Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
West-Vlaanderen. Jaargang 4 (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van West-Vlaanderen. Jaargang 4
Afbeelding van West-Vlaanderen. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van West-Vlaanderen. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (32.30 MB)

Scans (438.75 MB)

ebook (39.01 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

West-Vlaanderen. Jaargang 4

(1955)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Kunstactualiteiten

Kon. Vlaamse academie voor taal- & letterkunde

Prijsvragen voor het jaar 1956

Gevraagd worden:

1.Een historisch-kritische studie over het verschijnsel der klankexpressie in de poëzie van tachtig.
2.Een studie over de Mechelse rederijkkamers en hun verband met de plaatselijke feestelijkheden en folklore.
3.Een klankleer van het dialect van Geraardsbergen met een geografisch onderzoek van de omgeving (ongeveer 20 plaatsen).
4.Een bijdrage tot de historische en taalkundige studie van de Gentse straatnamen.
5.Een studie over de oude en moderne plaatsnamen der gemeente Kontich.

Datum van inzending: 10 December 1955. Bedrag van elke prijs: 10.000 fr.

Voor alle verdere inlichtingen raadplege men het reglement der prijsvragen, ter Academie verkrijgbaar.

Secretariaat: Koningstraat 18, Gent. Telef. (091) 2527.74.

Het XXIste koninklijk landjuweel

OP 19 december 1954 greep te Brugge, na de opvoering van Uilenspiegel (G. Weissenborn) door de Vrije Camere vander Rhetorycken der Weerde drie Santinnen, de proclamatie plaats van de uitslag van dit tornooi. Op het podium hadden plaats genomen: gouverneur Ridder van Outryve d'Ydewalle, Ridder V. Van Hoestenberghe, burgemeester, de juryleden - met uitzondering van dhr Lode Lagasse - o.a. Dr Van Overbeke, Fernand De Smedt, Leo Mantiers, Paul Rock en Dr Paul Van Aerden. Verder Ir August De Raedt, prince van De drie Santinnen, Firmin Raes, eredeken en bezieler van dit zo schitterend geslaagd Landjuweel en Cyriel De Laere, hoofdman van de inrichtende Rederijkerskamer evenals de voorzitters van de deelnemende toneelverenigingen.

Het was Dr Van Overbeke, uit Gent, die na het dankwoord van Cyriel De Laere overging tot de bekendmaking van de uitslag, welke als volgt luidt:

1.Wint het Landjuweel: toneelkring Kunstverbond van Turnhout met De Fluwelen Handschoen (Rosemary Casey) met 95 punten.
2.Thalia, uit Houthalen, met De derde Dag (Ladislaus Fodor) met 89 p.
3.Van Crombrugghe-Genootschap, uit Gent, met Ik ben hier vroeger nog geweest (J.B. Priestley) met 84 punten.
4.Kon. Toneelkring De Broedermin, uit Antwerpen, met Candida (G. Shaw) met 78 p.
5.Ex-aequo: Kon. Van Neste Genootschap, uit Oostende, met Het hoogste Offer (A. Cronin) en ‘De Reynaertghesellen’, uit Leuven, met De Reiziger van Forceloup, ieder 75 punten.

Christelijke Westeuropese werkgemeenschap

TIJDENS de laatste maanden heeft de centrale van de CWW gepoogd zowel auteurs, musici als plastische kunstenaars persoonlijk te bereiken.

In ons land, in Nederland en in Duitsland bestaan secretariaten van de CWW.

[pagina 46]
[p. 46]

Deze drie leenden zich het eerst tot een samenwerking, gezien de hoge mogelijkheden in het wederzijds taalgebied.

Nederland

In de centrale der CWW vertegenwoordigt Johan Van Os Nederland met secretariaat in Leeuwen-Boven (Gld). Zijn plaatsvervanger wordt Frans Babylon. Deze landelijke groep heeft twee werkkringen opgenomen nl. Euraf (centrum voor Afrikaans-Europese communicatie dat zich ten doel stelt een bijdrage te leveren tot het scheppen van geestelijke gemeenschap met de Afrikaanse mens en tot creatieve ontsluiting van Afrika in vrije samenwerking met Europa. Dit instituut ontstond in samenwerking met de Nederlandse provincie der Missionarissen van Marianhill) en Instituut Industria, (dat de industrieel-technische waarden in onze beschaving wil creatief maken. Bijgevolg stichtte de CWW Holland een atelier voor Reclame en Kunstambacht).

In samenwerking met de centrale der CWW (Torhout) voorziet de Nederlandse afgevaardigde bijzondere bibliophiele uitgaven. Verder is er een algemeen lectoraat dat publicaties leest en beoordeelt uit alle Westeuropese landen. Op dit ogenblik organiseert het in het buitenland een paar tentoonstellingen van plastische kunstenaars. Het heeft zelfs een eigen, zeer gekend poppentheater. De Vlerk. Op dit ogenblik wordt er met de Stichting Het Geldersch landschap onderhandeld over de ingebruikneming van een landhuis in de Gelderse Achterhoek als algemeen werkcentrum.

De Nederlandse afgevaardigde stelde ook verscheidene werken van landgenoten voor ter vertaling.

Duitsland

Voor de ingewijden en ook voor de andere Vlaamse auteurs zal het gewis interessant zijn te vernemen dat het Flämisches Lektorat (Bonn) zijn werking ingeschakeld heeft in de CWW Duitsland. De afgevaardigde aldaar wordt de gekende vriend van Vlaanderen Georg Hermanowski en wordt in zijn zo vruchtbare rol bijgestaan door de Nederlandse priester-dichter Jowan de Kever. Van af 1 Januari 1955 wordt om de maand een Vlaams boek in het Duits vertaald. In datzelfde jaar verschijnen drie romans van Westvlamingen! Twintig boeken van onze auteurs werden zo even aan grote Duitse uitgevers voorgelegd. Herinneren we er aan dat het schone, opgeruimd christelijk boek een grote kans heeft in dit land. Belangrijke successen waren aldaar tijdens de laatste tijd Iseland, Iseland van Fred Germonprez en De Staart van Satan van Cor Ria Leeman.

De CWW Duitsland zorgde er ook voor dat meerdere uitgevers voorname opties verleenden aan de afdeling lectoraat van de CWW centrale te Torhout. Onder impuls van Hermanowski worden op dit ogenblik ook exposities van Nederlanders en Vlamingen doorgedreven. In het tijdschrift Begegnung (Keulen) stelt de afgevaardigde op geregelde tijdstippen Vlaamse kunstenaars voor.

Vlaanderen

De Werkgemeenschap in ons land? Einde Maart wordt een grote boekententoonstelling voorzien, waarin alle werken worden opgenomen van levende, medewerkende auteurs. Een oratorium wordt voorbereid, waarvan de tekst in twee talen verschijnt. Het CWW secretariaat stelde ook aan Franse uitgevers Vlaamse werken voor, terwijl het zelf achttien Duitse werken voor een mogelijke optie uitkoos. Voor auteurs, die gaarne zouden vertalen, vragen wij dat ze zich zouden wenden tot het adres: Stationplein, 24, Torhout. In samenwerking met de afdeling Nederland worden enkele exposities van schilder- en beeldhouwwerken gepland. De afgevaardigde Medard Verleye heeft als plaatsvervanger een medewerker uit de provincie Antwerpen.

Op 26 november hielden de landelijke afgevaardigden van de CWW een werk-

[pagina 47]
[p. 47]

zitting, waarbij besloten werd onze afgevaardigde de centrale der Christelijke Westeuropese Werkgemeenschap toe te vertrouwen. Eveneens werd dan Paul Vanderschaeghe, licenciaat in de Germaanec talen en lid van ons CVKV, aangesteld als secretaris van de Christelijke Westeuropese Werkgemeenschap. Aan hem werd ook de redactie toevertrouwd van het berichtenblad der CWW, Europa, dat in januari 1955 verschijnt.

Andere landen

Op verzoek van de centrale werd dadelijk onderhandeld met de Engelse en Franse afgevaardigden. Op dit ogenblik neemt Medard Verleye contact met een groep uit Aldington (Kent). De Nederlandse afgevaardigden helpen mede bij de bespreking met de Franse medewerkers.

Tot uitbreiding van de CWW wordt ook verbinding genomen met Deense, Noorse en Zuidslavische kringen. Besprekingen zijn eveneens aan gang met kringen van Hongaarse en Russische artisten.

De boekententoonstelling in Maart zou de omlijsting vormen van een grote ontmoeting van alle landelijke afgevaardigden en de medewerkers uit ons taalgebied. Momenteel heeft de centrale der CWW een vast programma voorgelegd.

Een prachtige uitgave

DE belangstelling voor de toegepaste kunsten is tijdens de jongste jaren aanzienlijk toegenomen in nagenoeg alle landen. Bijna alle tijdschriften brengen te gelegener tijd bijdragen, waarin het licht wordt geworpen op minder bekende vormen van toegepaste kunst en ook tentoonstellingen laten de kijkers meer proeven van al het mooie dat onze kunstenaars en ambachtslui presteren. De expositie ‘Industrial Design’, die vorig jaar te Oostende, Gent en Luik werd ingericht was nu wel niet over heel de lijn een succes, dat wil zeggen er waren ook werken tentoongesteld, die absoluut met kunst ook in de zeer ruime zin, niets te maken hadden. Maar die tentoonstelling, zoals zovele andere trouwens, kende toch een belangstelling, die zeker voor een tiental jaren niet bestond. Ook in West-Vlaanderen werd reeds herhaaldelijk gewezen op de ruime mogelijkheden die onze artisten hebben ontdekt. Er zal trouwens in deze jaargang nog op teruggekomen worden.

Het ‘Comité voor kunstambachten en kunstnijverheid’ heeft in onze provincie reeds een goede naam. Dat is niet in het minst te danken aan de fijnzinnige en stuwende leiding van de heren Mr A.M. Botte, voorzitter, en Ger. Schelpe, secretaris. Er werden onder hun impuls reeds tentoonstellingen ingericht, er werd deelgenomen aan ruimere exposities, er werden reeds enkele prijskampen uitgeschreven voor toeristische souvenirs. En het laatste initiatief nu van dit comité is de uitgave van een album Kunstambachten en Kunstnijverheden in West-Vlaanderen (160 blz. ing. 90 fr.; geb. 120 fr. - te bestellen door overschrijving op p.c.r. 51.36.85 van Provinciaal Comité voor Kunstambachten en kunstnijverheden, te Brugge).

Het is effenaf een prachtige uitgave, waarop niet alleen de uitgever, maar ook heel het Westvlaamse Volk mag fier gaan. In een woord vooraf wijst Mr A.M. Botte op het opzet van dit album, en houdt tevens een goed, en practisch pleidooi voor dat vleugje poëzie dat wij in het dagelijkse leven met een sierlijk, smaakvol en goed uitgekozen kunstvoorwerp kunnen binnenbrengen. En dan begint het album, een weelde van foto's, met telkens kort en goed naam en adres van de kunstenaar ernaast. Bedoeld wordt immers dat men door het zien van dit werk nader contact zoeke met de kunstenaar zelf. Achtereenvolgens zien wij: kant, fluweelweefwerk, meubels, kunstsmeedwerk, grafiek, stofplastiek, edelsmeedwerk, glaswerk, boekbinderij, keramiek, borduurwerk, scheepsmodellen, liturgische gewaden, beeldhouwwerk, glasschilderkunst, houtkleinkunst, handweefkunst, speelgoed, dinanderie, enz. (Een kleine opmerking zou ik willen maken: het ware misschien wel practischer geweest de bladzijden te nummeren, en

illustratie

[pagina 48]
[p. 48]

een inhoudstafel op te nemen of althans een register van de kunstenaars die met werk vertegenwoordigd zijn).

Dit album werd zeer keurig gedrukt bij Walleyn te Brugge. Het is werkelijk een uitgave die een ruime verspreiding verdient, zowel in de provincie als er buiten. Het werk moge zijn weg vinden en zijn doel bereiken: meer contact scheppen tussen het grote publiek en de kunstenaar. Zo wordt tenslotte stelselmatig en metterdaad ook medegewerkt aan de kulturele verheffing van ons volk.

Tijdschriftenkroniek

Wikor (maandblad)

uitg. Pax, Jan van Nassaustraat, 34, Den Haag (per jaar: fl. 5.-).

Het Novembernummer van dit steeds keurig en smaakvol uitgegeven tijdschrift (bij de 5.000 abonnees!) bevat een uitvoerig artikel over Bruegel (F. Bonneure), een bijdrage over Victor de la Montagne (L. Sourie), en een interessant stuk over primitiviteit in de kunst (F.A. Wagner).

Het decembernummer - 't laatste van de tweede jaargang - bevat belangwekkende aantekeningen over toneel (L. Saalborn). Ch Wentinck spreekt over moderne Italiaanse beeldhouwkunst, A. Vlaanderen over Nuno Gonçalves, en L. Sourie over Jos. F. Smith.

Kroniek van Kunst en Kultuur (maandbl.) uitg. Contact, Schilderstr. 21, Antwerpen (per jaar 290 fr.)

In het octobernummer van dit steeds vooraanstaand maandschrift behandelt B. Majorick de religieuze kunst in onze tijd, en marge van het bekende werk van Regamey, O.P., en bij illustraties van H. Chabot, P. Picasso, P. Gargallo, M. Chagall, H. Matisse en A. de Haas.

Speculator (driemaandelijks) per jaar: fl. 1,75.

Dit bibliografisch bulletin van kerkelijke wetenschappen en religieuze kunst wordt uitgegeven door de Benedictijnen van Oosterhout en bevat, naast een voorbericht, alleen uitvoerige en steeds degelijke recensies van ter zake nieuw verschenen boeken.

De Toerist (om de veertien dagen)

St Jacobsmarkt, 45, Antwerpen (per jaar: 100 fr.)

In het nummer van 16 december van dit orgaan van de Vlaamse Toeristenbond, schrijft drs Frans Vromman een artikel (met illustratie) over de Sint Salvatorskerk te Brugge en haar museum.

- De V.T.B.-kalender voor 1955 is eveneens verschenen. Ditmaal is hij gewijd aan Vlaamse dreven, waarvan er vele, zoals onze molens, met verdwijning zijn bedreigd. Twaalf foto's van werkelijk prachtige dreven uit alle streken van Vlaanderen. Het is jammer dat een paar foto's minder gelukkig zijn genomen of afgewerkt (Augustus en September).

(25 fr. in de handel, 20 fr. voor leden van V.T.B.)

Roeping (maandelijks)

uit. Gianotten, Tilburg (per jaar: 200 fr.)

Het october-dubbelnummer van Roeping staat in het teken van Maria. De voorpagina, een houtsnede van Troost, is een mislukking. Veel beter zijn de gedichten van M. Vandeplas en H. Bruning. Flink geredigeerd zijn vooral de bijdragen van A. van Gool (Bronnen en stromingen van de westerse Mariapoëzie), van Gertrud von Le Fort (Imitatio Mariae) en van A. van Duinkerken (de dichteres van het Magnificat).

Dienst en wederdienst

- Gevraagd: Jaargangen van Biekorf van vóór 1935 - door Marcel Callewaert, Lichterveldestraat, 30, Zwevezele.

- Zijn er jonge kunstschilders of beeldhouwers, die graag zouden exposeren in Duitsland, Nederland, Frankrijk? Inlichtingen: CWW, Stationsplein, 24, Torhout.

- Gevraagd door de redactie van West-Vlaanderen: 1 ex. van West-Vlaanderen, Jrg III, nummer 2, Maart 1954.

Lectuur-repertorium

THANS verscheen ook het derde en laatste deel van dit belangrijk werk. Om er de betekenis van te onderlijnen, halen wij hier de woorden aan van Prof. Baur op de Boekenbeurs te Antwerpen, die er een voor alle kunstenaars gewichtig probleem heeft behandeld:

Ik spreek U van dat beginsel van leiding bij de lektuur voor katholieke mensen. Maar ik zou het meteen een heel stuk verder kunnen uitbreiden en zeggen: voor kristene mensen, want de Protestanten worstelen inzake moderne lectuur juist met dezelfde moeilijkheden als wij, Katholieken. Allen moeten wij geleid worden bij onze lectuur.

Ik weet dat het beginsel van de geleide lectuur de sympathie niet geniet van mensen die niet denken zoals wij en die zeggen: Er zijn geen slechte boeken; elk boek is goed omdat het een boek is. Dat is een opvatting als een andere, die ik wens te respecteren.

Ik heb persoonlijk mensen gekend die liever sterke boter aten dan goede zuivere boter. Die konden ze niet luchten. Ik ken persoonlijk mensen die een kaas bij voorkeur eten waneer hij bijna alleen kan bewegen, zo rijp is hij, en ik ken mensen die

[pagina 49]
[p. 49]

geen wild wensen te eten dat niet bijna wormstekig is. Ik zeg bij dergelijke smaak: gading is koop. Maar wij zouden, geloof ik, voorzichtig doen indien wij de term ‘slecht boek’ gingen vervangen door ‘onaangepast’ boek of ‘niet passend’ boek. Ik bedoel daarmee het volgende: Een boek mag zijn wat het wil, zedelijk minderwaardig of zedelijk goed en aanbevelenswaardig, maar van het ogenblik af dat zelfs het beste boek, het zedelijkste boek, niet berekend is op een bepaalde categorie van mensen, is het geen aangepast boek en de lectuur van een nietaangepast boek is een nutteloos verbruik van intellectuele kracht, een economisch onverantwoorde bezigheid. Wij moeten ook bij onze lectuur, zo kort als ons leven is, er voor zorgen dat ieder gelezen boek een werkelijk opbouwend element is voor onze persoonlijkheid.

En nochtans is het, indien ik mij niet vergis, juist dàt beginsel van de geleide lectuur zoals het tijdschrift Boekengids, de eerste uitgave van Lectuur-Repertorium en nu weer de schitterende vernieuwing ervan, waarvan de eerste twee delen ons thans reeds werden aangeboden, haar verzekeren, het is dat beginsel dat men het meest onverbiddelijk zoekt aan te vallen.

En van wie gaan die verdachtmakingen uit? Van mensen zeer dikwijls die voor hun part zeggen: daar zijn geen slechte boeken; ieder boek is goed in se.

Een aantal van die mensen kunnen eerlijk zijn in hun overtuiging en voor iedere eerlijke overtuiging heb ik ontzag, ook wanneer die naar mijn schatting verkeerd loopt.

Maar bij velen zit de berekening voor: laten wij de jeugd zo spoedig en grondig mogelijk bederven; laten wij in de jeugd aantasten, datgene wat de jeugd moet drijvende houden in de jaren van haar rijping en voorbereiden tot een normaal zedelijk leven en wij zullen des te spoediger de maatschappij gedechristianiseerd hebben.

Het is naar aanleiding van het zesde en negende gebod, dat de jeugd het gemakkelijkst wordt losgemaakt van haar kostelijke gronden; dat is proefondervindelijk bewezen.

En indien kunstenaars werkelijk hoge kunstgaven aan de dag leggen in een produkt, waar wij toch ernstige zedelijke restricties hebben tegen aan te voeren, dan is het ontegenzeggelijk onze plicht hulde te brengen aan de wezenlijke esthetische hoedanigheden van dat werk, maar daarmee is onze taak niet af. Hij die optreedt als voorlichter van de gemeenschap is in geweten verplicht ook te wijzen op de eventueel ethische bezwaren die tegen dat bepaald kunstwerk kunnen en moeten aangevoerd worden.

Het spreekt van zelf, ik geloof het ten minste, dat het eigenlijke object van de kunstschepping is het scheppen van schoonheid, en in strikte termen geloof ik dat ook een Katholiek van een kunstenaar allereerst moet eisen dat hij schoonheid zal scheppen. En in dien zin geloof ik dat ook wij de wet van de autonomie van de kunstschepping en de kunstenaar hebben te aanvaarden, zolang het gaat om het scheppen van schoonheid.

Maar van het ogenblik dat de schoonheid geschapen is, dat de kunstenaar zijn innerlijke droom heeft verwezenlijkt, van het ogenblik dat het gaat om de publiekstelling van die schoonheid, dan opent zich voor de kunstenaar, geloof ik, zoals voor ieder ander mens, de vraag van de verdere verantwoordelijkheid om de verspreiding van zijn kunstwerk.

Ik kan me zeer goed indenken dat een kunstenaar bandeloos, zonder enig uitzicht op welke verplichting ook, een werk van schoonheid zou scheppen dat hem persoonlijk niet bederft of slechter maakt dan hij is. Maar van het ogenblik dat hij dit heeft geschapen en achteraf blijkt dat dit een ethisch gevaar kan betekenen voor zijn naaste, heeft deze kunstenaar dan niet de plicht zich af te vragen: Wat moet ik met dit werk beginnen? De geschiedenis van de literatuur is, evenals de geschiedenis van de schone kunsten, vol met voorbeelden van kunstenaars die om één of andere reden hun werk vernietigd hebben.

De Kerk vraagt dit niet, maar verlangt en verlangt terecht, dat een kunstenaar die schept en niet alleen voor zich zelf, maar die schept om ook door andere mensen genoten te worden, als hij eenmaal geschapen hééft voldoende verantwoordelijkheidsgevoel zou hebben om alleen datgene publiek te maken, dat niet schadelijk kan zijn voor de gewetens voor dewelke zijn kunst is bestemd.

U hoort hoe voorzichtig ik ben.

Ieder kunstwerk moet niet noodzakelijk bestemd zijn voor gelijk welke klasse van lezers of bewonderaars. Een kunstwerk kan zedelijk verantwoord zijn, wanneer het zich enkel richt tot rijpe en gevormde lezers; maar niet geschikt zijn voor pubertairs, voor kinderen die de worsteling doormaken van hun rijpingsjaren en die dus veel meer beïnvloedbaar zijn, dan de volwassen mens. Het kan er bij mij niet in, dat iemand geen begrip zou hebben voor de evidenties: dat de spreiding van de kuituur en de literatuur gebonden moet zijn aan de leeftijd, de ontwikkeling, de rijpheid van oordeel van de mens, die door haar wordt bereikt.

Dat is volgens mij de reden, waarom wij in het werk van E.H. Baers en zijn medewerkers een werk dienen te zien van hoge standing op het gebied van de volksbeschaving, de volksontwikkeling, een werk van cultuurpedagogische aard.

 

Uitgave van het Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen, Cuylitsstraat 27, Antwerpen; Vlaamse Boekcentrale, Antwerpen; Nederland's Boekhuis, Tilburg. Prijs per deel: 450 fr. (fl. 37,50)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken