De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 14
(1901)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||||||||||
¶ Boekbeoordelingen ✠☘ Van de koele meren des doods door Frederik van Eeden, Amsterdam, W. Versluys ❧Dit boek is een zeer uitvoerige ziele-studie, eene ziele-ontleding, een ziele-desseksie. Een mens, een vrouw wordt bestudeerd in haar voelen en denken en dromen en verlangen, van kind-af, tot aan de dood. De schrijver heeft de glanzen van zijn miekroskoop op hun sterkste konsentrasie-punt gezet, en zijn instrumenten vlijmend gescherpt - en nu wordt het vrouw-wezentje gevolgd in zijn doeningetjes en zijne bewegingetjes door de stroom van het leven. Hij belicht het met translusiede stralen, die doordringen door het hele lijfje en bloot leggen wat daar binnen in dat zieltje gebeurt. Hij toont het ons aan, eenvoudig, natuurlik, zo als men de samenstelling van een bloem beschrijft - en past de delen in elkaar, en legt uit hoe ze uit elkaar voortgroeien en hoe het hele leven van die vrouw zich heeft aaneengeschakeld, hoe het geweven werd uit draden van verschillende kleur en stof, die ten slotte zich verwarden en dóórbraken.... We leven dat hele leven meê - kronologies, bijna dag vóór dag - ziende alleen die éne vrouwenfieguur, waaromheen vele andere verschijningen wentelen, vager, op het tweede plan. Aan éen stuk door blijft onze aandacht gevestigd op het evolueren van die éne ziel - voortdurend blijven wij geboeid door het interessante dat ons telkens getoond wordt, in de donkere plooien van dat vrouwelik gemoed. Ik geloof niet, dat er in onze Nederlandse literatuur een voorgaande bestaat van zó gespannen volgehouden ziele-studie, van zó teergevoelige observasie, van zó doordringende ontleding. De auteur bekommert zich om niets als om dat ene: presies aantonen hoe die vrouw was, in welk midden ze leefde, welke invloeden en omstandigheden op haar inwerkten - en hoe bijgevolg haar leven was. En geen ontkomen heeft zijne heldin gevonden voor zijn blik, geen schuilplaats voor zijn vorsend oog - tot op de bodem is hij doorgedrongen in haar wezen - de fijnste vezeltjes in haar ziel heeft hij geraakt - de zwakste trilling van haar zenuwen heeft hij waargenomen - en dat alles heeft hij opgetekend, aangetoond, helder en duidelik beschreven in zijn boek. Maar - hier komt het nu eigenlik maar pas op aan - in dat alles heeft hij méér getoond dan de verbazende ervaring van een anatomist, de handigheid van een chirurig - ja de helderziendheid van een psiekoloog. Met die toerusting alléen zou zijn boek nog niet geworden zijn wat het nu is. Iets méér was er noodig, dan wat studie en wetenschap geven kan, iets méér dan wat kan aangeleerd worden, - iets, zo'n ietsje dat eigenlik alles is: zijn heel grote en kostbare dichtergave. Waar vergrootglazen toch te zwak, en lancetten toch te bot zijn, waar kennis en Fingerfertigkeit toch te kort schieten - waar het hele Faustkafarnaum van onze positieve wetenschap toch een onbruikbare rommel blijkt te zijn - daar verheft zich zijn dichtergeest boven al het logge en lompe van de stof, en overziet, van uit ongekende hoogten - de vertens die verborgen blijven voor hen die dátgene missen, wat hij in zo ruime mate bezit. De misteries van de mensenziel zitten verholen en opgesloten, als in héel sterke en oninneembare kastelen. Stormrammen en kanonkogels slaan te pletter op de wanden van graniet. Maar de dichtergeest fladdert er binnen op vlinderwieken, en onthult de geheimen die de wereld niet kent. Waar het gebied van de wetenschap ten einde is - waar hare laatste hulpmiddelen zijn uitgeput - waar het logiese denken stuit op een blinde, brutale en eindeloze muur - dáár weet de dichter, de ziener alleen de uitweg, die leidt tot nieuwe en heerlike werelden. Als dichter, als kunstenaar in de hoogste en beste betekenis van het woord, | |||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||
heeft Frederik van Eeden zich hier geopenbaard. En dit niettegenstaande dat zijn boek niets heeft van een kunstig in-eengezet verhaal, zo helemaal vreemd blijft aan enige effekt-machinasie - en soms in de toon meer doet denken aan een wetenschappelik dan aan een zuiver letterkundig werk. Als wáár en eerlik kunstenaar is hij zo heel eenvoudig en ongekunsteld gebleven - zonder ander streven dan zich in oprechtheid te geven uit één stuk. ‘Het leven van een vrouw’, zegt hij zelf in het begin. Meer is het niet. Maar om dat leven zó te zien en zó te voelen, en zo onder woorden te brengen - wat moet men daarvoor zelf véél hebben ondervonden, zelf hebben opgedaan met uiterste teergevoeligheid, zelf hebben aangeraakt met de fijnste en subtielste voelhorentjes van de eigen artisten-ziel! In al die détails, in al die brokjes natuur die hij ons zien laat, in al die vergeten stemmingen die hij bij ons opwekt, vinden we de fijnbewerktuigde dichter weer - al voelden we ook niet het machttg deinen van zijnen geest door heel het tragiese boek. Telkens en telkens weer heb ik onder het lezen, hoe vreemd dit ook schijnen moge - gedacht aan Leonardo da Vinci. In die lijnen, die met bijtende scherpte een fiezionomie, een ziel, een karakter schetsen, in die vakken van licht en duister, die met zo doordringende juistheid de mensevormen typeren, samenvatten, ontleden - is iets, vaag misschien, dat herinnert aan van Eeden's manier van werken. - In beide vindt men de man van doordringende natuur-studie, die de banen der wetenschap heeft bewandeld, en die daardoor een degelike en vaste grondslag heeft gelegd voor zijn kunst - maar wie het daarbij, door hoge dichterlike begaafdheid, vergund was het materjaal waarover hij beschikte, te verwerken tot hoge scheppingen van kunst. Zo is ‘Van de Koele Meren des Doods’ een zeer zeldzame en kostbare aanwinst voor de Nederlandse literatuur.
P.B. Jr. | |||||||||||||||||||||||
¶ Fotogravuren naar Böcklin's werken ❧Nu, in een vorig nummer van ons tijdschrift, een uitvoerig opstel over de geniale Duitse meester het licht zag, zal het wellicht meer dan één lezer aangenaam zijn, te vernemen, dat de overigens sinds lang beroemde Photographische Union, te Munchen, - dezelfde, die voor De Vl. S. de in Ritter's studie opgenomen platen vervaardigde, een ruime keus van platen naar Böcklin's werken heeft uitgegeven. Van deze in ieder opzicht voortreffelike, ja, vast onberispelik uitgevoerde fotogravuren bestaan er afdruksels in folio-formaat, 37×50 cm. groot, op zogezegd faksimile-formaat, ongeveer 90×118 cm, en verder op imperiaal-formaat, 75×96 cm. Op Sjienees papier kosten de kleinere platen 5, de grotere 15, de grootste, die op faksimile-formaat dus, 30 Mark. Van een aantal nummers bestaan er ook noch afdruksels in onveranderlike koolfotografie, en wel op karton voor kopergravuren, 66×85 cm., à 15 M.. De verzameling à 5 Mark bestaat uit ongeveer 116 verschillende nummers. Het ligt niet in onze bedoeling, een aantal van deze platen te beschrijven. Voor degenen, echter, die zouden wensen zich enige van die prachtige weergaven aan te schaffen, willen wij hier de tietels van de - naar òns oordeel - allermooiste afschrijven. En zo vermelwij dan: Die Gefilde der Seligen, Heiliger Hain, Der Gang zum Bacchustempel, Jacht der Diana, Nymphe an der Quelle onder de aan de heidense Oudheid ontleende onderwerpen; Die Insel der Tolen, Die Insel des Lebens onder de wijsgerige stukken; Sommertag, Ein Frühlingstag, Herbstgedanken, Quell in der Felsschlucht, Villa am Meere onder de natuur-impressies; Frühlings-Einkehr, Kentaur in der Dorfschmiede, Tritonenfamilie, Kentaurenkampf, Schweigen im Walde, Fischender Pan, Meeresbrandung onder de fantazieën; Der Eremit, Der Gang nach Emaus, Magdalena's Trauer onder de godsdienstige taferelen; Der Abenteurer, Der Ueberfall, Gotenzug, Petrarca onder de historiese samenstellingen. Een afdruk van deze platen te bezitten, is voor elk man van smaak een waar genot. Br.. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||
¶ Galerie du Palais royal, gravée d'après les tableaux des différentes écoles qui la composent: avec un abrégé de la vie des peintres et une description historique de chaque tableau par Mr l'Abbé de Fontenai, dédiée a S.A.S. Monseigneur le duc d'Orléans, premier prince Du Sang, par J. Couché, graveur de son cabinet ☘ A Paris, Chez J. Couché, graveur, Rue St Hyacinthe, No 51, et J. Bouillard, graveur, Rue St Thomas du Louvre, No 23 ☘ M.DCC.LXXXVI ☘ Avec privilège du Roi ❧Het uit twee lijvige groot-foliodelen bestaande plaatwerk, waarvan ik de tietel hierboven volledig afschreef, bevat niet minder dan 281 etsen en gravurenGa naar voetnoot(1), waarvan vele van de voortreffelikste plaatsnijders uit de tweede helft van de xviiie eeuw. Zoals uit de tietel duidelik blijkt, werden deze platen vervaardigd, deels door J. Couché, deels onder zijn leiding; deels naar de taferelen zelf, deels naar opzettelik vervaardigde tekeningen. Daar de Galerie du Palais royal een van de rijkste en schoonste was, die ooit bestaan hebben, kwam het mij niet onbelangrijk voor, te onderzoeken, welke plaats de gewrochten van onze Vlaamse en Hollandse meesters er in besloegen. Om een klein denkbeeld te geven van de waarde van deze verzameling, stip ik in 't voorbijgaan aan, dat zij o a. bevatte: 28 stukken van Ann. Carracci, 15 van Guido Reni, 8 van Zampieri, 29 van Tiziano Vecellio, 9 van Albano, 6 van Palma Vecchio, 5 van Mezzola, een 18-tal van Paolo Veronese, 7 van Giorgione, 5 van Bassano, 4 van Schiavone, 6 van Ribeira, 5 van Barocci, 11 van Robusti, 11 van Sinibaldo Scorza, 3 schilderijen, 6 friezen en 5 kartons van Julio Romano, 6 van L. Carracci, 3 van Fra Bastiano del Piombo, 2 van Buonarotti, 12 van Poussin, verder noch werken van Rafaele Sanzio, Dell' Abato, Del Sarto, Velasquez, Le Lorrain, Allori, Mola, Watteau, enz.... Overtuigd, dat vele van mijn lezers - vooral degenen, die niet vreemd zijn aan de beoefening van onze nasjonale kunstgeschiedenis, in dit onderwerp zullen belang stellen, laat ik hier nu de lijst volgen van al de Nederlandse schilderijen, door abbé de Fontenai vermeld en beschreven, er telkens, met de onveranderde eigen woorden uit het oorspronkelike werk, bijvoegende, door wie de taferelen gegraveerd werden. Nu en dan schrijven wij ook een paar regels uit de soms wel eigenaardige beoordeling af. Op één enkel werk van Rembrandt, Portret d'un Bourgmestre, roepen wij vooral de aandacht in. * * * P. Breughel; 3 taferelen: 1. Concert de Chats, dessiné par B.L. Prevost, gravé par J. Couché. Koper, hoog 2 duim 6 l., breed 3 duim 6 l.. 2. Le grand Chemin, gravé par J.B. Racine. Koper, h. 1 voel 1 d., br. 1 v. 6 d.. ‘Ce Tableau est regardé par les connaisseurs comme un des plus beaux de ce Maître pour le grand effet et la finesse de la Touche.’ Het derde is beschreven noch genoemd. * * * Rubens (1577-1640); 8 schilderijen en 12 schetsen:
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||
* * *
A. van Dijck; het werk vermeldt niet, hoevele van Dijks de Galerij bevatte. Gegraveerd zijn:
* * *
Fluwelen Breughel; 6 schilderijen: La Tonte des Moutons, peint par J. Breughel, gravé à l'Eau-forte par J. Couché, terminé par F. Dequevauviller. Doek, hoog 3 voet 5 duim, breed 4 voet 6 duim. Een aardige aantekening: ‘Sa mort est ignorée par les Écrivains Flamands. Félibien croit qu'il est mort en 1642, âgé de 67 ans.’ 2. Le Chariot, dessiné par Mancest, gravé par F. Dequevauviller. Hout, rond, 8 d. doorsnede. ‘On ne peut point voir un Tableau plus précieux de ce Maître: il est harmonieux, d'un grand fini, et d'un effet des plus piquants’ (aantek. van L'Épine. De 4 andere worden zelfs niet bij name vermeld.
* * *
Martin de Vos (1520-1604); 2 schilderijen: 1. Pan et Syrinx, peint par Martin de Vos, dessiné par Borel, gravé par C.N. Varin de l'Académie Royale de Caen | |||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||
etc.. Doek, hoog 6 voet 4 duim, breed 9 voet 10 duim. ‘Monseigneur le Duc d'Orléans possède deux Tableaux de ce Maître.’ Een werk, dat Marten de Vos - indien het werkelik van hem is - van een geheel nieuwe zijde zou doen kennen. ‘La touche large et facile, ainsi que la couleur, tiennent de la maniére de Rubens dont Martin de Vos avait souvent copié les ouvrages.’ 2. Les Fleuves, peint par Martin de Vos, dessiné par Borel, gravé par Delongueille. Doek, h. 6 v. 11 d., b. 8 v. 8 d..
* * *
Rembrandt (1606-1674); zes tafereelen: 1 en 2. Flamand et Flamande, peint par Rembrant Vanryn, gravé par Ingouf et Voyer.Ga naar voetnoot(1) Vroeger in het Palais Royal, heden - d.w.z. op het ogenblik, dat het werk verscheen, au Rinoy, où feu Monseigneur le Duc d'Orléans les fit transporter avec les meilleurs Tableaux de l'École Flamande. Hout, hoog 23 duim, breed 16 duim, 16 lijnen. 3. La Veillée hollandaise, peint par Rembrant Van Ryn, dessiné par Martini, gravé par Carl Guttenberg. Hout, hoog 1 voet 10 duim, breed 2 voet 4 duim. De gravuur is wonderschoon. 4. Saint François peint par Rembrant Van-Ryn, dessiné par Vandenberg, gravé par H. Guttenberg. Hout, hoog 1 voet 10 duim, breed 1 voet 7 duim. 5. Le Moulin, peint par Rembrant Van Rin, dessiné et gravé à l'Eau-forte par Mathieu et terminé par F. Dequevauviller. Doek, h. 2 v. 8 d. br. 3 v. 2 d.. 6. Portrait d'un Bourgmestre, peint par Rembrant Van Ryn, commencé par Malbeste, terminé par H. Guttemberg. Doek, h. 4 v. 5 d. br. 3 v. 4 d. ‘La fierté de touche, la finesse d'expression, la fraîcheur de coloris, la magie du clair-obscur, rien n'est à désirer dans ce superbe Tableau qui passe pour un des chef-d'oeuvres de Rembrant’. Het stuk is getekend R B in de rechter hoek, beneden. Deze ‘burgemeester’ is wel degelik die uit het mooie stuk, Nr 705, in het Antwerps Muzeum. Achter de rug van de man, ongeveer op halve hoogte van het doek, rechts, naast het raam, ziet men op de plaat iets als drie zware houten beschotten - vrij raadselachtig. Zoals men weet, werd het tafereel, dat het Antwerps Muzeum destijds, in 1886, van de heer Bourgeois, te Parijs, voor 200.000 fr. overnam, door deze laatste aangekocht bij lord Dudley Ward, die het geërfd had van lord Ward, aan welke het was afgestaan door Mr. Woodburn. Deze had er in 1848 400 guiajes voor gegeven aan Mr Farrer, die het zelf voor 850 £ had aangekocht van Mr. Marland, welke het, in 1795, voor 300 guinjes, uit de verzameling d'Orléans verkregen had. Minder algemeen is het bekend, dat de voorgestelde persoon de predikant Eleazer Swalmius is en niet de eerste de beste burgemeester of Sylvius. Raadselachtig is het, dat het Antwerps stuk in de bovenhoek getekend is en wel als volgt: Rembrandt F. 1637.
* * *
D. Teniers (1610-1694), 6 stuks: 1. Le Chimiste, peint par David Teniers, gravé à l'Eau-forte par Michon, terminé par Lorieux Hout, h. 1 v. 8 d., br. 1 v. 11 d.. 2. La Guitare, dessiné par Vandenberg, gravé par De Launay, le Jeune. Hout, h. 9 d., br. 7 d.. 3. Le Vieillard, gravé à l'Eau-forte par Michon, terminé par H. Guttemberg. Doek, h. 1 v. 2 d., 6 lijnen, br. 1 v. 8 d. 6 lijnen. 4. Des Joueurs, peint par David Teniers, dessiné par Grangeret, gravé par Gareau. Hout, h. 1 v. 9 d., b. 2 v. 8 d.. 5. La Gazette, peint par David Teniers, gravé par N. Varin. Hout, h. 1 v. 6 d., br. 1 v. 11 d.. ‘Une Tabagie dans laquelle on voit plusieurs fumeurs assis près du feu; un jeune homme entre et leur apporte la Gazette. Dans une arrière-chambre sont des Buveurs à Table, une femme du dehors passe sa tête par une lucarne pour les regarder.’ 6. L'Estaminet, peint par David Teniers, gravé par R. De Launay. Doek, h. 1 v. 5 d., br. 1 v. 10 d..
* * | |||||||||||||||||||||||
[pagina *89]
| |||||||||||||||||||||||
![]() IN 'T LAND VAN DE MONNIKEN.
naar de pentekening van A. Delaunois | |||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||
Dow; - van hem zijn gereproduseerd: 1. La Vieille à la Lampe, peint par Gérard Douw, dessiné et gravé par J.J.J. Huber, à Paris. Hout, hoog 1 voet, breed 9 duim. 2. L'Hollandaise sur son Stoeb (sic), peint par Gérard Douw, gravé par J. Couché. Hout, h. 1 v. 2 d., br. 11 d..
* * *
Frans van Mieris (1635-1681); 3 stuks: 1. Le Chimiste, peint par F.V. Mieris, gravé par Carl Guttenberg. Hout, h. 1 v. 6 d., br. 1 v. 1 d.. 2. Les Bacchantes, gravé par Bovinet. Koper, h. 10 d. 6 l., br. 8 d. 6 l.. Het derde is niet beschreven.
* * *
Paul Potter (1625-1654); één tafereel: Chasse au Cerf, gravé par Ovide Michel. Doek, h. 2 v. 8 d., br. 3 v. 2 d..
* * *
F. de Moucheron (1633-1686); één stuk: La Chute d'Eau, dessiné par Mancest, gravé par J.B. Racine. Doek, 1 voet 9 duim, breed 2 v. 9 d.
* * *
Abr. Bloemaert (1567-1647); één stuk; St Jean prêchant dans le Désert, peint par Abraham Bloemaert, dessiné par Borel, gravé par Henri Guttemberg. Hout, h. 14 d., br. 1 v. 7 d..
* * *
F. Pourbus (1570-1622); één stuk: Henri Quatre, peint par François Porbuse, 1610, gravé par P. Alex. Tardieu, 1788. Hout, h. 14 d., br. 9 d..
* * *
Netscher (1636-1684); zeven stuks: Portrait de Gaspard Netscher, peint par Netscher, dessiné par Beaudoin, gravé par J.S. Klauber, graveur du Roi. Hout, hoog 1 voet 4 duim, breed 1 v.. Zeer merkwaardige gravuur. 2. Les Bohémiennes, dessiné par Duplessis Bertaux, gravé par L.M. Halbou. Doek, hoog 1 v. 10 d., breed 1 v. 6 d.. 3. Le Repos, peint par Gaspard Netscher, dessiné par Beaudoin, gravé par C.E. Gaucher. Doek, h. 2 v. 2 d. 6 lijn, br. 1 v. 9 d.. Een naakte vrouw, van achter gezien, ingeslapen op een bed met hoge troonhemel op zuilen. 4. Offrande à Vénus, dessiné par Borel, gravé par N. Le Mire. Doek, h. 1 v. 6 d., breed 1 v. 2d.. 5. La Maîtresse d'École, gravé par R. De Launay. Hout, h. 1 v. 4 d., br. 1 v. 1 d. 6. L'Oiseau, gravé par Romanet. Hout, h. 9 d. 6 l., br. 7 d.. 7. Agar, peint par Gaspare Netscher, gravé à l'Eau-forte et terminé au Burin par Louis Michel Halbou. Doek, h. 1 v. 10 d., br. 1 v. 6 d..
* * *
Van Mol (1580-1660); één stuk: Danse Flamande, peint par Pierre Van Mol, dessiné par L. Baudouin, gravé par Carl. Guttenberg. Hout, h. 1 v. 2 d., br. 1 v. 7 d. De nota, die als geboortejaar 1580 en als overlijdensjaar 1660 opgeeft, vermeldt: ‘Il mourut âgé de 70 ans’.
* * *
Poelenburg (1586-1660); 6 schild.: 1. Les Nymphes au Bain, peint par Corneille Poelenbourg, dessiné et gravé à l'eau-forte par J. Couché, terminé par Lorieux. Doek, - hoogte en breedte onvermeld. Nota: ‘On voit six Tableaux de ce Maître dans la Galerie du Palais Royal.’ 2. Céphale et Procris, dessiné par B.L. Prevost, gravé par Dambrun. Koper, hoog 10-, breed 14 duim. 3. Les Nymphes et les Faunes, peint par Corneille Poelenburg, gravé par J. Couché. Hout, h. 1 v. 3 d., br. 2 v. 4. Les Vaches, gravé par Ovide Michel. Koper, h. 1 v. 3 d., br. 1 v. 9 d.. De twee andere blijven onvermeld.
* * * Van der Neer (1643-1703); één werk: Retour des Bestiaux, peint par Van der Neer, dessiné par B.L. Prevost, gravé par J. Couché. Doek, h. 23 d. 4 l., br. 22 d. 6 l.. * * *
Ph. Wouwermans (1620-1668); 4 schilderijen: 1. Retour de Chasse, peint par Philippe Wouwermans, dessiné par Gareau, gravé par F. Dequevauvillers. Hout, h. 1 v. 6 d., br. 2 v.. 2. La Curée, peint par Philippe Wouwermans, gravé par J. Couché. Hout, h. 2 v., br. 1 v. 6 d.. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||
Biezonder mooi van samenstelling. 3. Départ pour la Chasse, dessiné par Mancet, gravé par F. Dequevauvillers. Hout, h. 1 v. 6 d., br. 2 v.. Wellicht noch gelukkiger van kompoziesie dan het vorige, 4. La Chasseau Vol, gravé par J. Couché. Hout, h. 1 v. 6., br. 2 v..
* * *
Brill (1554-1626); 5 stuks: 1. Les Chèvres, peint par P. Brill, dessiné par par Mancest, gravé par F. Dequevauviller. Doek, h. 1 v. 9 d., br. 2 v. 4 d.. 2. Repos en Egypte, peint par Paul Brill, gravé à l'eau-forte par Pillement, et terminè au Burin par J. Couché. Koper, h. 7 d., br. 9 d.. Een roerend-naïeve, werkelik in-Hollandse voorstelling van het onderwerp. 3. La Chasse au Canard, gravé par J. Couché. Doek, h. 1 v. 7 d., br. 2. v. 3 d. ‘Tous les détails de ce Tableau sont on ne peut plus intéressans; le Feuillé, la Touche, l'effet et le grand style tout justifie la haute Réputation de Paul Bril dans ce genre.’ 4. Les Nymphes et les Satyres, gravé par Pillement. Doek, h. 3 v. 10 d., br. 2 v. 6 d.. Het vijfde schilderij vermeldt het werk niet. * * * Weenix (1621-1660); één stuk, maar zeer merkwaardig: La Gaieté bachique, peint par J.B. Wéeninx, déssiné par Borel, gravé par J.L. Delignon. Hout, h. 1 v. 9 d., br. 2 v. 3 d.. ‘Une Touche ferme, une couleur vraie jointes au fin le plus précieux, font regarder ce Tableau comme un des bons de ce Maître.’ * * *
B. Breenberg (± 1620-1660); 4 stuks: 1. Les Ruines, peint par B. Bréenberg, dessiné par Mancest, gravé par C.N. Varin. Koper, h. 10 d., br. 1 v. 2 d.. 2. Les Bergers, dessiné par Mancest, gravé par J.B. Racine. Koper, h. 11 d., br. 1 v. 5 d.. 2. Les Rochers, dessiné par Mancest, gravé à l'Eau-forte par Pillement, fils, et terminé par Liénard. Koper, rond, 8 d. doorsneê.. 4. La Tour, gravé par J.B. Racine. Koper, rond, 8 d. doorsneê. * * *
Jan Miel (1599-1664); 3 stuks: 1. La Danse, peint par Jean Miel, dessiné par Grangeret, gravé par Gareau. Doek h. 2 v. 1 d., br. 1 v. 5 d.. ‘Ce maitre a gravé à l'Eau-forte beaucoup de Morceaux qui sont très recherchés par les Amateurs.’ 2. L'Abreuvoir, dessiné par Borel, gravé par Lorieux. Doek, h. 1 v. 5 d., br. 2 v. 1 d.. 3. La Vendange, dessiné par Borel, gravé par J. Couché Doek h. 1 v. 11 d., br. 2 v. 7 d.. * * * Adriaan van der Werf (1659-1727); 3 stuks: 1. La Vendeuse de Marée, peint par Adrien Vander Werf, gravé par De Launay, le Jeune Hout, h. 9 d. 6 l., br. 7 d.. 2. Le Vendeur d'OEufs, peint par Adrien Vander-Werf, dessiné par B.L. Prevost, gravé par De Launay, le Jeune. Hout, h. 9 d. 6 l., br. 7 d. 6 l.. 3. Le Jugement de Paris, gravé par Blot. Hout, h. 1 v. 5 d., b. 1 v..
* * *
Herman Swanevelt: Les Bergers, gravé par Ovide Michel. Koper, h. 1 v. 1 d., br. 1 v. 5 d.. * * *
Godfried Schalcken (1643-?); twee werken: La Bague, commencé par Mondet et terminé par Viel. Hout, h. 13 d., br. 11 d.. Het andere is niet gegraveerd in het werk. * * *
Th. Rombouts (1597-1640 of 1637); twee taferelen: Assemblée des Dieux, dessiné par Borel, gravé par De Longueil, graveur du Roi. Doek, h. 3 v., br. 4 v. 6 d.. 2. Le Serment d'Annibal, dessiné par Borel, gravé par Godefroy. Doek, h. 3 v., br. 4 v. 6 d.. * * *
Jan Bol (1435-1583); één werk: Fuite en Egypte, gravé par J. Couché. Koper, h. 1 v. 6 d., br. 2 v..
* * *
J. Griffier (1656-?); twee nummers: 1. La Rivière peint par J. Griffier, dessiné par Mancest, gravé par Liénard. Hout, h. 5 d. 6 l., br, 6 d. 6 l.. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||
2. Les deux Montagnes, dessiné par Mancest, gravé par Liénard. Hout, h. 5 d. 6 l., br. 6 d. 6 l.. Een zeer schilderachtig landschap, blijkbaar aan de Rijn.
* * *
Adriaan Stalben (1580-?); één werk: La Pêche, peint par Adrien Stalben, gravé par F. Dequevauvillers. Koper, ovaal, h. 8 d, br. 10 d..
* * *
P. de Laer (1613-1673), dit Bamboche; twee stuks: Les Sbires, peint par P. De Laer, dessiné par Rosemberg, gravé par Pillement, fils. Doek, h. 1 v. 11 d., br. 1 v. 6 d.. 2. Les Enfants, dessiné par B.L. Prévost, gravé par Garcau. Doek, h. 1 v. 11 d., br. 1 v. 6 d.. ‘La variété, le bon ton de couleur, et l'effet le plus piquant font le mérite de ce Tableau qui représente des Enfans se battant á coups de Pierre, au milieu des Ruines et de débris d'Architecture.’ Noch te vermelden: Valentin, école françoise: La Musique, een stuk, dat niet zonder verwantschap is, vooral naar het onderwerp, met de zogezegde Valentin (Kaartspelers) uit het Antwerps Muzeum. P.d.M.. ![]() |
|