Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .x. Capittel.

1

Ga naar margenoot+IN dien tijden sprac die HEERE tot mi Verhowet twee steenen tafelen gelijck die eerste waren, Ga naar margenoot+ ende coemt tot mi, opten berch, ende maect een houten Arcke,

2

ende ic sal op die tafelen scriuen, die woorden die op die eerste waren, die ghi ghebroken hebdt, ende ghi sultse in die Arcke legghen,

3

alsoo maecte ic een Arcke van vueren houte, ende ick hieu twee steenen tafelen, gelijc die eerste waren, ende ic ghinck opten berch hebbende die twee steenen tafelen in mijn handen.

[pagina l5r]
[p. l5r]

4

Ga naar margenoot+Doen schreef hi op die tafelen, ghelijc dat eerste ghescrift was, die thien woorden die die HEERE tot v ghesproken hadde, Ga naar margenoot+van wten viere opten berch, doen dat volc verghadert was, ende die HEERE gafse mi,

5

Ende ick keerde mi, Ende ic ghinc vanden berge, ende ick stelde die twee steenen tafelen, in die Arcke die ic gemaect hadde, dat die aldaer zijn souden, so mi die HEERE gheboden hadde.

6

Ende die kinderen van Israel reysden van Beroth der kinderen Iaacon tot Mosera aldaer sterf Aaron, Ga naar margenoot+ ende hi is aldaer begrauen, Ende zijn sone Eleasar wert in zijn stede priester,

7

Van daer trocken si tot Ga naar margenoot* Gadgad, Van Ga naar margenoot* welcker plaetsen) hebben si haeren heyrleghere verset in Iatbatha, dat een landt is daer beken zijn ende wateren,

8

In dien seluen tijden scheyde die HEERE wt dat geslachte Leui, om die Arcke des verbonts des HEREN te draghen, ende om te staen voor den HERE om hem te dienen, ende om sinen naem te louen, tot op desen dach,

9

Daeromme en sullen die Leuiten, gheen deel, noch erue met haeren broederen hebben, Want die HEERE is haer erue, so die HEERE uwe God dat dat hen Ga naar margenoot* ghelouet) heeft.

10

Ga naar margenoot+Ende ick stonde opten berch, gelijc te voren veertich daghen ende veertich nachten ende die HEERE verhoorde mi oock die reyse, ende hi en woude v niet verderuen,

11

Ende hi sprack tot mi, Staet op, ende gaet henen, dat ghi voor den volcke trect, dat si daer inne comen en dat lant besitten, dat ic haeren vaderen gesworen hebbe hen te gheuen.

12

☞ Ende nv Israel, wat eyscht die HEERE uwe God van v, Dan dat ghi den HEERE uwen God vreest, ende dat ghi in alle zijn wegen wandelt, ende hem lief hebt, ende dient den HEERE uwen God, van geheelder herten ende van geheelder zielen,

13

ende dat ghi die geboden des HEEREN ende zijn zeden houdt, die ick v huyden gebiede, op dat v wel gae,

14

Siet hemel ende alder hemelen hemel, ende aerde, ende al datter in is, dat is des HEEREN ws Gods,

15

Nochtans heeft hi alleen, tot uwen vaderen hem gheuoecht, ende hi heeftse lief gehadt, ende hi heeft haer zaet wtuerkoren nae hen, dat is v, bouen alle volck, gelijct huyden blijct

16

☞ Hierom besnijdet uwer herten slofkens, Ga naar margenoot+ ende en weest niet meer hartneckich,

17

want die HEERE v God is een God alder Goden, Ende heere bouen alle heeren, een groot God, Machtich ende veruaerlijck, Die gheenen persoon wt en neemt, Noch gheen ghiften en neemt,

18

Ende hi doet recht, den [kolom] weesen ende den weduwen, ende hi heeft die vremdelinghen lief, gheuende hen spijse, ende kleederen,

19

Daeromme soo suldy oock die vremdelinghen liefhebben, Want ghi hebt ooc vremdelingen in Egypten lant geweest

20

☞ Den HEERE uwen God suldy vreesen ende hem alleen suldy dienen, hem suldy aenhanghen, ende bi sinen naem sweeren,

21

Hi is uwen lof, ende uwen Godt, die bi v alsulcken groote ende veruaerlijcke dinghen gedaen heeft, die welcke uwe ooghen ghesien hebben,

22

Vwe vaderen reysden af in Egypten met tseuentich zielen, Maer nv heeft v die HEERE uwe God vermenichfuldicht gelijck als die sterren des hemels.

§ Een vermaninghe die wet te houden, Die wet int herte ende voor die ooghen altijt te houden, Ende die ghebenedijnge der houders der wet ende die vermaledijnghe der ouertreders.

margenoot+
A
margenoot+
Exo. xxxi.

margenoot+
B
margenoot+
Nu. xxi.d.

margenoot+
Arons graf.

margenoot*
theb. Gudgod
margenoot*
theb. Gudgod.

margenoot*
the. geseyt

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken