De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 14
(1901)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–
[pagina 45]
| |
![]() | |
BoekbeoordelingenGa naar voetnoot(1)¶ Le Musée de Bruxelles - Tableaux anciens ✠ Notice, guide et catalogue, par A.J. Wauters, membre de la commission directrice du musée ✠ Bruxelles, P. Weissenbruch, 45, Rue du Poinçon, 1900 XXXVIII + 220 bl. ❧Ik kan niet zeggen hoe aangenaam, ik verrast werd door de verschijning van dit boek. Zolang al trachtte ik, - met zeker wel alle meer ontwikkelde bezoekers van het heerlike staatsmuzeum in onze hoofdstad, - naar het ogenblik, waarop - eindelik, eindelik, - een nieuwe, niet alleen tot op de dag van heden bijgewerkte, maar vooral en vooral herziene en verbeterde uitgaaf zou het licht zien van het bij zijn eerste verschijnen lang niet onverdienstelike kataloog van die verzameling. Eilaas.... Het scheen wel, alsof aan dat trachten nooit een eind zou komen, alsof het oude kataloog, - dat van de heer Ed. Fétis, - gedoemd was, om in de vorm, welke er in 1889 aan gegeven werd, voor alle eeuwigheid te... verstenen. Wat er, gedurende volle elf jaren, met bewust kataloog gebeurd is, levert het afdoende bewijs, dat geen kommissie ter wereld, hoe bevoegd en ijverig de leden mogen zijn, waaruit zij is samengesteld, - in staat is op zich te nemen én tot een goed einde te brengen een taak, die in de allereerste plaats eigen nauwgezet onderzoek en veelomvattende studie vergt. Zekere dingen, die, uit de aard van de zaak zelf, volstrekt onuitvoerbaar zijn zouden voor onderling samenwerkende personen, worden - zij het dan ook niet zonder inspanning en moeite, - in een betrekkelik kort tijdsbestek voltooid door een enkel persoon, die op de hoogte is. Een kommissie van twaalf, negen of zelfs maar zes personen, zou in geen zes, negen of zelfs twaalf jaren een kataloog klaar krijgen zoals die van de in Antwerpens muzeum voorhanden lichtdrukken naar Rubens. De geleerde Conservateur van het Plantijn-muzeum bracht dit duivelse werkje in weinige maanden kant en klaar. De heer A.-J. Wauters, die het op zich nam, het Catalogue du Musée de Bruxelles opnieuw uit te geven, stond waarlik vóor geen al te onschuldig vuurtje. Sedert 1889, toen de voorlaatste door Ed. Fétis bezorgde druk verscheen, werd de verzameling verrijkt met niet minder dan 77 nummers, zodat zij, in stede van 585, heden 662 nummers bevat. Doch, niet alleen van deze later aangekochte of geërfde, ook van een aanzienlik aantal reeds vroeger in het muzeum aanwezige werken, moest - en niet zonder gevaar.... voor vergissing - de auteur en de ware of altans waarschijnlike tijd van ontstaan vastgesteld worden. Vooral in de afdeling van onze eigen Nederlandse middeleeuwers ontbrak het niet aan verkeerde, soms geheel uit de lucht gegrepen attribusies. Het kwam er dus vooral op aan, het getal van deze laatste te herleiden tot het kleinst mogelike minimum, en voor goed af te breken met het stelsel van kort na 1830, volgens hetwelk het opschrift ‘onbekend’ zowat gelijk stond met een bekentenis van onwetendheid.... De ‘wetenschappelike twijfel’ - zonder welke geen heuse kunst of andere geschiedenis mogelik is, was de makers van de meeste oudere katalogen maar al te zeer vreemd. Het is, in mijn ogen, een voorname verdienste van de heer Wauters, dat hij er in geslaagd is, een aantal van de merkwaardigste gotieke schilderijen terug te schenken aan hun wezenlike scheppers, zo o.a. aan Memlinc de vroeger aan Bouts toegeschreven | |
[pagina 46]
| |
Met welwillende toestemming van de firma John Lane, London Charles Robinson, Illustrasie uit The Suitors of Aprille.
Marteldood van Sint Sebastiaan, - zo van Matsijs, nr 301, Mannenportret - en een twintigtal andere panelen van Bosch, van Kleef, Gossaert, Matsijs, Wolgemut, en andere. De volste goedkeuring verdient het ook, dat het kataloog, tot groot gemak van de bezoekers, voorlopig enige anoniemen-rubrieken invoert, zoals b.v. de Meester van het huis d'Oultremont, de Meester van Gustrow, enz. Zelfs zet de heer Wauters een geheel nieuwe onbekende vooruit, die van het huis Ribaucourt, en wel voor het vroeger aan van Dijck toegeschreven portret van een Vlaamse famielie, nr 605. Zoals het zulke uitgaven betaamt, bevat Wauters' kataloog, daargelaten voorrede en vermelding van bronnen, een geschiedkundige aantekening over ontstaan en ontwikkeling van de verzameling, een beschrijving van het muzeum-gebouw en een overzicht van de twaalf zalen, welke het omvat. De ongenoemden komen geheel achteraan, gerangschikt volgens nasjonalieteit. Zij beslaan een 40tal bladzijden. Een kronologiese lijst van al de in het muzeum vertegenwoordigde meesters en een table de concordance tussen het kataloog van 1889 en dat van nu, 1900, besluit, met een alfabeties index, het zeer welkome boek, waarmede ik de heer Wauters volgaarne geluk wens.
P.d.M. | |
[pagina 47]
| |
![]() Met welwillende toestemming van de firma John Lane, Londen P.J. Billinghurst, titelplaat van A Hundred Anectodes of Man
| |
¶ The suitors of Aprille, by Norman Garstin - Illustrated by Charles Robinson - John Lane, The Bodley Head. ❧London 1900 - 211 Bladzijden. Een sprookje, niets dan een sprookje, maar evenals die van Andersen, van Carmen Sylva en van enkele andere erkende meesters in het vak, boeiend evenzeer voor grote als voor kleine, voor uitgestudeerde als pas met de studie beginnende.... mensenkinderen. Wie de aanvang maar even gelezen heeft, voelt zich al dadelik meegesleept. | |
[pagina 48]
| |
Het is zo echt de trant van het goede, oude volksvertelsel; het proza is zo prettig van maat en gang en de woordenkeus is zo suggestief en doet zoveel wonderen verwachten.... ‘Once upon a time there lived and reigned a merry king who loved hunting and high feasting and deep drinking, so that the vaults beneath the palace held no other prisoners save those royal tuns whose blood had flowed from a hundred wine-presses, and ripened on a hundred hillsides through all his pleasant land...’ De inhoud wil ik niet navertellen. Sprookjes laten zich vertellen, niet navertellen, niet kort samenvatten. Verkorte sprookjes zijn verminkte sprookjes; het grootste deel van hun aantrekkelikheid zijn zij kwijt. Slechts over de stoffelike uitvoering van het boek noch een woord. Het omslag, in kleurendruk met goud, kon zeker schoner zijn; ook zijn de platen
Met welwillende toestemming van de firma John Lane. Londen P.J. Billinghurst, Nieuwjaarskaart.
niet alle van gelijke waarde. Edoch, al leverde Charles Robinson elders zeker veel volmaakter werk, toch bevat dit boek weer enige illustrasies, die ik in ieder opzicht voortreffelik durf noemen, en wel - benevens de meesterlike tietelplaat - welke in dit ons nummer wordt afgedrukt - die op bl. 15, 22, 47, 79, 147, 179, 197 en 203. Papier en karakters zijn, als van alle uitgaven van John Lane, zo keurig mogelik.
N.B. De Redaksie heeft tot haar leedwezen geen gelegenheid gevonden om, in dit nummer, een paar ex-librissen van de talentvolle Engelse illustrator Billinghurst te reproduseren. Als proeve van zijn trant worden hier echter een paar prenten medegedeeld: de titelplaat uit A hundred anecdotes of man en een Nieuwjaarskaart. |
|