Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+IAcob is van daer ghereyst, ende is ghecomen in dat oosten lant, ende sach om,

2

ende siet, daer was een fonteyne opten velde, ende drie cudden scapen daer bi, Want vander fonteynen pleech dat vee water te drincken, ende den mont des puts was gesloten met eenen grooten steen,

3

Ende het was een maniere als alle die scapen vergadert waren, dat si dan den steen afwentelden, ende als die cudden der schapen genoech vermaect waren vanden water so wert hi weder opten mondt vanden put gheleyt,

4

Ende Iacob sprack totten herderen, Broeders van waer sidy? Si antwoorden, Wi zijn van Aran,

5

Hi seyde tot hen, Kendy oock [kolom] Laban den sone Nachor? Si antwoordeden Wi kennen hem wel,

6

Hi sprac, Is hi gesont? Si antwoorden, Het ghaet hem wel, ende siet, daer coemt zijn dochter Rachel met haer cudde schapen,

7

Ga naar margenoot+Hi sprac, Tis noch hooch dach, ende ten is noch gheen tijt dat vee in te driuen drenct die schapen, ghaet henen ende weytse,

8

Si antwoordeden, Wi en mogen, tot dat al die beesten der cudden tsamen vergadert zijn ende den steen van dat ghadt der fonteynen wentelen, ende alsoo die schapen drencken.

9

Als hi noch met hen sprack, quam Rachel met den schapen haers vaders, want si hoede die schapen,

10

Als Iacob sach Rachel, ende wist wel dattet zijn nichte was, ende Labans zijns moeders broeders schapen, ghinck hi toe ende wentelde den steen vanden ghate der fonteynen,

11

ende drencte die schapen zijns moeders broeders, ende custe Rachel, ende hief op zijn stemme, ende weende,

12

ende seyde haer, dat hi was haers vaders broeder, ende Rebecca sone, Doen liepsi ende seydet haeren vadere.

13

Ga naar margenoot+Als Laban hoorde van Iacob zijnder suster sone, dat hi comen was, so liep hi hem tegemoet, ende omhelsde hem ende custen, ende brocht hem in zijn huys, Doen vertelde hi hem alle dese gheschiedenissen,

14

Doen sprack Laban tot hem, Ghi zijt mijn been ende mijn vleesch, Ende als ouerleden was den tijt van eender maent,

15

Daer na sprack hi tot Iacob, Al sidy mijn broeder, suldy mi daerom om niet dienen? Segt wat sal uwen loon zijn?

16

Laban hadde twee dochteren, doutste hiet Lia, ende die ioncste hiet Rachel,

17

Maer Lia was Ga naar margenoot* leep) van oogen, Ga naar margenoot+ Rachel was schoon van aensichte ende van ghedaenten,

18

die selue creech Iacob lief, ende sprac, ic sal v .vij. iaer dienen, om Rachel die ioncste dochter,

19

Loban antwoorde, Tis beter dat ise v gheue, dan eenen anderen, blijft bi mi.

20

Aldus diende Iacob, om Rachel, seuen iaer, ende tdochten hem luttel daghen te wesen, om die grootheyt der liefden,

21

Ende Iacob sprac tot Laban, Geeft mi mijn wijf, want dien tijt is hier, dat ic bi haer ligghe,

22

Ga naar margenoot+Doen noode Laban alle zijn vrienden van dier plaetsen, ende bereyde hen die bruyloft.

23

Maer des auonts nam hi zijn dochter Lia, ende brachtse in tot Iacob, Ende hi besliepse,

24

ende Laban gaf Lia zijn dochter Selpha tot een ioncwijf.

Maer des morgens, Siet, doen wast Lia

25

Ende hi sprack tot Laban, Waerom hebdy mi dat gedaen, Heb ic v niet gedient, om Rachel waerom hebdy mi dan bedrogen?

26

Laban antwoorde, Ga naar margenoot+ Men doet niet also in onsen lande, dannen de ioncste wtgheeft voor die outste

[pagina b6r]
[p. b6r]

27

Voldoet die weke van desen houwelijck, so sal ick v dese oock geuen, om dien dienst die ghi mi noch ander .vij. iaer dienen sult.

28

Iacob dede, also Laban begheerde, ende als die weke ouerleden was, nam hi Rachel tot eenen wijue,

29

ende Laban ghaf Rachel zijn dochtere een ioncwijf die hiet Bala.

30

Ga naar margenoot* Als hi nv vercreghen hadde, thouwelijck dat hi langhe begheert hadde) so heeft hi die leste der eerster in liefden voorgestelt, ende diende hem oock voor die ander .vij. iaer.

31

Als die HEERE sach dat Iacob Liam versmade, maecte hijse vruchtbaer, ende Rachel onuruchtbaer,

32

Ende Lia ontfinck, Ga naar margenoot+ ende baerde eenen sone, dien hiet si Ruben ende sprac, die HERE heeft aenghesien mijn ootmoedicheyt, Nv sal mi mijn man liefhebben,

33

Ende noch eens ontfinck si, ende baerde eenen sone, Ga naar margenoot+ ende seyde, Die HERE heeft ghehoort dat ick versmaet ben, ende heeft mi ooc desen ghegheuen, Ende hiet hem Simeon,

34

Die derde reyse ontfinck si, ende baerde eenen sone, Ga naar margenoot+ ende sprack, Noch sal hem mijn man weder tot mi doen, want ick heb hem drie sonen ghebaert, daerom hiet si hem Leui,

35

Ten vierden ontfinck si, Ga naar margenoot+ ende baerde eenen sone, ende sprack. Nv wil ick den HERE dancken, daerom hiet si hem Iuda, ende hielt op te baren.

§ Hoe Rachel haer ioncwijf haeren man gheeft, desghelijcs doet oock Lia, doen si onuruchtbaer waren, ende hoe Rachel Ioseph baert, ende Laban belouet Iacob den loon.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot*
thebr. teder
margenoot+
D

margenoot+
E

margenoot+
F

margenoot*
ten is niet int heb.

margenoot+
Ruben dat is een sone des ghesichtes.

margenoot+
Simeon heet een hoorder.

margenoot+
Leui heet toedaet.

margenoot+
Iuda heet een danckere oft een danckseggher.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken