De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 14
(1901)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–
[pagina 93]
| |
![]() | |
Johann Ludwig RunebergFähnrich Stahls Erzählüngen von J.L. Runeberg, Deutsch von Iolrad Eigenbrodt. Halle a. S. Max. Niemeyer, 1900.![]() HET zal niemand ontgaan, dat de Duitse vertaling van Runebergs vaderlandse gezangen verschijnt op een ogenblik van hachelik gevaar voor de Finse nasionalieteit. De dwingelandse maatregelen van den Tsaar aller Russen tegenover Finlands taal en zelfstandigheid hebben in West-Euorpa luide kreten van afkeuring doen oprijzen; Finlands zelfbeheer is te niet; Finse taal en beschaving worden met ondergang bedreigd door de kwellende druk van het panslavisme; de afvaardiging van de West-Europese landen, die de schone zending had ontvangen, het goede recht van Finland tot vóor de troon van de Tsaar te bepleiten, werd afgewezen. Het treffende woord van Dr Wolff, of de Tsaar zo rijk was, dat hij de liefde van het Finse volk kon ontberen, vermocht de vorst niet op zijn verderfelik besluit te doen terugkomen. Maar in Finland is het nasionaal gevoel opgevlamd in een bezieling, waarvan de West-Europese afgezanten, op hun doortocht door het land der duizend meren, een diepe en onuitwisbare indruk meebrachten. Indien het waarheid wordt, wat reeds zo dikwels werd voorspeld, dat de Russiese reus, als eens het tijdperk naakt van zijn verval, bestookt zal worden door de Polen, zal het dan niet eveneens blijken, dat het Fins nasionaal gevoel even wakker is gebleven, als het ons toegloeit uit deze zangen van Runeberg, waarin het Finse volk, als in een klare spiegel, het trouwe, loutere beeld van zijn innerlik wezen aanschouwt, waarvan de aanblik zijn vaderlandsliefde warm houdt, zijn moed ontbrandt en zijn kracht staalt? In Fähnrich Stahls Erzählungen bezingt Runeberg feiten en | |
[pagina 94]
| |
helden uit de Fins-Russiese oorlog van 1808/9, waardoor het grootvorstendom Finland, meer dan vijf eeuwen met Zweden verenigd, van dit land werd gescheiden en hij het land der Tsaren werd ingelijfd. Vroeger reeds had Finland ontelbare aanvallen van de Oostelike nabuur met geluk afgeslagen, maar moest toen eindelik, ondanks wonderen van dapperheid en opoffering, bezwijken onder de Russiese overmacht. De rij van vaderlandse helden, die zich in deze voor Finland tragiese oorlog onderscheidden, worden allen, van af de generaal tot de eenvoudige soldaat, in deze gezangen van Runeberg verheerlikt. De gruwelen van de krijg worden erin herdacht; de zedelike kracht, de landelike feestvreugde, de levenslust van het Finse volk worden erin bezongen. Door heel het werk gloeit een warme vaderlandsliefde, die deze gedichten, uiterlik los verbonden, in een onwrikbare eenheid samenvat. De grondtoon wordt reeds door de proloog aangegeven: Unser Land, unser Land, unser Vaterland!
Kling' laut, du teures Wort.
Es ragt kein Fels zum Himmelrand,
Es ruht kein Thal, es braust kein Strand
Geliebet mehr als unser Nord,
Die Vatererde dort.
Dies Land ist arm, und so es sei
Dem, der für Gold entbrannt.
Der Fremdling fahre stolz vorbei,
Doch dieses Land wir liebens treu;
Für uns mit Wald und Fels und Strand
Ists doch ein goldnes Land.
Runeberg is de grootste fieguur uit de Finse nasionale letterkunde, waarvan maar eerst spraak is sedert een vijftigtal jaren. De Finnen immers, die blanke Mongolen uit Europa, kregen sinds eeuwen hun geestelik voedsel van de Zweden, die, in de 13e en 14e eeuw, kruistochten ondernamen, om ze tot het kristendom te bekeren; met de Zweden gingen de Finnen in de 16e eeuw over tot het Lutheraans Kristendom. Onder de invloed der Zweedse beschaving werden de kuststeden en de hogere klassen van de Finse bevolking verzweedst, maar in het binnenland drong de vreemde invloed niet door. Finse taal en zeden bleven er onverbasterd bewaard, ja, het volk bleef er in de grond heiden, met een uiterlik vernis van kristen beschaving. Finland heeft verscheidene grote meesters aan de Zweedse letterkunde geleverd; de eigenlike Finse literatuur bleef tot op het begin van deze eeuw beperkt tot de bijbel, godsdienstige schriften en schoolboeken. Nadat Elias Lönnrot uit de mond van het volk gezangen, spreekwoorden en toverformule's had verzameld, en voor- | |
[pagina 95]
| |
namelik een epos, de Kalewale, waarvan de optekening een bepaalde oplossing gaf aan het Homeries vraagstuk, kon men eerst van een eigen Finse letterkunde gaan spreken, die toch de sporen zou blijven dragen van Zweeedse invloed, zoals licht in de werken van Juhani Iho en Runeberg is na te gaan. Johan Ludwig Runeberg werd te Jakobstad aan de Bothniese golf in 1804 uit ontwikkelde ouders geboren, studeerde te Helsingfors, en won toen reeds zijn bestaan met prievaatlessen. Later kreeg hij een betrekking van huisleraar in het binnenland, waar hij gelegenheid had, het Finse landvolk naar de natuur te bestuderen. Nadien werd hij docent in de Latijnse taal te Helsingfors en onderhield er levendige betrekkingen met de meest ontwikkelde mensen van zijn land. Na zijn huwelik stichtte hij het Helsingforser-Morgenblatt en werkte mee aan een zeer eigenaardig opgevatte school. Later werd hij aangesteld als professor aan het gymnasium te Börga aan de golf van Finland, waar hij tot zijn dood (1877) verbleef. Maar reeds van 1857 had hij zijn ambt neergelegd en wijdde zich uitsluitend aan zijn poëtiese scheppingen. De grondtrek van zijn karakter was een buitengewone liefde voor de natuur en het natuurleven. Dwalen door de onafzienbare, geheimnisvolle eenzaamheden van meren en wouden van zijn land, met zijn lange, donkere Winter en zijn korte maar heerlike Zomer; zeilen, jagen, vissen, dat was zijn leven. Komt van daar dat waas van oorspronkelikheid en frisheid, dat ons als een bos- en zeebries uit zijn werken toewaait? Slechts eenmaal verliet hij het land, om Zweden te bezoeken, waar men hem met eerbewijzen overlaadde. In 1863 trof hem een beroerte-aanval, die hem op het ziekbed gekluisterd hield. Doch zijn geest bleef fris, en zijn hart vond heul en troost in de liefderijke verpleging van zijn gade, in de werkzaamheid van zijn zeven bloeiende zoons, in de bewijzen van liefde en eerbied, die het Finse volk hem bracht. In 1877 ontsliep hij. Het was een rouwdag voor Finland. Runebergs grafheuvel werd begraven onder meiklokjes, zijn lievelingsbloemen. Op de schoonste plaats van Helsingfors verheft zich zijn bronzen standbeeld, gewrocht door zijn zoon Walter. Zijn huis werd door de Staat aangekocht; men bewaart het als een heiligdom. Zijn geboortedag wordt heel Finland door als een nasionale feestdag gevierd. Van Runeberg verscheen in 1831 Het Graf van Perrho, een indrukwekkende vertelling vol wilde kracht uit Finlands vroegere oorlogen, in vijfvoetige trocheën geschreven. Daarop volgden drie idyllen in hexameters: de Elandsjagers, een beeld uit het Finse boerenleven, een gewrocht, dat de dichter zelf als zijn beste en friste schepping beschouwde. Dan kwam Hannah, een zomer- en liefdesidylle, spelend op een landelike pastorij; het is het innigste, dat uit zijn pen is gevloeid. In 1841 verscheen Kerstmisavond, een winterbeeld | |
[pagina 96]
| |
vol diepe warmte en bijna dramatiese gevoelsspanning. Nadeschda (1841) is een romancen-cyclus van grote fijnheid, waarin de dichter voor de eerste maal de vadergrond verlaat, om Russies leven in zijn ruwe socieale tegenstellingen van uit een hoog humaan standpunt te beschouwen. De Zang van Koning Tjalar (1844), de Noorse Prometheus, is zijn machtigste werk, door de kracht van voorstelling, de pracht der ritmen en de diepte der gedachten. In 1848 kwam het eerste deel en in 1860 het tweede deel van Fähnrich Stahls Vertellingen. Van epiese scheppingen tot dramatiese is de overgang natuurlik; ook waren zijn laatste voortbrengselen toneelwerken. In 1862 verscheen het blijspel Kan niet en in 1863 De Koningen op Salamis, een treurspel van zeldzame schoonheid en verhevenheid. Runeberg zal vroeg of laat erkend worden als een prins van de wereldliteratuur. Zijn waarde berust enerzijds op de onvergankelike klassieke schoonheid van zijn scheppingen, anderzijds op de treffende waarheid, waarmee hij het wezen en leven van zijn volk en zijn land voorstelt, in de verblindende rijkdom van eigenaardige uitdrukkingsmiddelen in taal, ritmus en stijl, in het alomvattende van zijn gevoels- en opmerkingsvermogen, in zijn brede filosofie, waarin de blijvende ideën der Oudheid versmelten met de zachtere levensopvatting van het Kristendom. Niet alle die opgenoemde trekken kan men in Fähnrich Stahls Erzählungen aantreffen. Deze bezingen immers feiten, personen en omstandigheden, die een te lokaal karakter dragen, om algemene belangstelling in te boezemen. In Finland, ook in Zweden, zullen ze blijven leven. Het feit alleen, dat een werelddichter uit Finland is opgestaan, geeft het Fins volk recht op een eigen kultuurleven, dat het in feit reeds bezit,Ga naar voetnoot(1) en vestigt onze aandacht op de eigenaardige betekenis van het Fins geestesleven. Daartoe zal de vertaling van Eisenbrodt, volgens Finse zegslieden zeer getrouw, het hare kunnen bijdragen.
Dr P. Tack, te Mechelen. ![]() |
|