Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .v. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIe kinderen Ruben des eersten soons Israel, want hi was die eerste geboren sone, Maer om dat hi zijns vaders bedde veronreynichde, so wert sine eerste gheboorte, Iosephs kinderen Israel sonen gegeuen, ende hi en wert niet gherekent totten eersten gheboren,

2

Want Iuda dye die machtichste was onder sine broederen Ga naar margenoot* van sinen wortel zijn princen voortghecomen) Maer Ioseph is toe ghescict die eerste geboorte,

3

Aldus soo zijn nv Rubens kinderen Israels eerste sone, Henoch, Phallu, Hezron, ende Charmi.

4

Iohels kinderen waren, Samaia, des sone Gog, zijn sone was Semei,

5

zijn sone was Micha, zijn sone was Reaia, zijn sone was Baal,

6

zijn sone was Beera, den welcken Theglath Ga naar margenoot* Phalassar,) die coninc van Assyrien wech gheuanghen leyde, Ende hi was een prince onder Rubens geslachte,

7

Maer sine broeders onder sine gheslachten, als si onder haere gheboorten gherekent werden, hadden si tot hoofden Iehiel, ende Sachariam.

8

Ende Bala Asan sone, des soons Sama des soons Ioel, dye woonden tot Aroer, ende tot Nebo, ende Baal Maon toe,

9

Ga naar margenoot+ende woonden teghen dat oosten tot datmen comt aen die woestine aent water Euphraten, Want haers vees was vele inden lande Galaad,.

10

Ende inder tijt van Saul, voerden si oorloghe teghen die Agarenen, ende versloegense, ende woonden voor haer inder ghenen wooninghen teghen die gheheele oosten side, die haer keert teghen Galaad.

11

Doen woonden Gads kinderen teghen

[pagina z5v]
[p. z5v]

hen ouer inden lande Basan, tot Selcha toe,

12

Ioel die voornaemste, ende Saphan die andere, Iaanai ende Saphat te Basan,

13

Ende haere broeders na de huysen haerder maesschappen waren, Michael, Mosollam, Seba, Iorai, Iaachan, Sia, ende Eber, die seuen,

14

Dit zijn Abihail kinderen, des soons Huri, des soons Iaroah, des soons Galaad des soons Michael, des soons Iesisai, des soons Iahaddo, des soons Bus.

15

Ga naar margenoot* Ende dye broeders Abdiels sonen,) des soons Guni vanden ouersten princen inden huyse haerder vaders,

16

ende woonden tot Galaad in Basan, ende in haeren dochteren, ende in Ga naar margenoot*) haere voorsteden van Saron, tot aen haere eynden.

17

Dese werden al ghetelt inder tijt Ioathan des conincs van Iuda, ende Ieroboam des conincs van Israel.

18

Ga naar margenoot+Rubens kinderen, die Gadditen ende thalue gheslachte Manasse waren strijdtbaer mannen, die schilden ende swaerden voerden, ende boghen consten spannen, dier was vierenueertich duysent, ende seuen hondert, ende tsestich, die int heyr trocken.

19

Ende si streden teghen die Agarenen ende die Itureen, ende Naphas, ende Nodab

20

holpen hen ende die Agarenen zijn in haere handen geleuert, ende alle dat met hen was, Want si riepen, Godt aen inden strijt, ende hi verhoordese, om dat si in hem ghelooft hebben.

21

Ende si voerden wech al dat si besaten, haere vee, vijftich duysent kemelen, twee hondert ende vijftich duysent scapen, twee duysent ezelen, Ende hondertduysent menschen zielen,

22

Maer aldaer vielen vele ghewonde, Want den strijdt was des HEEREN, Ende si woonden in haer plaetse, totter tijt toe doen si wech gheuoert werden inder gheuanckenisse.

23

Ga naar margenoot+Maer die kinderen des haluen geslachts Manasse besaten tlant, van Basean aen, tot Baal Hermon, ende Sanir, ende den berch Hermon, want haerder was vele int getal

24

Ende dese waren die hoofden des huys haerder vaders, Epher, Iesi, Eliel, Asriel, Ieremia, Hodawia, Iahdiel machtige geweldighe mannen, ende vermaerde vorsten inden huyse haerder vaders.

25

Ende si hebben den Godt haerder vaders verlaten, ende hoereerden nae den afgoden der volcken des landts, die Godt voor hen wtgheroeyt hadde,

26

also verwecte die God van Israel den gheest Phul, des conincs van Assyrien, ende den geest Theglath Ga naar margenoot* Phalassar) des conins van Assirien, ende voerdese [kolom] wech, die Rubeniten, Gaddit, ende thalue gheslachte Manasse, ende brachtse tot Halech, ende Habor, ende Ara, ende aent watere Gosan, tot desen daghe toe.

§ Van die kinderen Leui die die sangers waren, Ende vanden ghenen diet ruecwerck aen staken.

margenoot+
A

margenoot*
thebr. dien werdt dat vorstedom voor hem ghegeuen.

margenoot*
h Pilneser

margenoot+
B

margenoot*
th. Ahi Abdiels sone.

margenoot*
thebr. alle.

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
thebr. Pilneser.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken