De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13(1900)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Aan onze Stam- en Taalbroeders de Boeren goedheil! The dutch Boer, with all his roughness, is a gentleman from his head to his heels. Francis Troloppe. Deses beeldt voeten waren eensdeels van leem. Daniël. (Oude Bijbel). Hij heeft een krachtigh werck gedaen. Hij heeft machtige van de throonen afgetrocken Evang. Luc. (Oude Bijbel). Treedt nader, vrienden van Dietschen bloed! Een nieuw lied wil ik u zingen, Treedt nader, vereerders van heldenmoed: ik zing van wondere dingen. Er zetelde een man in Engelands raad, wiens snoodheid gekend en geboekt is... Hem lustte de kamp met Transvaal - uit baat. Alom ook zijn naam nu gevloekt is... Hij pochte: ‘'t Zal slechts een wandling zijn! Die lompe boerenknotsen, men zal hen leeren beleefd te zijn en Old-England niet langer te trotsen. “En dan...” - hij sprak met zijn maats - “en dan...” - en ze lachten eens dat ze poften, - Transvaal is voor een echt business-man eerst het ware land van beloften.’ En Engeland trok naar Zuid-Afrika op: ‘Of ze dansen naar onze pijpen, of we keeren hun kopjes hun over den kop! De Boeren! Die moet men nijpen!’ Oom Krüger sprak: ‘Wij treden in 't krijt! Op ons vrijheid durven ze smalen, ons land inpalmen!... Raken we 't kwijt, ze zullen het duur betalen!’ De krijg begint. Als een onheilfloers hangt drukkend bange verwachting: [pagina 16] [p. 16] ‘God helpe die eed'le, die dappere Boers en redde hun stam uit de slachting!’ De volkeren luistren: ‘Hoort ge niet dat knetterend, bulderend kampen? 't Geschut der Boeren zingt ook zijn lied.... De kopjes rooken en dampen!’ De Volkeren staren: ‘Bemerkt ge 't niet? De Roôroks toeten en trompen “All well!” - maar “Geklopt” is 't, wat het bediedt. 'k Zie Engelsche lijken en rompen.... De hellingen op, de hellingen af, ze liggen langs rotsen en steenen! De Toegela zwelgt ze als een gierig graf of rolt met de lijken henen!’ O pochende hoogmoed, waar zijt gij nu? Welk doempad hebt ge betreden? O kopjes, wat zingt eens de Sage van u! Hoe roemrijk straalt ge reeds heden! Nebukadnézers beeld was sterk, maar stond op leemen voeten.... Aan Albions macht stelt God een perk: Albion zal rouwen en boeten.... O Boeren, gij helden zoo edel en vroom, Gods hulp zal u niet falen! Dra wijkt het gevaar als een nare droom! Uw recht zal zegepralen! De bloem uwer vrijheid zal bloeien in 't rond: uw bloed zal ze laven en drenken, maar uw bliksemend roer zal slaan in den grond wie nijdig haar bloei zou krenken. Goedheil, mijn broeders; God is sterk! Hij heeft door uw arm begonnen, op het touw gezet een krachtig werk, een net om den snoode gesponnen, Den machtige van zijn zetel gerukt!..... Zijn beeld, dat de vorsten groetten, helt over en waggelt, reeds half gebukt; elk ziet nu zijn leemen voeten.... [pagina 17] [p. 17] Alex. Hannotiau GOEDE VRIJDAG TE BRUGGE (Pastel) [pagina 19] [p. 19] O dappere vrouwen van dappere mans! O moeders van zulke zonen! O Maagden, wier lokken geen liefdekrans, bij den lauwerkrans, zal kronen; Gij bidt, gij leeft in angst en verdriet en rouwt zoo menigwerven; Gij voelt uw leed, maar Gij twijfelt niet: ‘Vrij - vrij zijn, of liever sterven!’ Zoo zwoeren 't de helden, die ginder zijn: ‘Met God voor land en vrijheid!’ Goedheil! Gods hulp breekt nood en pijn, Gods hulp brengt licht en blijheid. Opdracht. Oorlof, gij volkren! Wat balt gij de vuist, onmachtig in d'eigen kluister? Het levend woord, dat men hoont en kruist, heerscht immers trots dwang en duister! G. Th. Antheunis. Brussel, 16 Januari 1900. Vorige Volgende