Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ICk Ga naar margenoot* heb mi tot anderen dingen gekeert, ende ic sach, dat onrechte oueruallinghen met luegenen die onder die Sonne gescieden ende die tranen der onnooselen, ende gheenen trooster hebbende) ende datmen niet en mochte wederstaen, den ouerlaste diemen hen dede die berooft waren van die hulpe alder menschen,

2

Doen prees ic die doode meer, dan die leuende,

3

Ende ick heb hem saliger geoordeelt te wesen, dan alle beyde, die noch niet geboren is, noch en heeft niet ghesien, die quade dingen, die onder die Sonne gescieden.

4

Ic heb noch voort aen van bouen aengemerct, op den arbeyt der menschen, ende ic beuant merckende, dat die naersticheit was opengedaen totten nijt des naesten, Ende hierom is daer in oock ydelheyt ende moeyte,

5

Want een sodt slaet die vingeren in malcanderen, ende etet zijn vleesch, seggende.

6

Tis beter een hant vol met rusten, dan beyde die vuysten vol met arbeyt, ende moeyte

[pagina D5r]
[p. D5r]

7

Ga naar margenoot* Ic merkende, vandt noch een ander) ydelheyt onder der sonnen,

8

Daer is een eenighe ende niet zijn andere, ende en hadde noch kint noch broeders, nochtans en hielt hy niet op van te arbeyden, ende sine ooghen en werden niet sadt van rijcdom, wien arbeyde ic doch, ende ontrecke mijnder sielen dat goet? Dat is immer ooc ydelheyt ende een quade moeyte,

9

So ist immer beter te samen te zijn twee dan een, want si ghenieten doch haers Ga naar margenoot* gheselscaps,)

10

Vallet haerder eene so helpet hem zijn gheselle op, Wee dien die alleene is, Want als hi valt, soo en heeft hi geenen anderen die hem ophelpe,

11

Ooc als twee bi malcanderen slapen, verwarmen si malcanderen, hoe sal een alleen warm gheworden?

12

Ende al mach een verwinnen teghen een, twee moghen hem wederstaen, want een drieuoudich snoer en breket niet lichtelijck in twee.

13

Ga naar margenoot+Een arm kint dat wijs is, is beter dan een oude coninck, die sot is, die niet en weet te voorsien.

14

Het gheschiet in toecomenden tijden, dat een wt den kercker coemt totten coninck, Ende een ander die int conincrijcke gheboren is, vergaet van armoede,

15

Ende ick sach dat alle leuende dye onder der sonnen wandelden met den tweeden iongelinc, die voor hem op sal staen,

16

het getal der ghenen dye voor hem gheweest zijn, is ontallijck, Ga naar margenoot+ ende si en sullen hen in hem niet verblijden die na hem wesen sullen, Dat is immer ooc ydelheyt, ende quellinghe des gheests.

17

Bewaert uwen voet als ghi totten huyse Gods gaet, ende coemt, op dat ghi hooret, want die gehoorsaemheyt is veel beter dan der sotten offer, dye niet en weten wat si quaets doen.

§ Niet te vergeefs voor Godt te spreken, van die ghelofte te betalen, Van die sonde niet te ontschuldighen, Van Gods voorsichticheyt niet te loochenen, Van die macht der quader niet te verwonderen.

margenoot+
A
margenoot*
the. keerde mi, ende aensach alle die onrecht lijden onder der Sonnen Ende siet, aldaer waren tranen der ghenen die onrecht lijden, ende gheenen troost,

margenoot*
th. Ic keerde mi, ende sach die.

margenoot*
h. arbeyts

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken