Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.49 MB)

Scans (744.69 MB)

ebook (15.29 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13

(1900)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tijdschriften

Die Insel. Herausgegeben von Otto Julius Bierbaum, Alfred Heymel und Rudolf Alexander Schroeder. Band II, III, IV, Nr 4-12, eerste jaargang, 1899-1900

Van alle tijdschriften, gewijd aan kunst en letteren, die op dit ogenblik in Duitsland niet alleen, maar - wij mogen het er gerust bijvoegen - in Oostenrijk, Frankrijk, de Nederlanden, ja, zelfs Engeland verschijnen, is er geen enkel, wij drukken op dit paar woorden: geen enkel, - dat wij onze ‘esteten’ met evenveel overtuiging zouden durven aanbevelen als het hierboven genoemde, ‘Die Insel’. Wij gaan zelfs verder en aarzelen geen ogenblik, er bij te voegen, dat van de zeer vele uitgaven van de zelfde aard, welke in de zoëven genoemde landen sedert twintig jaar gesticht werden, een poosje schitterden en..., veel te vroeg soms, verdwenen, slechts één, het destijds door Bierbaum en Meier Graefe in 't

[pagina 357]
[p. 357]



Met welwillende toestemming van de firma Schuster und Loeffler.

H. Vogeler. - Plaat bij een gedicht van Reiner Maria Rilke.

Met welwillende toestemming van de firma Schuster und Loeffler.
H. Vogeler. - Plaat bij een gedicht van Reiner Maria Rilke.


[pagina 358]
[p. 358]



Met welwillende toestemming van de firma Schuster & Loeffler.

H. Vogeler. - Tietelplaat voor een aflevering van ‘Die Insel’

Met welwillende toestemming van de firma Schuster & Loeffler.
H. Vogeler. - Tietelplaat voor een aflevering van ‘Die Insel’


[pagina 359]
[p. 359]

leven geroepen, later, na hun aftreden, door Dr Lichtwark en Dr Flaischlén vier jaar lang bestuurde pracht-tijdschrift Pan, datgene, hetwelk wij hier heden voor de twede maal bespreken, in enkele opzichten overtrof. Noch het destijds door Boussod, Valadon & Cie, te Parijs, uitgegeven en peperdure Les Lettres et les Arts, noch het door Aubrey Beardsley gestichte Yellow Book, noch Le Centaure, waren met zoveel smaak gedrukt en boden de lezer zulk een rijkdom van stoffen aan als Die Insel. Alleen een drietal Engelse uitgaven, met name, de vóór enkele jaren te Edimburg verschenen Evergreen, The Dial van Charles Ricketts, en The Savoy, zouden, indien zij noch voortverschenen, met recht als gevaarlike mededingers van het Munchener-Berlijnse maandschrift kunnen beschouwd worden.

De negen afleveringen, welke tans in de gedaante van drie zwaarlijvige 4o delen, op de kop verguld met perkamenten rug en met zeer eigenaardige schutbladen, vóór ons liggen, bewijzen, dat de uitgevers van hun oorspronkelik plan, zo niet enkel zuivere boek-versiering in de strengste zin dan toch alleen platen te geven, die, door opvatting en karakter, met de gewone boekdruk overeenstemmen, geen duimbreed zijn afgeweken.

Om de drie maanden hebben zij een ander kunstenaar gelast, met het leveren van de eigenlike boekversiering, zoals tietelplaat, kopstukken, sierlijsten, slotstukken. Niemand minder dan de jonge Worpsweder-meester, H. Vogeler, voor onze lezers een goed bekende, leverde de dekorasie voor het tweede, Th. Th. Heine voor het derde, E.R. Weisz voor het vierde deel.

Vooral de Buchschmuck van eerstgenoemde verdient bewondering. Hij tekende voor elke aflevering een of twee grote dekoratieve bladen, waarvan de trant, - alle gedachte aan navolging bij voorbaat uitgesloten. - enigsins herinnert aan die van de mede zeer merkwaardige versieringen, die onze vriend Doudelet voor de Marez' Mijn herte weet uitvoerde, zoals overigens onze lezers wel zelf zullen vaststellen, indien zij de eerste in deze aflevering overgedrukte Inselplaat, het bomendragende tempeltje te midden van de zee, met diegene vergelijken, welke wij in jaargang 1898 aan de Marez' boekje ontleenden.

Vogeler voltooide, overigens, voor Die Insel een gehele reeks platen, waarvan wij het genoegen hebben er noch twee niet minder voortreffelike mede te delen, de eerste, een illustrasie bij een gedicht van Reiner Maria Rilke, Die Heiligen drei Könige, in band II, de andere, behorende hij een verhaal in verzen vàn Walther Heymel, Ritter Ungestüm, in band IV; beide weinig minder dan meesterstukjes van gevoel en tekening.

Bij Vogeler's Buchschmuck steekt, het valt niet te loochenen, die van de beide anderen wel wat af. Dit neemt niet wech, dat ook van hen meer dan één tekening voor ons grote aantrekkelikheid bezit, zo o.a. die van Th. Th. Heine bij Bierbaum's verzen, in band III, Gebet zwischen blühenden Kastanien. Ook deze plaat delen wij mede.

De lezer dient echter, om de plaat te begrijpen, deze regelen uit het dichtstukje eerst te kennen:

 
Frühling, süszer, saftgebenedeiter
 
Sieger-Knabe mit den Mädchenbrüsten....

Wij weten niet, of het op de wech van de uitgevers ligt, zich ook tot buitenlandse artiesten te wenden voor de versiering van hun uitgaaf. Was dit inderdaad zo, dan zouden wij hun in overweging geven, of een paar van de beste Nederlandse tekenaars, Henricus, Nieuwenhuis, Doudelet, van Offel, van Neste niet zouden mogen in aanmerking komen.

Het gaat natuurlik niet, hier van ál de platen, in deze ongeveer 1200 bladzijden voorhanden, afzonderlik te spreken. Wij willen er ons toe bepalen, noch enkel de mooiste uit te kippen. In band III de wel zeer inkoherente, doch tiepies gevonden en knap uitgevoerde tekeningen van Marcus Behmer, - dwaze, onmogelike invallen, waar soms meer wijsbegeerte in steekt dan het vulgum pecus zou denken; in band IV twee platen van Savage, één bij Maeterlinck's Mort de Tintagiles en één bij Boccaccio's Droom van Izabella; en, - gans biezonder te vermelden - een reeksje uiterst fijngevoelde en onberispelik getekende illustrasies van Dou-

[pagina 360]
[p. 360]

delet voor een vertelling van Demolder.

In het letterkundig gedeelte verdienen vóór al 't andere te worden aangehaald de onderscheiden vervolgen en het slot van Meier-Graefe's studie, Beiträge zu einer modernen Aesthetik. Wij wilden van ganser hart, dat deze met kennis van zaken geschreven en in alle opzichten leerrijke verhandeling spoedig in onze taal wierd overgebracht. Heerlike plaatsen, o.a. over de Nederlandse en Ietaljaanse gotieken bevat zij. Gezonde, vruchtbare gedachten treft men er in aan op elke bladzijde.

Wij dwepen noch met Maeterlinck's Schwester Beatrix, die wij hier in het Duits te lezen krijgen noch vóor de oorspronkelike Franse tekst gedrukt is, noch met de anders toch heel geestige letterkundige kariekatuur van die zonderlinge, maar altijd aantrekkelike Proteus, Arno Holz, Die Blechschmiede, Wilmersdorfer Festspiel..

Meer beviel ons Der Kaiser und die Hexe van Hugo von Hofmansthal, al moet het ons van het hart, dat wij in Blätter für die Kunst en in Pan beter werk van deze dichter aantroffen; meer ook de deliekate, fijne Frühjahrsblumen van Schlaf; het wat geheimzinnige, doch in zijn soort niet genoeg geheimzinnige verhaaltje van Paul Ernst, Die sonderbare Stadt; de uitstekende geobserveerde, bitter- humoriestiese Münchener Scenen van Frank Wedekind, en Die Stimme des Blutes van Demolder, al slaat dit stuk niet op de hoogte van het talent van deze auteur

Ook Das Binden des Haares, verzen van Yeats, door Douthendey vertaald, en, onder de kleinere stukken heel wat verzen van Bierbaum o.a. Zwischen Abend und Nacht en Entsagung; van Karl Schlosz An einem Grabe; van Liliencron de ballade Der Brand von Altona; van Schroeder Lieder eines Genesenden en vooral Schwäne; en van Schaukal het kranig na-gevoelde Portrait eines Spanischen Infanten von Velasquez, moeten wij aanhalen.

Entsagang von Bierbaum is een juweeltje.

 
Fahl zieht der Strom in letzter Abendhelle,
 
bald wird es Nacht und alles Schweigen sein.
 
Nun kommt die Zeit, dasz ich mein Glück bestelle,
 
dies schwarze Aehrenfeld, dies Dein und Mein.
 
Das ist viel stiller als das tiefste Schweigen
 
und ist viel schwärzer als die tiefste Nacht;
 
die hohen Halme beugen sich und neigen
 
ehrfürchtig ihrer schweren Aehren Pracht.
 
Denn du bist dort. In deinem weiszen Kleide,
 
von dem ein Leuchten wie von Sternen weht
 
und ein Gesang vom Rauschen deiner Seide,
 
wenn leis dein Fusz durch diese Aehren geht.

Verregaand onbillik zou 't wezen, niet met verschuldigde bewondering te spreken van de diepdoordachte studie van Ellen Key over Schwedens modernster Dichter, C.J. Almquist, en niet met één enkel woord te reppen van Blei's hoogst belangwekkende mededelingen over en uit de werken van Schwester Mechthild von Magdeburg.

Aan het door hem overgeschrevene ontnemen wij dit ene staaltje:

 
Wer jemals wird zu einer Stund
 
von rechter Minne im Herzen wund,
 
der wird wohl nimmermehr gesund,
 
er küsse denn denselben Mund
 
von dem die Seele ist worden wund.
 
So sollten dann die Wunden heilen,
 
als ob ein Rosenblatt
 
gelegt wär an der Wunder Statt.

Zeggen, dat Die Insel gedrukt wordt op de persen van de firma Drugulin te Leipzig volstaat, om te doen begrijpen, dat de tiepografiese uitvoering een volstrekt onberispelike is.

Deutsche Kunst und Dekoration

uitgegeven door Alexander Koch, te Darmstadt.

- Onder de in de laatste tijd in Duitsland verschenen verluchte organen is, er geen, dat zich in zo groot een verspreiding verheugen mag als ‘Deutsche Kunsi und Dekoration’. Daarbij komt noch, dat dit tijdschrift ook een zeer merkbare invloed op de ontwikkeling van de moderne kunst en op de smaak van het ingewijde publiek uitoefent. Behalve aan de overvloedige, teknies en artiestiek even hoog staande illustrasies en de model-uitvoering ervan, is het haast voorbeeldeloos sukses van dit Darmstadter kunst-tijdschrift misschien vooral te danken aan het scherpafgetekend en oordeelkundig doorgedreven hervormingsprogram, dat de uitgever Koch overal en altijd vóór ogen heeft. Meer dan welk ander ook heeft het tot de enorme vlucht van toegepaste en dekoratieve kunst in Duitsland bijgedragen en zich, onder de leiding van de uitgever, tot een litereer middenpunt op dit kunstgebied ontwikkeld. Schier alle toongevende kuns-

[pagina 361]
[p. 361]



Met welwillende toestemming van de firma Schuster & Loeffler H. Vogeler. - Plaat bij het gedicht Ritter Ungestüm.

Met welwillende toestemming van de firma Schuster & Loeffler H. Vogeler. - Plaat bij het gedicht Ritter Ungestüm.


[pagina 362]
[p. 362]

tenaars van de moderne Duitse industriële kunst komen er in voor: Otto Eckmann en Frits Erler, Hans Christiansen, Melchior Lechter, Vogeler, Olbrich, de kunstenaarsgroepen te Wenen, Berlijn, Munchen, Karlsruhe en Dresden, de Darmstädter Kunst-Kolonie, door groothertog Ernst Lodewijk van Hessen gesticht, de Würtembergische Kunstgewerbe-Industrie, enz...

Deutsche Kunst und Dekoration bevat afbeeldingen van dekorasies, moderne meubelen, enz., uit de industrieel-artiestieke afdeling van de Parijzer wereldtentoonstelling, die van aard zijn, om ook overal elders dan binnen de Duitse grenzen belangstelling in te boezemen. Geen ander tijdschrift van dezelfde aard biedt een keuze van illustrasies aan, die meer geschikt zijn tot het geven van een overzicht van wat er hier en ginds geleverd wordt. Hierdoor kan men zich verklaren het hoge aanzien, waarin het ook buiten Duitsland gehouden wordt.

Rekening gehouden met de keurige uitvoering en de talrijke gekleurde afdrukken en kromotiepiese bijlagen, met de jaarliks meer dan achthonderd illustrasies, valt de abonnemetsprijs voor niet Duitse landen, 22 mark, vrij matig uit.

In deze aflevering reproduseren wij enige boekmerken, die voor het eerst in Deutsche Kunst und Dekoration verschenen.

Ver sacrum. Mittheilungen der Vereinigung bildender Künstler Oesterreichs. - 1900, nrs 6-22 - niet in de handel.

Noemen wij, onder het merkwaardigste, dat deze gehele reeks oplevert: in nr 7, gewijd aan Emil Orlik, een aantal reproduksies naar schilderijen en tekeningen van deze Prager kunstenaar met begeleidende tekst van Reiner Maria Rilke; in nr 8 een reeks binnenhuizen van Ernst Stöhr; in nr 9, eigenaardige kariekaturen van Charles Léandre met een lezenswaardig opstel daarover van K.E. Schmidt; in 10 een uiterst aantrekkelik stuk van V.S. over ‘Die Philosophie von Klimt und der Protest der Professoren,’ met platen naar Klimt, Nowak, Bernatzik, Hans Tichy, enz.; in nr 11 mooie dingen van Andri, Klimt, König en anderen; in nr 13 een prachtige ets en een gehele reeks boekillustrasies van Rudolf Jettmar; in nr 14 een studie van K.E. Schmidt over P.G. Jeanniot; in nr 16 een belangwekkend, met mooie platen versierd opstel van L. Hevesi over L. von Hoffmann; in nr 17 voortreffelike paardenstudies van P. Dupont; in nr 18 een interessante bijdrage over Wener schoorstenen, natuurlik met platen; in nr 20 allerlei tekeningen en ontwerpen van Alfred Roller; in nr 21 een nota over en een mooie keuze werken van Rudolf von Alt, en in nr 22 zeer vreemde, bijna inkoherente tekeningen van Marcus Behmer.

The Dome, published Unicorn Press, III. Cecil Court, Saint Martin's Lave, W.C.

In de twee laatste afleveringen 17 en 18 van het VIe deel, komen voor de lezers van ons kunsttijdschrift vooral in aanmerking, een reeks aantekeningen van Campbell Dodgson over Theuerdank met acht reproduksies van oorspronkelike platen uit dit beroemde werk; een studie van C.J. Holmes over Constable's ‘English Landscape Scenery’ met acht reproduksies van zogenoemde halftoonplaten naar werken van de meester, en een tiental bladzijden van W.B. Yeats over Symbolism in Modern Poetry. - Als zuivere belletrie te vermelden Ruby Martin's Diary van Oswald Sickert en Chrysoroas van Douglas Ainslie. - Een houtsnede van Robert Bryden, het portret van Robert Burns, mag niet onvermeld blijven.

Het VIIe deel bevat de drie nrs 19, 20 en 21. De illustrasie bestaat uitsluitend uit reproduksies van houtsneden uit vroeger en later tijd en uit allerlei scholen, o.a. van Ugo da Carpi naar Tiziano, van Domenico Compagnola, Verdizotti, Antonia da Trento (?) naar Parmigiano, Lutzelburger naar Holbein, Jan Lievens, Herman Goltzius, Alfred Rethel, Millet, William Blake, Edward Calvert, W.O.J. Nieuwenkamp, Monsell, Louise M. Glazier en Bryden. De tekst bevat onder meer The Bacchanal of Alexander, gedicht van L. Binyon, The Philosophy of Shel-

[pagina 363]
[p. 363]



Met welwillende toestemming en de firma Schuster & Loeffler.

T.T. Heine. - Plaat bij een gedicht van O.J. Bierbaum.

Met welwillende toestemming en de firma Schuster & Loeffler.
T.T. Heine. - Plaat bij een gedicht van O.J. Bierbaum.


[pagina 364]
[p. 364]

ley's Poetry, een belangwekkend essay van W.B. Yeats, The Accursed Cordonnier, novelle van Bernard Capes, Nachor, verzen van Douglas Ainslie en een Note on the Woodcuts van de uitgever.

De afleveringen Augustus, September, Oktober, November en Desember zijn tot nu toe noch niet in ons bezit.






Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken