Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+EEnen drooghen bete, is beter met ghenuechte, dan een huys vol gheslaghender beesten, met twiste.

2

Een voorsienich wijs knecht, sal regeren, ouer sotte kinderen, Ende sal onder den broeren, die erue wt deelen.

3

Ghelijck metten vier, dat siluer, ende inden ouen dat gout gheproeft wort, Alsoo proeft die HEERE, die herten.

4

Een quade Ga naar margenoot* is onderdanich, der quader) tongen, Ende een bedriechlijck mensche, is onderdanich, den logenachtigen lippen.

5

Wie den behoeuenden bespottet, die verwijt dat, des seluen scheppere, ende wie hem van eens anders valle verblijt, en sal niet Ga naar margenoot* onghepnicht) zijn.

6

Der ouders croone, zijn kints kinderen, Ende der kinderen eere, zijn haere vaderen.

7

Den sotte, en betamen gheen kostelike woorden, noch eenen prince, die loghenachtighe lippen.

8

Ga naar margenoot* Dat verwachten des verwachters, is een aengenaem costelijck steen) Waerwaerts hi hem keert, Ga naar margenoot* verstaet hi voorsienlijck.)

9

Wie die sonde bedect, die soect vrientschappe, Maer wie die sake ander ende andermael verhaelt, Ga naar margenoot+ die scheydt die vereenichde met verbont.

10

Ga naar margenoot+Schelden veruaert meer, aen den verstandighen, Dan hondert slaghen, aen den sotten.

11

Die boose soect altoos twistighe dinghen, maer daer sal een wreede Ga naar margenoot* Enghele) teghen hem ghesonden worden.

12

Het is beter eenen bere te gemoeten dien die ionghen berooft zijn, dan eenen Ga naar margenoot* sotten, die in zijnder sotheyt betrouwen heeft.)

13

Wie goet met quaet loont, Van des huyse en sal tquaet niet ghaen.

14

Dat beghinsel des gekijfs, is Ga naar margenoot* hi die een water wt laet loopen, Ende eer hi soude liden schande, verlaet hi dat oordeel.)

15

So wie den ongodlijcken rechtuaerdich seyt te wesen, Ende den rechtuaerdighen verdoemt, Ga naar margenoot+ die zijn alle beyde, bi den HEERE een afgrijselicheyt.

16

Wat batet den sotten, dat hi rijcdom heeft, als hi gheene wijsheyt en kan ghecoopen. Ga naar margenoot* Die zijn huys hooch maect, die soect den val

[pagina C6v]
[p. C6v]

Ga naar margenoot* ende die schout onderwesen te worden, sal in quade ongeluck vallen.)

17

Een die een vrient is, bemint altoos, Ende een broeder wort inder noot beuonden.

18

Ga naar margenoot* Een sot sal blischap met de handen te slaen thoonen, als hi borge gheworden is voor sinen vrient.)

19

Wie twist Ga naar margenoot* ouerleyt,) die bemint sonde, Ende so wie sinen Ga naar margenoot* mont) verheft die soect den val.

20

Een die verkeert van herten is, en vindet niet goets, Ende die van verkeerder tongen is, sal in ongeluc vallen

21

Ga naar margenoot* Een sot is geboren, tot zijns selfs schande) Ende eens sotten vader, en sal ooc hem niet verblijden.

22

Een vrolijck herte maect dat leuen lustich, Ga naar margenoot+ Maer eenen bedroefden gheest verdrooghet dat gehebeente.

23

Die ongodlike neemt gheschencke wt den schoot, Om die paden des oordeels te Ga naar margenoot* verkeeren.)

24

Wijsheyt is lichtende wt des verstandigen aensichte, Maer des sotten oogen sien op die eynden der aerden.

25

Een sotte sone, is zijns vaders Ga naar margenoot* gramscap) ende een bedroeffenisse zijnder moeder, Ga naar margenoot+ die die hem ghebaert heeft.

26

Het en is niet goet, schade den rechtuaerdighen te doene, Noch den prince te slaen, die rechtuaerdich oordeelt.

27

Die zijn reden met mate regeert, is geleert ende voorsichtich, Ende een onderwesen doorsocht man, heeft eenen edelen dierbaren gheest.

28

Waert dat een sot sweech, soo worde hi oock wijs gerekent, Ende verstandich, waert dat hi sine lippen te samen dructe.

§ Van die scheydinghe der vrienden, van eens mans woorden, van bi die waerheyt te bliuen, van eens dwaes mont, van den rechtuaerdighen die bi hem seluen beschuldicht, ende van den broedere die den anderen helpt.

margenoot+
A

margenoot*
the. achtet op quade

margenoot*
th. onschuldich

margenoot*
th. Dat geschenck is eenen edelen steen, dien diet heeft
margenoot*
the. vaert hi cloeclijc

margenoot+
the. meldet

margenoot+
B

margenoot*
thebr. bode

margenoot*
h. sot in zijnder sotheit

margenoot*
h. gelijc een water wtruischt, ende door twist breydet hem wt

margenoot+
C

margenoot*
ten is niet int hebree.
margenoot*
ten is niet int hebree.

margenoot*
h. Tis een sot die aen de hant geloeft, Ende borghe wort voor sinen naesten

margenoot*
th. bemint.
margenoot*
the. duere

margenoot*
th. Een sot bedroeft hem seluen.

margenoot+
D

margenoot*
th. buygen

margenoot*
ยง de einden dat is, hy heeft een wildt ghebaer
margenoot+
theb. droefheyt


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken