Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.80 MB)

Scans (58.98 MB)

ebook (17.08 MB)

XML (1.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43

(1994)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

Streuvels gehuldigd
Uit het eerste nummer van ons tijdschrift (januari 1952)

De literatuurgeschiedenis heeft definitief aan Streuvels de plaats toegewezen, die hem toekomt. Uit het jonger geslacht van Van Nu en Straks deelt alléén Streuvels met Karel van de Woestijne de vrijwel stellige zekerheid, dat zij aeternitati, voor de eeuwigheid geschreven hebben, inzover althans dat talen en kunstgewrochten over eeuwigheid beschikken.

Indien de epiek een hergeboorte is, een nieuwe incarnatie van de plastiek in het rijk van de woordkunst, dan behoort Streuvels tot de zeldzaam grote epische scheppers die onze letterkunde rijk is. Met zijn meest blijvend werk - Lente, De Oogst, Een speeldag, Het Kerstekind, De blijde Dag, De Vlaschaard, Prutske - heeft hij de Westvlaamse, de Zuid-Vlaanderse levenswerkelijkheid tot algemeen-menselijke waarde verheven. En aan die voor de hele mensheid representatieve symboolschepping is het, dat de kunstenaar zijn kansen verdient op een langer leven dan het zuiver biologische.

Geen vervluchtigende tijdproblematiek, en de modezieke jacht op bijval die hààr veelal aankleeft, géén eendagsvoeder voor de papierverslindende lezersmassa biedt ons zijn beste werk; maar machtige epische fresken, die de anecdote, het plaatselijk en tijdelijk episodische omtoveren met het nooit falend symboolschijnsel van de waarlijk grote kunst... Boom en dier en landschap en Vlaanderse hoeven, samen met de povere, ploeterende of jubelende mensheid die hen bevolkt, ziet hij synthetisch, als een niet te verkapstukken symbiose, en hij dompelt het geheel, véél dikwijlder dan algemeen wordt toegegeven, in wat hijzelf eens ‘het glorierijke licht’ heeft geheten van een optimisme, dat de schepping Gods aanvaardt zoals die is. Minder dan rechtvaardig lijkt, hebben de critici tot nog toe voor dat uitzicht van Streuvels' werken oog gehad: dat hij het Vlaamse volk heeft gezien onder elke belichting, ook in zijn misèrigste en minst door zieleschoonheid geadelde momenten, maar dat hij het niet, als anderen, stelselmatig heeft ontluisterd en in de somberste hoeken van zijn wezen de kracht heeft genegeerd, die het opheft en verschoont: zijn gebed en zijn vroomheid.

En episch - d.i. groter dan natuur - handelen die mensen in zijn boeken en ondergaan hun lot, heroïsch en gelaten, onder de eeuwige conflicten, die hen tegenover elkaar stellen en tegenover de onverbiddelijke natuurkrachten, Gods heerlijk en enkel schijnbaar genadeloos werk. Daarbij is dat handelen meestal open en eerlijk instinkt, Homerisch of Bijbelse eenvoud, mateloze dodendrang - en het einde is: de dood.

Met werkelijk ‘humanitair’ erbarmen - maar dat zich nergens hinderlijk opdringt, al geeft het aan Streuvels' stem vaak een lyrische grondtoon - overkijkt hij die hopeloze struggle van wat daar zwak en onbeschermd of bovenmenselijk sterk en overmoedig leeft en wroet op Gods ondoorgronde en toch aangebeden genade...

Prof. Dr. Frank Baur

In Noord-Nederland was het werk van Streuvels, dat daar in de grote letterkundige tijdschriften verscheen en in snel opeenvolgende boekuitgaven, een overrompelende verrassing. Nadat met de hele negentiendeeuwse inschrompeling de officiële literatuur in een dood straatje was geraakt, brachten de donderslagen van de tachtigers de vernieuwing door de Hollandse inauguratie van het Engelse aesthetisme van Shelley en Keats en van het Franse naturalisme. In Nederland werd dit naturalisme, Nederlands-eigen, gemodereerd tot realisme, het klaarst en zuiverst in het schilderlijk realisme van Jacobus van Looy, bij wien de taal een tot dan ongekend beeldend vermogen kreeg. Aan het schrijverschap werd het praedicaat woordkunstenaar, prozakunstenaar, taalkunstenaar verbonden. Bij van Deyssel ontaardend in een vermoeiende descriptie bleef de nieuwe prozakunst het zuiverst bij van Looy. Maar aan de andere kant in de samengang met de ontwikkeling der sociale tendenzen wijzigde zij zich tot een realisme, dat vooral de zelfkant zocht. Het realisme van Streuvels bracht een andere en frisse wind, de wind van Vlaanderen, van het Zuiden. Toen het in Werkmensen tot zijn hoogtepunt kwam, waren de pessimistische Noordnederlandse boeken al lang vergeten, en uit Werkmensen zou dat machtig brok proletarische vertelkunst Leven en Dood in de Ast levend blijven tot nu toe, en het zal langer nog levend blijven. Het is waar, dat Streuvels' werk in de aanvang een sterke fataliteitstrek vertoonde, de wending van het verhaal naar de slechte afloop: de zelfmoord in de novelle In 't Water; Horieneke, dat na de stralende communiedag in de stijve aprilse regen op 't land werkt bij de brutale boer; de blijde speeldag van 't eind waarvan een jongetje uit een boom doodvalt; de idylle van Oogst, waarin de knaap Rik door de zonneslag wordt geveld. Maar in die slecht aflopende verhalen, wat een beschrijvingsvreugd vooraf: het schone beeld der dorpse dagen, de verrukkingen van het kinderspel, de weergaloze tederheid der voorbereiding tot de kindercommunie, de innigheid van een onuitgesproken knapenliefde. Windopen zijn de titels: Lenteleven, Zonnetij, Zomerland, Het Uitzicht der Dingen, Najaar, Dagen. Tegelijk met het blijder worden van de toon wijzigt Streuvels' fatalisme zich tot de grote tegenkracht der onbuigzaamheid van de natuur. Van Looys beschrijvingskunst is dikwijls artificieel tot in het hanteren van de syntaxis toe, - het proza van Streuvels heeft de natuurlijkheid van wasdom. Eerder heb ik het al eens dauwfris, windopen, regenvochtig, aardkrachtig genoemd; men zoekt naar dat elementaire in de bepaling, dat de Noordnederlandse dichter Verwey zo treffend aanduidde, toen hij zei, dat, als de zon kon schrijven, ze schrijven zou als Stijn Streuvels... Eerder schreef ik reeds, in de hele Vlaamse literatuur geen mensen te kennen, die zo bloedwarm, zo ademkrachtig, zo zielsecht leven als de figuren uit het werk van Streuvels. Streuvels' kunst, jong toen, nieuw, baanbrekend, werd voor Noord-Nederland een hartveroverende verschijning in de literatuur en heeft op de ontwikkeling van het landelijke verhaal en van de boerenroman in de Noordnederlandse letterkunde een overal aanwijsbare invloed gehad.

Antoon Coolen

[pagina 67]
[p. 67]

Proletarische schrijver, heeft men hem genoemd, en het is onder die rubriek dat hij wordt ingeschakeld in de Histoire de la littérature populiste van Henri Poulaille. Hij vergelijkt hem met Maxim Gorki. Indien Streuvels trouw de miserie beschrijft van de Vlaamse landarbeiders, onthoudt hij zich van alle gepleit of van iedere aanval op de onderdrukkers. Indien de verheffing van de menselijke inspanning door de arbeid, hem verwant maakt met sommige proletarische schrijvers, dan mag men niet vergeten dat in de strijd tussen de mens en de natuur, het bij Streuvels bijna altijd deze laatste macht is die overwint. Terwijl de marxistische pionier, zoals hij verschijnt in bepaalde proletarische romans, de maatschappij transformeert en de machten van de natuur temt, ondergaan de landarbeiders van Streuvels zonder opstandigheid de uitbuiting van de boeren, en nemen zij lijdzaam deel aan de cosmische wentelingen. Zij zijn precies het tegenovergestelde van de Prometheus die de wereld beschouwt als een kneedbare substantie, en de plaats inneemt van de schepper. De mens blijft voor Streuvels een schepsel, en de veranderingen die hij in de loop van de natuur wil brengen, zijn nooit anders dan bespottelijk. Wat verandrt de brug over de Schelde in de Teleurgang van de Waterhoek? Het is als een stuk speelgoed, geplaatst over het eeuwige gelaat van de natuurlijke dingen. Groot schrijver, oprecht mens, en objectief getuige van het Vlaamse volk, is Streuvels bovendien een psycholoog, een socioloog en een denker. Bij de beoordeling van zijn werk, zou men kunnen menen dat hij te werk gaat als een schilder, die begint met een schets van handen, en voeten alvorens de mens in zijn geheel te tekenen. Men zou ook kunnen denken aan het begin van de Genesis, waar God eerst de hemel, de aarde en de dieren schept, en eerst dan de mens. Zo is het ook in het werk van Streuvels: chronologisch bekeken komen er eerst korte landelijke beschrijvingen, met hier en daar een vagebond, een boer of een kind. Daarna komen de grote menselijke figuren, die de creatie beëindigen. Ongetwijfeld zullen die mensen altijd moeten rekening houden met het noodlot, de ouderdom die hen verplicht de plaats te ruimen voor de kinderen, de dood die hen alles ontneemt. Zij reageren echter onverschillig. Jan Vindeveughel laat alles betijen en ondergaat geleidelijk de loop van de gebeurtenissen. Anderen verzetten zich koppig, zoals Vermeulen, en worden verslagen. Weer anderen, zoals deken Broeke, raken beklemd in een waanzinnige ontkenning van de werkelijkheid. In de wijze waarop eenieder reageert tegen het noodlot, schept Streuvels het karakter. Het zou onjuist zijn van Streuvels te zeggen dat hij de beschrijver is van de seizoenen, de dieren en de dingen, en dat zijn fatalisme hem ertoe brengt de mensen als dingen te behandelen.

Prof. Berteloot

By Streuvels het ons, naas die uitbeelding van die natuurkrag, tog ook sterk die drang na ongereptheid, kinderlike onskuld, lieflikheid en skoonheid. Streuvels se krag moet egter nie net gesoek word in 'n geestelike ontwikkelingsgang nie, maar in sy ryk mensskeppende vermoë. Als romanskrywer het hy 'n groot aantal karakters vir ons tot die voete uit geteken. Ons sien die mens in sy hoogheid en sy laagheid, sy medemenslikheid en kleingeestigheid, sy agterlikheid en sy taaie handhawingskrag, sy domheid en geslepenheid, maar ook met sy beste kwaliteite van durf en moed. Hy gee die grofheid van die verbeestelikte mens, maar ook die fynheid van de kindersiel. Streuvels het 'n oog vir die besondere. Met 'n skerpheid van blik neem hy die karakteristieke kenmerke waar, en daarom maak sy prosa die indruk van frisheid en jeugdigheid en is sy beeldspraak van die werklikheid self ontleen. In sy geestelike gang as kunstenaar het hy juis van die besondere af na die universele beweeg en ons merk dat hy van fyn tipering en die detailleskildering uitstyg na 'n prosa wat 'n breeë ritmiese gedraenheid openbaar en waarin die wye golwing van die natuurgebeure self opgeneem is.

Die natuur, die mens deur sy instinktiewe kragte verbind aan die natuur, dit is veral Streuvels se gebied; die taal hou gevoelig verband met die strakke gedagte. Dit is deur hierdie prosa met sy innerlike deining, dat Streuvels sy plek onder die beste prosaskrywers in die Nederlandse taalgebied verower het. Inderdaad is hy wat die uitbeelding van die menselewe binne die natuurgebeure betref, 'n meester en sy skouing het dikwels 'n visionêre diepte wat vir ons die inwendige krag van die dinge openbaar. Daarom het sy werk, hoe intens Vlaams ook, internasionale waarde. As Streuvels in 'n internasionale taal geskrywe het, dan zou hy veel meer bekend gewees het en sou sy werk deur skrywers van internasionale letterkundige handboeke naas die geplaas moes word van oorbekende uitbeelders van die landelike lewe en van die ewige boer. Maar ons treur niet daaroor dat sy werk nie in 'n internasionaal bekende taal geskrywe is nie, want almal wat die Vlaamse taal ken, weet dat geen geringe mate van Streuvels se roem te danke is nie aan die wyse waarop hy die Vlaamse taal in al sy fynheid en ryke geskakeerdheid, in al sy soepelheid en volksaardigheid, aangewend het om sy geritmeerde prosa te smee. Telkens en telkens weer is dit die persoonlike en universele wat, in teer verbinding, die grootse golwing aan sy taalbeelding gee.

Prof. C.M. vanden Heever

[pagina 68]
[p. 68]

Homelie op de uitvaart van Stijn Streuvels - Ingooigem

Achtbare Familie,

Mijnheer de Vertegenwoordiger des Konings,

Mijnheer de Bisschop,

Mijnheer de Voorzitter van de Kamer der Volksvertegenwoordigers,

Heren Ministers,

Mijnheer de Rektor der Katholieke Universiteit van Leuven,

Heren Gouverneurs,

Hoogwaardigheidsbekleders,

Waarde Vrienden van onze dierbare Overledene,

Medeparochianen van Ingooigem,

 

Voor de tweede maal staat gans ons Vlaamse Volk vertegenwoordigd in deze landelijke kerk van dit heerlijke dorp, bij de uitvaart van een grote, dierbare man.

Toen was het de pastoor-van-te-lande, Hugo Verriest, de leerling van Guido Gezelle, thans de neef en petekind van dezelfde Gezelle, Frank Lateur, of zoals Vlaanderen en de ganse wereld hem kent: Stijn Streuvels.

Zijn ‘Lenteleven’ was kort en hard, zijn ‘Zonnetij’ en zijn ‘Oogst’ des te weelderiger, zijn ‘Stille Avonden’ lang en rijk. Bijna 65 jaar gehuwd, 83 jaar schrijver en noeste werker. Zijn vijf talenten zijn er meer dan tien geworden.

Hij was echt als de grond en de zon. Zoals de Heer hem gemaakt had. En trouw boven alles!



illustratie

Hij was eenvoudig als de kinderen, die hij zo gaarne zag en de simpele lieden, die hij benaderde, vereerde en vereeuwigde. Voor alles had hij eerbied, die onverbrekelijke liefde werd: het bakken en het schrijven, de natuur en de mens, zijn echtgenoot-zijn en zijn vader-zijn.

Hij vereerde de vrijheid als niet één, en had een grenzeloze, haast liturgische eerbied, voor de grootheid en de goedheid van God, de Almachtige. Tot in zijn dood!

Rond hem leefde heel Vlaanderen: zijn gezin, zo innig, zijn dorp, in zo simpele piëteit, zijn ganse Vlaanderen in zo schaarse en dankbaar-beleefde eenheid.

‘Op een verrimpeld en verweerd gezicht,

door het leven en God geboetseerd,

glanst de ziel van zijn volk’ schreef zijn vriend André Demedts.

En toch is hij met zijn 98 jaar nooit oud geworden en is in vrede opgegaan naar God, die zijn jeugd verblijdt.

In deze Eucharistieviering - het weze een echte Eucharistie, dat is een dankbare hulde - danken wij de Meester van het Heelal en de Meester met de pen en bidden of pogen het te doen...

Achtbare Familie, heel Vlaanderen deelt in uw rouw en vergeet uw dierbare niet.

L. Lefebvre, pastoor-deken, Avelgem


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Frank Baur

  • Antoon Coolen

  • Amand Berteloot

  • L. Lefebvre

  • C.M. van den Heever