In de Diergaarde
Uitvoering van Benoit's Oratorium en Kantate
Dit uitnemend geslaagde kunstfeest, door De Koninklike Maatschappij van Dierkunde aan de buitenlandse akademiesten en kunstenaars aangeboden, had, Maandag, 15. Augustus, op de ruime konsertplaats vóór de nieuwe Feesthalle in onze Diergaarde een menigte doen samenstromen, welke ik niet aarzel op zes à zeven duizend hoofden te schatten. Men vergete niet, dat de ‘Kon. Mij van D.’ zoowat 8000 vaste leden telt en dat duizende toegangskaarten Maandag, na de uittocht van de maskerade afgeleverd werden.
Het programma was samengesteld uit Waelput's ‘Hulde aan Memlinc’, Weber's ‘Jubelouverture’, Benoit's ‘Rubensmarsch’ en - hoofdschotel van de avond - ‘De Muze der Geschiedenis’, vaderlands oratorium, gevolgd van de kantate ‘België in 1880’, beide geschreven voor gemengd koor en kinderstemmen. Niet minder dan 900 uitvoerders, waaronder 350 kinderen, namen aan de uitvoering deel.
Het was op zichzelf niet alleen een uiterst stoute, maar tevens hoogst gelukkige gedachte, dit slechts een enkele maal, in 1880, op de Groenplaats, onder Benoit's leiding uitgevoerd werk, nochmaals ten gehore te brengen. De wakkere kapelmeester van het symfonies orkest van de Kon. Mij, de heer Edw. Keurvels, verdient daarvoor, en noch veel meer voor de ongemene zorg, waarmee hij dit uitvoerig gewrocht liet instuderen, - drie volle maanden werden er aan besteed -, de hartelikste dank.
‘De Muze der Geschiedenis’, waarvoor de Geyter de tekst leverde, is verdeeld in een vijftal hoofdstukjes, in de eerste waarvan de overweldiging van onze gewesten door Fransen en Maranen, in de twede waarvan de verontwaardiging van de beschaafde volkeren over het ons geschiede onrecht word bezongen, terwijl in het derde de schimmen van de voorouders herinneren aan hun nooit afgebroken strijd, in het vierde de ‘finis patriae’ en in de vijfde, eindelik, de wederopstand van het volk herdacht worden.
Het werk, dat in zijn geheel onder de eigenaardigste van de grote Vlaamse toondichter mag gerangschikt worden, munt uit door een poliefoniese bewerking, die verbaast.
Wat een meester Benoit is, in het aanwenden, elk volgens eigen karakter, van alle instrumenten, blijkt op elke bladzijde van dit werk.
Ik ken er geen tweede van een... Nederlander, waarin bijv. zoveel en zo voortreffelik partij getrokken wordt uit...... pauken en trommels.
De verrassendste, overweldigendste effekten brengt Benoit teweeg, waar hij, op de woorden: