Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+IN dien dage sal die HEERE besoecken met zijn harde, groote, stercke swaert ouer Leuiathan dat lange serpent als eenen richel, ende ouer Leuiathan dat cromme serpent, ende sal den Ga naar margenoot* waluisch) dooden die in die zee is.

2

In dien dage sal hem den wijngaert des suyueren wijns, singen.

3

Ic ben die HEERE die hem bewaert, haestelijc sal is hem Ga naar margenoot* scencken,) op dat messcien niet besocht en worde tegen hem, ic bewaer hem nacht ende dach.

4

Mi en is gheen verbolgentheit, Wie sal mi geuen tot een Ga naar margenoot* brame) ende doorn tot strijdt ic sal ouer haer gaen, ic salse te gader verbernen.

5

Oft sal ic lieuer mijn stercheyt houden? Ga naar margenoot+ hi sal mi vrede maken, vrede sal hi mi maken.

6

Ga naar margenoot* Die in sal comen met eenen ghedruysche van Iacob) ende Israel, sal bloeyen ende vrucht maken, ende si sullen dat aensicht des aertrijcs veruullen met zade. Ga naar margenoot+

7

Heeft hi hem ooc geslagen na die plage des genen die hem sloech? Ga naar margenoot+ Oft is hi so verslaghen, so hi doot geslagen heeft zijn dooden

8

Ga naar margenoot* In mate tegen die mate) als si verworpen is, soo sal hise oordeelen. Hi heeft gedacht in sinen harden geest, inden dage der hitten.

9

Daerom sal die onrechtuaerdicheyt van Iacobs huys vergeuen worden, ende Ga naar margenoot* dit is alle die vruchte, dat zijn sonden wech genomen worden, als hi alle die steenen des outaers geset heeft, in stucken ghestooten, gelijc asschen steenen, die boschkens ende tempelen en sullen niet staen.)

10

Want die vaste stat sal alleen verlaten zijn, die scoone sal zijn verlaten gelijc die woestine, daer sal dat calf weyden, ende daer salt rusten, ende het sal zijn taxkens af eten.

11

Ga naar margenoot* In die droocheyt haers oofts sullen die vrouwen in stucken gewreuen worden, die comen, ende haer leeren) want het volc en is niet wijs, Daerom en sal hi zijns niet ontfermen die hem gemaect heeft, ende die hem gescepen heeft en sal hem gheen genade doen.

12

Ende tsal zijn in dien dage, dat die HERE dorsschen sal vanden loope des strooms, totter beken van Egypten, ende ghi Israels kinderen sult vergadert worden een ende een.

13

Ende het sal zijn in dien daghe, dat met een groote trompet geblasen sal worden, ende si sullen comen die verloren waren vanden lande van Assyrien, Ga naar margenoot+ ende die wt geworpen waren vanden lande van Egypten, ende si sullen den HERE aenbidden opten heiligen berch van Ierusalem.

[kolom]

§ Vanden toorn Gods tegen Ephraims hoouaerdicheit, ende van die dronckenscap der priesteren, ende tegen die princen ende bespotters, Ende dat Christus soude geboren worden, Ende van die pene ende straffinge der bespotters.

margenoot+
A
margenoot*
h. zeedraec

margenoot*
th. wateren

margenoot*
theb. distel

margenoot+
B

margenoot*
th. Het sal comen dat Iacob sal wortelen.
margenoot+
Ie. xxxiij.

margenoot+
C

margenoot*
the. dubbel mate

margenoot*
th. dese sal al die vruchte zijnder sonden wechdoen, als hi alle altaer steenen maket, gelijck ghebroken kalcsteen, die linden ende afgoden nymmermeer opgerecht en worden.

margenoot*
thebr. haer schueten sullen van drochten verdoren Daer sullen oock vrouwen comen diese onderwisen sullen

margenoot+
D

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken