Ex-librissen
SEDERT een zestal jaren is, ook in ónze gewesten, het ex-libris opnieuw in de mode gekomen. Ik bedoel, het artistieke ex-libris, het ex-libris, uitgevoerd door een kunstenaar en opgevat - niet als een etieketje, dat voor elk boek zonder onderscheid van bezitter geschikt zou zijn, maar in logies en enigsins nauw persoonlik verband met de maatschappelike betrekking, de smaak, het karakter zelfs van degene, wie het boek toebehoort.
Zo'n etieketje zonder meer, dat was - immers, tot vóór een tien à vijftien jaren, het in Zuid-Nederland gemaakte ex-libris in de meeste gevallen. Door de band was het een fantazietje, samengesteld door een min of meer smaakvol drukker bij middel van gewone gegoten kliesjees van alle soort: een antiek vaasje in een randje, een paar Egiptiese of Pompejaanse motieven en daarbij de naam en de tietel van de eigenaar van het boek.
Enkele, zeer enkele van de ex-librissen uit de jaren 1840-1890 waren anders, hadden bepaald betrekking op de persoon, voor wie zij dienen moesten. Onder deze zijn met eer te vermelden enige voor Gentse boekliefhebbers door de firma Heins uitgevoerde eksemplaren, b.v., om er een drietal te noemen, die van Voituron en van Wagener en van Gantrelle. En dan noch dient het te worden opgemerkt, dat deze boek-platen alleen daarom als iets beters dan etieketten moeten beschouwd worden, omdat zij het portret van de liefhebbers vertonen.
Vergis ik mij niet, dan was het Rops, die de eerste werkelik geslaagde boek-eigendomsplaten leverde. Enkele van zijn hand zullen steeds als modellen kunnen beschouwd worden, vooral die, welke hij met de droge of natte naald uitvoerde, zoals b.v. dat van Mevrouw Clapisson.
Na hem volgde Amadeus Lijnen met verscheidene zeer geestig opgevatte, doch weinig bekend geworden plaatjes, en nu, in de laatste