¶ Tijdschriften ✠
¶ Handzeichnungen alter Meister aus der Albertina und anderen Sammlungen, herausgegeben von Jos. Schonbrunner und Dr Jos. Meder. - Wien, Gerlach & Schenk Verlag für Kunst und Kunstgewerbe (12 afleveveringen per jaar à mk. 3 ❧
Van deze heerlike uitgave is weer een jaargang (de Ve) volledig. We zijn gelukkig het vele goede, dat we er herhaaldelik van zegden, met klem te kunnen herhalen. Geen andere uitgave kan de vergelijking met de ‘Handzeichnungen’ doorstaan, wat betreft getrouwheid van weergave en scherpte van afdruk. Op het grote formaat (29 × 39 ½ cm.) worden de tekeningen meestal maar weinig verkleind en dikwels op oorspronkelike grootte weergegeven, zodat geen lijntje, geen tintje, ja geen vlekje of scheurtje in het papier, verloren gaat. Voor de afdruk worden, al naar het model het meebrengt, twee, drie of nog groter aantal kleuren gebruikt, die de illusie van het oorspronkelike soms inderdaad verrassend maken.
In zulke onberispelike uitvoering nu, wordt ons een keus geleverd uit het beste werk van oude meesters. Vooral in de schat der Albertina te Weenen, wordt geput - maar ook de andere grote Europese verzamelingen leveren stof voor deze uitgave.
In de voorliggende band komt, tot ons groot genoegen, weer de ereplaats toe aan de nooit volprezen meester van de tekenstift, Albrecht Dürer, met niet min dan 24 tekeningen, meest met zijn bekende en onovertroffen vastheid van lijn op het papier getrokken. Zijn natuurstudies, b.v. zijn Patrijsje en Roerdomp en niet minder zijn Plantenstudies zijn verbazend van juistheid, van ‘gevoeldheid’; in zijn dekoralieve ontwerpen, o.a. zijn ruiters voor de Triomfwagen en stukken voor een harnas toont hij ons weer zijn overvloeiende fantasie en zijn hoge begrip van het sieraad; in al zijn schetsen overigens, tot in de minste krabbels vinden we de geest van de kunstenaar weer, die een van de allerhoogsten is geweest.
De Duitse School is verder noch zeer degelik vertegenwoordigd, o.a. door twee mooie portretten in kleur van Hans Sebald Beham en éen van Lukas Kranach, een dol heksentoneel van Hans Baldung Grien (een variante van de in deze jrg. van De Vl. Sch. gereproduseerde houtsnede) en tal van niet minder eigenaardige stukken van andere hoogduitse meesters.
Onder de Vlamingen en Hollanders vooral te vermelden een reeks krabbels in O.I. inkt van Rembrandt, enkele merkwaardige portret-studies van Rubens, en een paar curieuse staaltjes van onbekende, Vlaamse primitieven.
Ook van de Italianen enkele uitstekende stukken. Vooral enige zeer levendige en zeer scherp geziene koppen van da Vinci. De onbeduidendheid van een paar staaltjes Franse kunst (Boucher, Greuze, enz.) is echter deerniswaardig. Die dingen zijn, naast hoger gemelde meesters, haast niet te bezien. Dit belet echter niet dat, in zijn geheel, deze jaargang de zeer waardige voortzetting blijft van zijn voorgangers - en er de belofte voor nog heel wat moois, in de toekomst uitgesproken wordt.
Al wie zich, met eenige ernst, op de studie der kunstgeschiedenis wil toeleggen, zal in deze verzameling een niet genoeg te waarderen hulpmiddel vinden. De reproduksie van schilderijen geeft, zelfs in de beste voorwaarden, slechts een ten halve bruikbaar resultaat; het weergeven van de volle kleurengamma van een schilderij behoort tot heden nog niet tot het gebied der praktijk. Maar tekeningen, waarvan de kleurharmonie zelden ingewikkeld is, en die gewoonlik niet sterk moeten verkleind worden, kunnen - en deze uitgave bewijst het - met alle mogelike scherpte worden weergegeven, en op die manier dienen tot degelik en betrouwbaar studiemateriaal.
Geen volledige en voltooide schilderijen bieden overigens zo ruim gelegenheid om door te dringen in het innerlike, het intieme van een kunstenaar, als zijn bescheiden tekeningen. Hier geeft hij zich meer zoals hij is, in groter oprechtheid en naieveteit. Waar hij in zijn schilderijen meer tot ons spreekt als een redenaar tot het grote publiek, keu-