Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47

(1998)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 218]
[p. 218]

Samenstelling Fernand Florizoone en Chris Torfs
Poëtisch bericht

Iedereen mag gedichten ter selectie sturen aan: Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8700 Tielt Alle ingezonden gedichten moeten in machineschrift (tikinachine of printer) en in tweevoud afgeleverd worden Neem voor ieder gedicht een ander blad en schrijf op ieder blad uw naam en volledig adres Ingestuurde gedichten worden met teruggezonden en over ingezonden werk wordt niet gecorrespondeerd, noch getelefoneerd Aan de auteurs van gepubliceerde gedichten wordt achteraf een bewijsexemplaar gestuurd en een honorarium uitbetaald vermeld daartoe bij ieder inzending uw bank- of postrekening.

Anseres

 
Ze komen al van ver en dat is duidelijk
 
te merken aan de veren die ze laten
 
aan hun verrekte, verfomfaaide V. Aan
 
hun schreeuwen, als bordkrijt, snerpend
 
 
 
Naar de achterblijvers die de rol hebben gelost;
 
de dompelaars die steeds meer moeite moeten doen
 
om zich alsnog weer op de wind te tillen
 
 
 
Domme ganzen zijn het. Zoals ze boudweg de bevlogen
 
stilte scheuren. Zoals ze met hun lange halzen alleen
 
nog weet hebben van volgen. Hun kroppen barbaars
 
 
 
oproerkraaiend in de blauwe voorjaarsleegte naar de nacht.
 
 
 
Jan Vanmeenen

Golfbreker

 
Hij ruikt naar wier en pittig mosselwater
 
als hij schaterlacht. Brengt golven graag
 
op andere gedachten. Sinds mensenheugnis ligt
 
hij ze hier koppig op te wachten.
 
 
 
Soms ook rust hij gewoon maar warmpjes in haar armen
 
- een voorhistorisch schildpaddier dat zich
 
voor even hier van tijdperk heeft vergist -
 
en wiegt hij weke dieren in zijn snorren. Laat
 
hij zich welgevallen, kriebelkrabben, watertorren.
 
 
 
Maar wie de nacht trotseert vindt hem door koel
 
maanlicht omstreeld een beetje hijgend op zijn kant:
 
hulpeloos potvis uitgebraakt door dieper water
 
met dichte ogen op een zijig melkvel strand.
 
 
 
Jan Vanmeenen

Het Vijverke te Kasterlee
voor Clara Claus

 
Max Selen heeft een vijverken van vier
 
bij vier gegraven, met balken langs de boorden
 
en afgezoomd met zoden. In zijn spiegel hoog staan
 
dennenbomen op hun kop en op het water liggen
 
blote waterlelies nauwelijks te blozen. Uit het kroos
 
seint koel het schubbenrood van vijverende goudvissen.
 
 
 
Verleden strenge winter is een deksel ijs op
 
het water neergestreken, de vissen gijzelend
 
al onder een laag lichte lucht, een dikker
 
wordende laag ijs en in het lager en steeds lager
 
en verstikkend water. (Mijn vijver is mijn
 
vrijheid, hielden vissenstickers staande.)
 
Tot de vissen schubben, staart en vinnen
 
schroeiden aan het deksels zakkend ijs. En zij
 
staarden roerloos rond, alsof het ze niet raakte.
 
 
 
Max was het hart in van de onafwendbaar kille oorlog
 
in zijn onomkeerbaar vijverken. Toen het ijs ten
 
slotte smolt, dreven vijverende krengetjes starend
 
rond in kringetjes, alsof het ze niet raakte.
 
Max heeft zijn vijverken van vier bij vier gezuiverd en
 
er nieuwe goudvis op gezet. Zij ogen even rood tussen
 
hoge dennenbomen op hun kop en onder blote
 
waterlelies, alsof het ze niet raakte.
 
 
 
Werner Spillemaeckers


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Fernand Florizoone

  • Werner Spillemaeckers

  • Chris Torfs

  • Jan Vanmeenen