Over Nederlandse gotieken
V
Het Stadhuis (Stedelik Muzeum) te Haarlem.
I
EEN zeer schone Patinier, vroeger het eigendom van het St Elizabeth's gasthuis te Haarlem, De Geschiedenis van Tobias, die mij echter eer die van Jona schijnt te zijn.
Dit schilderij is vooral aantrekkelik door het teerblauwe, wazige verschiet, waar de kleine scheepjes in de verte zeilen en een mooie morgenlucht blinkt boven een lichte stad.
De Breughel, - Vlaamse Spreekwoorden, - schijnt mij niet echt.
Breughel schilderde meest op paneel en zijn achtergronden waren dromeriger, meer transparent. Het schilderij in het Haarlems muzeum lijkt mij een goede Hollandse kopij naar een van Breughels (de Oude) fraaiste oriezjienelen, waarvan de proporsies echter veel groter zijn genomen.
Biezonder plezierig is die hele verzameling spreekwoorden aangebracht, waarvan echter de meeste mij onbekend zijn:
De man, die zen kat de bel aanbindt; die andere man, die zen varken wil scheren; de plezierige vos, die begerig maar vergeefs likt aan de langgehalsde vaas, waaruit de ooievaar zich op zijn gemak te goed doet; de man, die een aal bij den staart wil vatten; de man, die zen varken met rozen voert.
Biezonder fraai is de achtergrond van dit schilderij, bepaald gotiek in z'n wazige teerblauwe klaarte, en het geheel vertoont op geheel ongezochte wijze, zonder enige overlading, zonder dat het enigsins de schijn heeft als waren ze er opzettelik op aangebracht, de