Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Iosue maecte hem vroech op, ende si verstelden haer heyrlegers van Sethim wtghaende, ende quamen aen die Iordane hi ende alle die kinderen van Israel, ende bleuen aldaer Ga naar margenoot* drie daghen,

2

Ende als die ouerleden waren) ginghen die boden midden door den heyrleghere,

3

ende begon-[kolom]sten te roepen, Als ghi sien sult die arcke des verbonts des HEEREN ws Gods, ende die priesters wten gheslachte Leui die draghen, soo trect wt van uwe plaetsen, ende volghet die na,

4

nochtans dat tusschen v ende haer ruymte si, by twee duysent cubitus, Ghi en sult haer niet ghenaken, op dat ghi weten moecht, op welcken wech ghi gaen sult, want ghi en hebt dien wech noyt gegaen

5

Ende Iosue sprack totten volcke, heylighet v, want morghen sal die HEERE wonderlijcke dinghen onder v doen,

6

Ga naar margenoot+Ende totten priesteren sprack hy, draecht die Arcke des verbonts, Ga naar margenoot+ ende gaet voor dat volck henen, Ende si volbrochten dat hen beuolen was, ende droeghense, ende ghinghen voor dat volck.

7

Ende die HEERE sprac tot Iosue. Huyden sal ic beginnen v groot te maken, ende te verheffen voor alle Israel, op dat si weten, dat gelijc ic met Moysi geweest ben, dat ic oock alsoo met v ben,

8

Ende ghebiet ghi den priesteren die die arcke des verbonts dragen, ende segt hen, Als ghu vore int deel vanden watere des Iordaens ghetreden sult zijn, soo staet stille daerinne.

9

Ende Iosue sprack totten kinderen van Israel, Coemt herwaerts, ende hoort die woorden des HEEREN ws Gods,

10

Ende sprack noch voortaen, daer bi suldi mercken dat een leuende God onder v is, Ga naar margenoot+ ende dat hi voor uwe oogen wt driuen sal die Cananiten, Hethiten, Heuiten, Pheresiten, Gergositen Amoriten ende Iebusiten,

11

Siet, die arcke des verbonts des Ga naar margenoot* HEEREN) van alle dat aertrijc sal voor v henen ghaen in die Iordane,

12

Bereydet twaelf mannen wten twalef stammen van Israel, wt elcken gheslachten eenen,

13

Als dan die priesters haere voetstappen ghestelt sullen hebben, die de arcke des verbonts des HEEREN, die Godt is van alle daertrijcke, dragen, inder Iordanen wateren, soo sullen die wateren die beneden zijn afloopen, ende verghaen ende die van bouen zijn comende, ouer eenen hoop staen.

14

Daeromme is dat volck wtghegaen wt sinen tabernaculen, op dat si door die Iordane souden gaen, ende die priesters die die arcke des verbonts droegen, ghinghen voor hen,

15

ende als si in die Iordane quamen, Ga naar margenoot+ ende haer voeten voor int water staken (want die Iordaen was vol aen allen haeren oeueren, Ga naar margenoot+ van alderhande watteren inden tijden des oost)

16

doen stont dat water dat van bouen neder quam opgerecht ouer eenen hoo-

[pagina n2r]
[p. n2r]

pe, Ga naar margenoot* als eeenen berch hem verthoonende, ende werden ghesien zeer verre vander stadt die ghenoemt wort Edom, tot der plaetsen Sarthan,) Maer dat water dat totter zee nederwaert liep, totter soute zee Ga naar margenoot* datmen nv heet die Doode zee) dat nam af ende veruloeyde.

17

Also ghinck dat volck ouer teghen Ga naar margenoot* die Iordane,) Ende die Priesters die die Arcke des verbonts des HEREN droeghen, stonden op die drooghe aerde midden in die Iordane opgheschort, Ende alle Ga naar margenoot* dat volck) ghinck door den drooghen grontbodem des waters.

§ Hoe Iosue twaelf steenen doet stellen int midden vanden Iordane, ende twaelue opt drooghe aen die Iordane, op dat die nacomelinghen daer aen Gods crachtighe hant souden bekennen.

margenoot+
A
margenoot*
theb. ouer nacht eer si ouer reysden, Ende na drie dagen

margenoot+
B
margenoot+
Leui. xx.b. Nume. i.d. i.re. xvi.b.

margenoot+
C

margenoot*
theb. heerschappers

margenoot+
D
margenoot+
Ec. xiiij.c.

margenoot*
h. zeer verre vanden luyden der stadt, die ter syden Zarthan leet.
margenoot*
ten is niet int. heb.

margenoot*
th. Ierico
margenoot*
th. Israel.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken