Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ISt datter een propheet oft droomer onder v luyden op staet, ende seyt v te voren een teeken oft wonder,

2

ende dat teeken oft wonder volcht, daer hi v af gheseyt heeft,

[pagina l6v]
[p. l6v]

ende seyt hi, laet ons gaen ende andere Goden na volghen, die welcke ghi niet en kent, ende hen dienen,

3

So en suldi dan alsulcken propheets oft droomers woorden niet hooren.

Want die HERE uwe god proeft v, om dat hem kennelijc wesen soude, oft ghi hem van gantser herten, ende van gantser zielen lief hebt,

4

Den HEERE uwen Godt suldi nae volgen, ende hem vreesen, ende zijn geboden houden, ende zijn stemme hooren, ende hem dienen, ende hem aenhanghen,

5

Maer den propheet oft droomer salmen dooden, om dat hi ghesproken heeft, van v af te keeren vanden HEERE uwen God, Ga naar margenoot+ die v wt Egypten lant gheleyt heeft, ende v vanden diensthuyse verlost heeft, ende om dat hi v wten weghe stooten wilt, die v die HEERE uwe Godt gheboden heeft, dat ghi daer inne wandelen soudt, op dat ghi dien quaden van dat midden van v luyden wech doen soudt.

6

Als v uwe broeder, uwer moeder sone, oft uwe sone, oft dochter, oft uwe wijf die in uwen arme rustende is, oft uwe vrient, die met v is als uwe ziele, v raden sal heymelijc ende seggen, laet ons gaen ende dienen anderen goden, die ghi niet en kent, noch v vaderen,

7

die onder die luyden zijn om v al om, oft si na bi v zijn oft verre, van aen dat een eynde der werelt totten anderen,

8

so en zijt hem niet gewillich, noch en verhoort hem niet, uwe ooghe en sal hem niet sparen, noch en ontfermet hem niet, dat ghi hem bedect,

9

Maer ghi sult hem ter stont dooden, v hant sal die eerste op hem zijn om hem te dooden, ende daer nae der gemeynten hant,

10

men sal hem doot steenen, Ga naar margenoot+ Want hi woude v trecken vanden HERE uwen God, die v wt Egypten lant vanden diensthuyse gheleyt heeft,

11

op dat alle Israel hoore, ende vreese, ende niet meer alsulcke quaet voor en neme onder v luyden.

12

Als ghi van eenige stadt hoort, die v die HEERE v God ghegeuen heeft, om daer in te woonen, datmen seydt,

13

Daer zijn Belials kinderen wtghegaen onder v luyden, ende si hebben die borgers van haerder stadt veruoert segghende, Laet ons gaen ende dienen anderen Goden, die ghi niet en kent,

14

dan suldi wel soecken, verheyschen, ende vragen, ende als ghijt naerstelijcken ondersocht hebt, ist dat ghi dan beuint die waerheyt, dat sekeerlijc also is, dat dese grouwelicheyt onder v luyden gheschiet,

15

dan suldi terstont die borghers van dier seluer stat slaen, met de scerpte des sweerts, ende ghi sultse Ga naar margenoot* te niet doen) met al dat daer in is, ende haer vee ooc [kolom] met die scerpte des sweerts,

16

Ga naar margenoot+Ende al haeren roof suldi vergaderen midden op die strate, ende metten viere verbernen beyde die stadt, ende alle haeren roof, deen metten anderen, den HEERE uwen Gode, alsoo dat si eewichlic op eenen hoop ligge, ende nemmermeer gesticht en worde,

17

Ende van Ga naar margenoot* dier vermaledijtheyt) en sal niet aen uwe hant hanghen, op dat die HEERE vander gramscap zijns torens gekeert worde, gheuende v barmherticheyt, ende dat hi uwer ontferme, ende dat hy v vermeerdere, also hi dat uwen vaderen ghesworen heeft,

18

om dat ghi ghehoort hebt ws HEEREN ws Gods stemme, houdende alle zijn gheboden, die ic v heden ghebiede, doende alle dat recht is, voor des HEEREN ws Gods ooghen.

§ Hoe dat volck van Israel die beweeninge der dooden den heydenen niet uolgen en mochten, Wat gedierte dat suyuer is om te eten, dwelck niet suyuer en is den volcke van Israel.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot*
the. verbannen.

margenoot+
D

margenoot*
th. Harem ยง Harem dat is verbandt, oft wt gesloten vander gemeynte, int griecx anathema


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken