Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxxvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+HIer af is mijn herte veruaert, ende is beroert van zijnder plaetsen,

2

hi sal hooren de hooren inden anxte zijnder stemmen gheluyt, ende die sprake die van sinen monde wtgaet

3

Hi aenmerct bouen alle hemelen, ende zijn licht schinet op die eynden der aerden.

4

Na hem sal een gheluyt briesschen, ende hi sal donderen met een stemme zijnder grootheit alsmen sine stemme gehoort heeft, en salmense niet doorgronden,

5

God sal donderen met sine stemme wonderlic die groote dingen doet ende onbegripelijc,

6

Hi ghebiet den snee Ga naar margenoot* dat hi nedercome) opter aerden, Ende totten reghen des winters, ende den plasregen Ga naar margenoot* van zijnder stercte)

7

Ga naar margenoot+Diet beteekent in die handen van allen menschen, op dat elckerlijc bisonder zijn wercken bekennen souden.

8

Dat wilt diere gaet in die holen, ende sal woonen in zijn plaetse,

9

Vant Ga naar margenoot* binnenste) sal comen onweder, ende van noorden coude,

10

Als God waeyet, soo wast die vorste te samen, ende wederom worden die wateren alder breedste ghestort. Ga naar margenoot*

11

Die tarwe begheert die wolcken), ende dye wolcken spreyden wt haer licht,

12

dat alle dinghen rontsom gaet, doormercken daerse den wille des regeerders hebben wil, dat zijt beschicken, al wat hi hen ghebiet op daertrijcke,

13

het si ouer een geslachte, oft in haer lant oft in wat stede zijnder ontfermherticheyt, hi ghebiet datse gheuonden souden worden.

14

Iob hoort hier na, staet ende merct die wonderlicheden Gods,

15

weet ghi wanneer Godt den reghen beual dat hi verthoonen soude dlicht van sinen wolcken?

16

weet ghy ooc dye groote papen der wolcken? ende kendy dye volcomen consten?

17

Ga naar margenoot+En zijn v cleederen nyet heet als het aertrijc bewaeyet is vanden zuyden wint?

18

Ghi hebt ter auontueren met hem die hemelen getimmert, die alderuaste zijn [kolom] recht oftse van metaele gheghoten waren,

19

Thoont ons wat wi hem seggen sullen, want wy worden beuonden in duysternisse,

20

Wie sal hem vertellen dat ic spreke? Ist ooc dat yemant spreket, die sal worden verslonden,

21

Maer nv en sien si dat lichte niet.

Haestelijck sal die locht verandert worden in wolcken, Ga naar margenoot+ ende eenen doorghaenden windt salse veriaghen,

22

Van noorden coemt het Ga naar margenoot+ gout, Ga naar margenoot* ende van God vreesachtighe louinghe)

23

want wi en moghen hem niet weerdelike vinden Hy is groote van stercheit, ende in oordeel ende rechtueerdicheit, ende hi en mach hem nyet wt sprekende vertellen.

24

Daer omme sullen hem dye mannen vreesen, ende alle dye hen seluen laeten duncken, dat si wijs zijn, en sullen hem nyet dorren aenscouwen.

§ Hoe God zijn wonderlicheden Iob vertelt, die hi vant beghinne ghedaen heeft.

margenoot+
A

margenoot*
the. ende hi comet terstont.
margenoot*
the. is daer mede ghemaect.

margenoot+
B

margenoot*
th. zuyden

margenoot*
the. door den neuel brect zijn lichte.

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
gout dat is claer weder so claer, als fijn gout
margenoot*
th. ten loue voor den veruaerlijcken God


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken