Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIe ontfermherticheyt doet, die woeckert sinen naesten, ende die vermach in die handt, die hout die gheboden.

2

Leekert uwen naesten inder tijt zijnder noot, ende geuet den naesten weder in zijnder tijt.

3

Beuesticht dat woort ende doet ghetrouwelijck met hem, ende ghi sult in alle tijt vinden dat v van noode is.

4

Vele hebben woecker voor een vindinge gheschat, ende hebben den ghenen moeylicheyt ghedaen, die hen holpen.

5

Sij cussen dye handt des gheuers, tot dat sijt ontfaen, ende in die beloften verootmoedighen si haer stemme.

6

Ende inden tijt des wedergheuens sal hy tijt eysschen, ende sal woorden des verdriets ende der murmuratien spreken, ende den tijt beclaghen.

7

Ist dat hy mach, soo sal hy contrarie vallen te betalen.

Ga naar margenoot+ Hy sal nauwelijck eenen haluen schellinck wedergheuen, ende hi sal dat als een vont rekenen

8

Is des niet soo sal hi hem zijn ghelt onthouden. Ende sal hem te vergheefs tot eenen viant houden,

9

ende hy sal hem schande sprekinghe ende vloecken weder gheuen, ende voor eere ende weldaet sal hi versmaetheit wedergheuen.

10

Vele en hebhen hen niet om schalcheyt niet geleet, maer si vreesden te vergheefs bedrogen te worden

11

Maer nochtans ouer den ootmoedighen weest stercker van gedachten, ende en trect hem om die aelmoesse niet.

12

Om des gebots wil neemt den armen tot v, ende om zijn armoede soo en laet hem nyet ydel ghaen.

13

Verlieset gelt om den broeder ende vrient, ende en berghet dat niet onder den steen tot verliesinghe.

14

Sedt uwen schadt in dye gheboden des alderhoochsten, ende het sal v meer vorderen meer dan gout.

15

Ga naar margenoot+Sluit die aelmosse in dat herte des armen, ende dese sal voor v verbidden van allen quade

16

Die aelmoesse des mans is als een borse met hem,

17

ende si sal des menschen gracie bewaren als den oochappel, ende namaels sal si opstaen ende betalen huer loon elcken op huer hooft.

18

Si sal tegen uwen viant vechten bouen eens machtichs schilt, ende bouen zijn glauie

[pagina G2v]
[p. G2v]

19

Een goet man doet sinen naesten trouwe ende diese verliest, sal hem beschaemtheyt achter laten.

20

En vergetet die ionste des borgen niet, want hi heeft zijn siele voor v ghegheuen.

21

Die sondaer ende die onreyne vliet den belouer.

22

Die sondaer scrijft hem seluen toe die goeden des belouers, ende die ondancbare van sinne verlaet denghenen die hem verlost.

23

Ga naar margenoot+Een man belooft van sinen naesten ende als hi die eerwaerdicheyt heeft verloren, so sal hi van hem verlaten worden.

24

Dye alder scalcste belofte heeft veel liefhebbende bedoruen, ende heeftse beroert als dye vloedt der zee.

25

Machtighe mannen al om drayende heeft si doen verhuysen, ende si dwaelden onder die vremde lieden.

26

Een sondaer ouertredende des HEEREN gebot sal in een scalcke belofte vallen, ende die hem pijndt vele te doen, die sal in dat oordeel vallen.

27

Helpet uwen naesten na uwer macht. Ende wacht v dat ghi niet en valt in die schult.

28

Dat beghin des leuens des menschen, is water, ende broot, ende cleedt, ende een huys, bedeckende zijn scamelheyt.

29

Eens arms lijf cost onder dat decsel der berderen, is beter dan lecker moorseelen van plaetse tot plaetse in vremden lande, sonder huys.

30

Dat alder minste sal v voor dat groote behaghen ende ghi en sult dat verwijt uwer onstadicheit nyet hooren.

31

Het is een schalck leuen te herberghen van huyse tot huise, ende daer hy gheherbercht wort en sal hi nyet trouwelic doen, noch en sal den mont niet op doen.

32

Hi sal herbergen, ende spijsen, ende lijden die ondancbare, ende sal noch bitterheden hooren.

33

Ghaet dore ghast, ende bereyt die tafel, ende dat ghi in die handt hebt, daer mede spijst die andere,

34

Gaet wt vanden aensicht mijnre vrienden, mits nootsakelicheyt mijns huys, mits herberge sidi mijn broeder gheworden.

35

Dese dingen zijn swaer eenen mensche die sinne heeft, berispinge des huys ende verwijt des leenders

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken