Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxx. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DOen Rachel sach, dat si onuruchtbaer was, benijde si haer suster, ende sprack tot Iacob, Gheeft mi oock kinderen, oft anders sal ick steruen,

2

Iacob die wert zeer toornich op Rachel, ende sprack, Ben ick dan in Gods stede, die v berooft heeft van die vruchte ws lichaems?

3

Siet, sprack si, Ick heb een maerte ghenaemt Bala, gaet in tot haer, op dat si mi op minen schoot bare, ende ick door haer vermeerdert mach worden, ende wt haer kinderen vercrijghe,

4

ende ghaf hem also Bala haer ioncwijf ten wijue.

5

Als die man bi Bala ghecomen is, heeft si ontfanghen, ende baerde eenen sone,

6

Doen sprack Rachel, Ga naar margenoot+ God heeft mijn zaet gherecht, ende mijn stemme verhoort, Ga naar margenoot+ ende mi eenen sone ghegheuen, daerom hiet si hem Dan,

7

Noch eens ontfinck Bala Rachels ioncwijf, Ga naar margenoot+ ende baerde den tweeden sone,

8

Doen sprac Rachel, God heeft mi ghelijck ghemaect met mijnder suster, ende ick ben becomen, ende si hiet hem Nephthalim.

9

Als Lia sach dat si ophielt te baren, Nam si haer ioncwijf Selpha, ende ghafse Iacob te wijue,

10

Aldus baerde Selpha Lia ioncwijf eenen sone,

11

doen sprack Lia salichlijck, [kolom] ende hiet hem Gad, Ga naar margenoot+

12

Daer na baerde Selpha den tweeden sone,

13

Doen sprack Lia, Dits voor mijn salicheyt, want mi sullen salich prijsen die vrouwen, Ga naar margenoot+ ende hiet hem Aser.

14

Ga naar margenoot+Ruben ginck wt ter tijt des tarwen oofts, ende vant Mandragora opten velde, Ga naar margenoot+ ende brachtse zijnder moeder Lia thuys, Doen sprack Rachel tot Lia, Gheeft mi een deel vander Mandragora ws soons,

15

Si antwoorde, En hebdy niet ghenoech, dat ghi minen man ghenomen hebt, ende wilt oock mijns soons Mandragora nemen? Rachel sprac, wel laet hem desen nacht bi v slapen, voor ws soons Mandragora,

16

Als Iacob des auonts vanden velde quam, ginc Lia wt hem te gemoet, ende sprac Tot mi suldy ingaen, want ick heb v ghehuert om mijns soons Mandragora.

Ende hi sliep dien nacht bi haer,

17

Ende God verhoorde Lia, ende si ontfinck, ende baerde Iacob den vijfsten sone,

18

ende sprack, God heuet mi gheloont, dat ick mijn ioncwijf minen man ghegheuen heb, ende hiet hem Isachar, Ga naar margenoot+

19

Noch eens ontfinck Lia, ende baerde Iacob den sesten sone,

20

ende sprack, Ga naar margenoot+ God heeft mi rijck ghemaect met een goede ghifte, Nv sal mijn man weder bi mi woonen, Ga naar margenoot+ want ick heb hem ses sonen ghebaert, ende hiet hem Zabulon,

21

Daerna baerde si een dochter die hiet si Dina.

22

Ga naar margenoot+God ghedachte Rachels, ende verhoordese, ende maectese vruchtbaer,

23

Doen ontfinck si ende baerde eenen sone, ende sprack, God heeft minen lachter van mi ghenomen,

24

Ga naar margenoot+ ende hi hiet hem Ioseph, ende sprack, God wil mi noch eenen anderen sone daer toe doen.

25

Als nv Ioseph gheboren was, sprack Iacob tot Laban, Swagher, laet mi trecken, ende reysen aen mijn side ende in mijn lant,

26

geeft mi mijn wijuen ende mijn kinderen, daer ick v om ghedient heb, dat ick trecke, want ghi wetet wat dienst dat ick v ghedaen heb,

27

Laban sprack tot hem, Laet mi ghenade voor uwe ooghen vinden, Ick heb onderuonden, dat mi God ghebenedijt heeft om uwen wille,

28

Sedt uwen loon, dien ick v geuen sal,

29

Hi antwoorde hem, Ghi weet, hoe dat ick v ghedient heb, ende hoe groot dat v rijcdom is ghewassen in mijn handen,

30

ghi hadt luttel eer ick hier quam, maer nv zijt ghi rijck gheworden, ende die HERE heuet v ghebenedijt te mijnder incoemste, ende nv waert oock recht, dat ick mijn huys versaghe,

31

Laban antwoorde, Wat sal ick v dan gheuen? Iacob sprack, Ghi en sult mi niet met allen gheuen, Maer ist dat ghi mi doen wilt, dat ick v segghen sal, so wil ick wederom weyden, ende hoeden u-

[pagina b6v]
[p. b6v]

we vee.

32

Ga naar margenoot* Gaet huyden door alle die cudden rontsom) ende scheydet ghi van daer alle gheplacte ende bonte schapen, ende wat daer bont ende gheplacket, so wel onder die schapen als onder die gheyten, zijn sal, dat sal minen loon zijn,

33

so sal mi morghen mijn gherechticheyt tuyghen, wanneer, het v coemt mi te loonen, dat wat niet gheplact ende bont en is, onder die gheyten, ende wat swert onder die lammeren is, dan suldy mi straffen van dieften.

34

Laban sprack, Ic neemt in dancke, so ghijt gheseyt hebt,

35

Ga naar margenoot+Ende sceyde in dien daghe wt besprenkelde ende bonte bocken, ende alle gheplacte, ende bonte gheyten, ende schapen, ende rammen also verre alsser wat wits aen was, ende al wat swert was onder die lammeren, ende hi deet in zijnder kinderen handen,

36

ende hi maecte ruymte, drie dach reysen verre tusschen hem ende Iacob, Also weyde Iacob die ouerghebleuen cudde Laban.

37

Iacob nam groen roeyen ende taxkens van Popelier boomen, ende Amandel boomen, ende wt Plantanus boomen, ende scheldese eens deels, ende als hijse gheschelt hadde, daer die schorsen af waren, sachmen witte strepen, ende daer si heel bleuen, waren si groen ende so is die verwe verscheyden gheworden,

38

ende hi leyde die stocken, die hi gheschelt hadde binnen in die drencke voor die cudde, die daer moeste comen om te drincken dat si ontfangen souden, als si quamen drincken,

39

Ga naar margenoot+Aldus ontfinghen die cudden ouer die stocken, ende brochten besprenckelde, beplacte ende bonte,

40

Doen scheyde Iacob die lammeren, wat niet bont, ende al wat swert was, ende hi dedese te hoope onder Labans cudde, Ende hi maecte hem seluen een eyghene cudde, vanden beplacten, ende dese en dede hi tot Labans cudde niet,

41

Maer wanneer den loop der vroegher cudden was, leyde hi die stoxkens in die goten, voor die ooghen der cudden, dat si ouer die stocken ontfangen souden,

42

Maer inden spadelijcken loop, daer en leyde hijse niet in, Also werden die spadelinghen, Labans, ende die vroeghe, Iacobs,

43

Daer af wert die man bouen maten rijck, dat hi veel schapen, ioncwijfs, knechten, kemelen, ende ezelen hadde.

§ Hoe Iacob van Laban vloot, ende Laban volcht hem, ende hoe Rachel steelt haers vaders goden, ende verborchse, ende tverbont tusschen Iacob en Laban.

margenoot+
A

margenoot+
B
margenoot+
Dan, heet een rechter

margenoot+
Nephtali, heet uerwisselt om gewent, om ghekeert als Psalm xvij. Metten verkeerden verkeerdy v.

margenoot+
Gad, heet rustich oft reysich ten strijde.

margenoot+
Aser salich

margenoot+
C
margenoot+
Mandragora int heb. Dudaim.

margenoot+
Isachar heet loon.

margenoot+
Zabulon heet biwoninghe.
margenoot+
Dina een sake oft recht.

margenoot+
D

margenoot+
Ioseph dat is toedoen oft voort meer doen

margenoot*
th. Ick sal huyden door alle uwe cudde gaen.

margenoot+
F

margenoot+
G


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken