Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .vij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+MIne kint, bewaert mijn redenen, ende verbercht mijn geboden bi v Ga naar margenoot* Mijn sone, eert den HEERE, ende ghi sult weluaren, ende behaluen hem en vreest gheenen vremden)

2

Houdt mijn gheboden, so suldi leuen, ende mijn wet, gelijc uwen ooghen appel.

3

Bintse aen uwe vingeren, Schrijftse op die tafele ws herten.

4

Segget totter wijsheyt, ghi zijt mijn suster, ende noemt die voorsichticheyt uwe vriendinne,

5

Op dat ghi bewaert wort van haer voor dat vremde wijf, voor een andere die haer woorden soet maect. [kolom]

6

Ga naar margenoot+Want door die venster mijns huys, sach ic door die tralien Ga naar margenoot*) eenen iongelinc,

7

ende sach cleyne kinderen, ende ic wert ghewaer onder die kinderen eens sotten ionghelincks,

8

die ghinck opter straten aen eenen hoeck, ende ghinc opten wech aen haeren huyse,

9

inder schemeringe aenden auont des daechs, doent nacht wert ende doncker was.

10

Ende siet, daer gemoette hem een wijf in lichter vrouwen cieringe, Ga naar margenoot* bereyt om zielen te bedriegen) clapachtich, wilt ende ongebonden,

11

dat haer voeten in haeren huysen niet gebliuen en konden,

12

nv is si buyten, nv op die straten, ende leget lagen in allen hoecken,

13

Ende als si den iongelinc gegrepen hadde, custe si hem, ombeschaemt, ende sprack tot hem,

14

Ick hebbe huyden Ga naar margenoot* offerhande) voor mi betaelt voor mijn gelofte,

15

Daeromme ben ic wtgheghaen, om v te ghemoeten, begerende v te sien, ende hebbe v gheuonden,

16

Ick hebbe mijn bedde Ga naar margenoot* in een geuoecht met coordekens) ende ouerdect met ghebeelde tapisserie wt Egypten,

17

Ga naar margenoot+Ic hebbe minen legher met myrren, Aloes en caneel bespreyt,

18

Coemt, laet ons vanden borsten droncken worden, ende ghebruycken Ga naar margenoot* die omhelsingen) die wi begeert hebben tot dat den dach verlichtet,

19

Want die man en is niet thuys, hi is eenen zeer verren wech getrocken,

20

Hi heeft den ghelt sack met hem genomen, Ga naar margenoot* Inden dach der volder Manen sal hi wederomme thuys comen,)

21

Si stricter hem toe met veel woorden, ende track hem daer inne met haeren smeekende lippen,

22

Hi volchde haer ter stont nae, ghelijc eenen osse ter vleeschbanck gheleydt wort, ende gelijc Ga naar margenoot* een verweent lam, ende hi en weet niet, dat die sot totten boeyen geleydt wort,)

23

tot dat hem den pijl die leuere splijtet, Ghelijck een voghel totten stricke haestet, ende en weet niet dattet hem dat leuen gheldet.

24

Ga naar margenoot+So hoort mi nv, mijn kinderen, ende aenmerct die woorden mijns monts.

25

En laet v herte niet wtghetoghen worden op haeren wech, ende en laet v niet verleyden op haerder banen,

26

Want si heefter vele ghewont ende neder geworpen, ende alderley machtige zijn van haer vermoort,

27

Haer huysen zijn helsche wegen, daermen onderwaeerts varet in des doots camere.

§ Hoe die wijsheyt haer leeringe acht, ende bouen alle rijcdommen stelt Ende seyt dat si eewich is den hemelscen vade ghelijc, ende met haer alle dinck ghescapen heeft.

margenoot+
A
margenoot*
ten is niet int heb.

margenoot+
B
margenoot*
the. onder den thoren

margenoot*
the. listich.

margenoot*
theb. vreedsaem offer

margenoot*
thebr. met vercieringe verciert

margenoot+
C

margenoot*
the. die liefde.

margenoot*
thebr. Wie weet wanneer hi sal thuys comen.

margenoot*
the. totten boeyen, daermen die sotten castijt

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken