eenvoudige landschappen of stadsgezichten, zonder méér. Maar er ligt steeds 'n tedere bekoring over, die aantrekt en in 'n gemoedelike stemming brengt. Z'n Gezicht in 't oude Gent b.v., een dode achterbuurt aan 'n stil water, is 'n heel verdienstelik werk.

Biezondere vermelding verdient het houtwerk met de vuurstift versierd door wijlen Mev. Clara Cogen-Ledeganck, de moeder van Mev. Anna de Weert, alsook de plakbrieven van deze laatste, en de door Doudelet geïllustreerde boeken.

Een in alle opzichten welgeslaagde tentoonstelling dus, die dan ook biezonder druk bezocht werd, en daardoor veel zal bijgedragen hebben tot de ontwikkeling van 't publiek en - tot het bestrijden van velerlei vooroordelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken