Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xiij. Capit.

1

Ga naar margenoot+EEn wijs sone Ga naar margenoot* is die leeringhe des vaders) maer die een spotter is, en hoort daer niet na als hi berispt wort. [kolom]

2

Een man wort verzaeyt met goet vander vrucht des monts, Maer die ziele der onduechdeliker is onrechtuaerdich.

3

Wie sinen mont bewaert, die bewaert zijn ziele, Maer wie onbedacht is om te spreken, die sal quaet gheuoelen.

4

Die luye Ga naar margenoot* wil, ende en wil niet, Maer die ziele der neerstigher wercluyden sal vet worden.)

5

Die rechtuaerdighe sal verachten lueghenachtige woorden, Maer die ongodlijcke beschaemt, ende Ga naar margenoot* sal beschaemt worden.)

6

Ga naar margenoot+Die rechtueerdicheyt behoet den wech des onnooselen, Maer dongodlijck wesen terdet den sondaer onder die voeten.

7

Ga naar margenoot* Daer is een alleleens recht of hi rijc waer die niet en heeft, ende daer is een recht oft hy arme waer, die nochtans in vele rijcdommen gestelt is.)

8

Die rijcdommen zijn den manne die verlossinghe zijnder zielen, Maer die arme en verdraecht gheen berispinghe.

9

Dat licht der rechtuaerdigher maect vrolijc, Maer die lanterne der ongodliker sal wtghebluscht worden.

10

Onder den hoouaerdigen is altoos twist, maer die met raet alle dingen doen, die woorden met wijsheyt gheregeert.

11

Die haesten rijcdomme sal gemindert worden, Maer die allenskens metter hant verghadert wort, sal vermenichfuldicht worden.

12

Ga naar margenoot+Die hope die wtghestelt wort, benaut Ga naar margenoot* die ziele,) maer eene begheerte die daer coemt, is eenen boom des leuens.

13

Wie dat Ga naar margenoot* eenich dinck) lastert, verbindt hem seluen in toecomenden tijden, Maer wie dat ghebot vreest, die sal vrede hebben.

Ga naar margenoot* Die bedriechlike zielen dwalen in sonden, Maer die rechtueerdige zijn barmhertich ende ontfermen.)

14

Die wet des wijsen is een leuende fonteyne, om die stricken des doots te miden.

15

Een Ga naar margenoot* goede leeringhe) geeft ghonste, Maer inden wech des versmaders is een verslijndende grippe

16

Een loos mensche doet alle dinc met raet, Maer die een sot is, doet open die sotheyt.

17

Een ongodlike bode sal vallen int quaet ongeluc, maer een getrouwe legaet is heylsaem.

18

Wie castiende onderwisinghe laet varen, dien behoort armoede ende schande toe, Ga naar margenoot+ maer wie die straffinghe bewaert, sal ter eeren comen.

19

Als een begeerte coemt, die doet der zielen saecht, Maer die sotten verachten hem die dat quaet mijdet.

20

Wie metten wijsen omme gaet, die sal wijs worden, maer so wie der sotten vrient is, die sal Ga naar margenoot* hen gelijc worden.)

21

Ongeluc veruolcht die sondaers, maer den rechtuaerdighen sal goet

[pagina C5r]
[p. C5r]

worden vergouden,

22

De goede laet erfgenamen achter zijn kinderen ende kints kinderen, maer des sondaers goet, wort den rechtuaerdigen voor ghespaert.

23

Vele spise, is in der Ga naar margenoot* landen der vaderen), maer den sommigen wordense verghadert, sonder oordeel.

24

Wie zijn roede spaert, die hatet sinen sone, Maer wie hem lief heeft, die onderwijst hem naerstelic

25

Die rechtuaerdighe etet, ende veruult zijn ziele maer der ongodlijcker buyc, is altoos onuersadelijck.

§ Van een wise vrouwe, van der ossen starcheyt, van den sot, van den bedriechlijcken wech.

margenoot+
A
margenoot*
the. laet hem leeren vanden vader

margenoot*
th. begeert ende zijn ziele en heeft toch niet

margenoot*
th. versmaet

margenoot+
B

margenoot*
h. Daermen meynt het si rijcdom, daer en ist niet Ende daermen meynt het si armoede daer is oueruloedicheyt.

margenoot+
C
margenoot*
h. therte.

margenoot*
th. woort
margenoot*
ten is niet int hebree.

margenoot*
the. aengenaem cloecheyt

margenoot+
D

margenoot*
th. ongeluc hebben

margenoot*
the. armen gewenden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken