Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47

(1998)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

Samenstelling Fernand Florizoone en Chris Torfs
Poëtisch bericht

Iedereen mag gedichten ter selectie sturen aan. Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserlere’, Hondstraat 6, 8700 Tielt Alle ingezonden gedichten moeten in machineschrift (tikmachine of printer) en in tweevoud afgeleverd worden. Neem voor teder gedicht een ander blad en schrijf op teder blad uw naam en volledig adres. Ingestuurde gedichten worden met teruggezonden en over mgezonden werk wordt met gecorrespondeerd, noch getelefoneerd. Aan de auteurs van gepubliceerde gedichten wordt achteraf een bewijsexemplaar gestuurd en een houorarium uitbetaald, vermeld daartoe bij teder uizending uw bank- of postrekening.

De Moerbeiboom

(voor Anton, Frans en Cacho)

 
Dicht bijeen stonden we daar op een late novemberdag
 
 
 
een klein hoopje mensen
 
geschaard rond een liggende boom,
 
niet geknakt door de storm
 
niet geveld door geweld
 
maar zachtjes ter aarde gezegen:
 
een reus die de tijd overwon.
 
 
 
Languit in zijn volle lengte lag hij zichzelf her te
 
ontdekken op een bed van klimop,
 
mos op zijn hoofd en op zijn schouders, met om
 
zijn lenden wat roestige vochtige bladeren
 
van het kreupelhout verderop.
 
 
 
Hij ademde nog. Zelfs het geblaf van een kraai
 
vanachter een oud wagenkot
 
kon het ritme niet onderbreken
 
van zijn op gang zijnde sap.
 
 
 
Her en der vanonder de schors glansde de bast.
 
Alsof hij ons waarnam zo lag hij daar.
 
Alsof hij wist wat ons bezielde liet hij begaan.
 
 
 
Zijn toppen voelden aan
 
alsof ze meteen zouden gaan ruisen.
 
 
 
Iris Van de Casteele

Wandeling

 
Alleen zijt gij naar zee gegaan,
 
van hem vervuld, van hem ontdaan,
 
om hem te vinden in de wind gehuld.
 
 
 
Je zag september op de wolken komen,
 
de duinen die niet weten wat gedaan
 
met roerloos zand en ooit hun dromen.
 
 
 
De meeuwen krijsen wat gij zwijgt:
 
waar hij nu is en hoe er aangekomen,
 
en dat gij westwaarts naar uw vader neigt.
 
 
 
Gery Florizoone
 
Uit ‘nagelaten gedichten’

Bij i koningen, Elia op de horeb

cf. I Koningen 19 vs 8 - 13

 
Gij gaat voorbij. Een grote ademtocht
 
alles wat vastomlijnd leek staat te beven, -
 
in de emotie heb ik u gezocht.
 
Gij waart er niet. Niets dan mijn eigen leven.
 
 
 
En de ontreddering ging voor U uit,
 
het vuur als Uw heraut vooruitgezonden, -
 
ik bleef alleen in mijn eenzelvigheid,
 
tot niemand onzer komt Gij onomwonden.
 
 
 
En dan, als niets meer spreekt, alles blijft stom,
 
achter een sluier soms, uit een stil midden
 
is er een stem. Gij spreekt, maar andersom:
 
als ik niets hoor, als ik niets weet te bidden.
 
 
 
Guillaume Van der Graft
 
Willem Barnard

Duif

 
Hoe zij de schaduw van de nacht nog schraagt
 
bijna de maan verhult tussen de lijnen,
 
weer andere schakeringen verschijnen
 
 
 
vermengd met groen en blauw en amper rood.
 
Zij torst de zwaarte van diagonalen
 
trots op haar rug. Dit vreedzaam ademhalen
 
 
 
verwekt de zon in haar. Het bolle wit
 
zet uit en wendt zich naar de overzijde
 
waar het zich vrij en te gepasten tijde
 
 
 
opentrekt in zachter taal zodat het licht
 
de woorden spelt van niets dan vergezicht.
 
 
 
Rudolf van de Perre


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Guillaume van der Graft

  • Rudolf van de Perre

  • Fernand Florizoone

  • Gery Florizoone

  • Iris Van de Casteele

  • Chris Torfs