Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxxviij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde des HEREN woort geschiede tot mi seggende,

2

Des menschen sone, sedt v aensicht tegen Gog Ga naar margenoot* ende Magogs lant, den prince van Mosochs ende Tubals hoofde,) ende propheteert van hem,

3

ende ghi sult tot hem seggen, Dit seit die Ga naar margenoot* HERE God) Siet, ic spreke tot v Gog, den Ga naar margenoot* prince van Mosoch ende Tubals hoofde)

4

Ende ic sal v omleyden, ende ic sal in v kinnebacken eenen breydel setten, ende ic sal v wtbrengen, ende alle v heyr, die paerden ende die riders, die al gecleet zijn met pantsieren, die groote menichte begripende die glauie, ende den scilt, ende tswaert,

5

Ga naar margenoot+Die van Persen ende die van Mooren lant, ende Libien met hen, die al met schilden ende helmen gewapent zijn.

6

Gomer ende al zijn heyrscharen, dat huys van Togorma, die siden van noorden, ende al zijn macht ende vele volcs met v.

7

Bereyt, ende schict v, ende alle v menichte die vergadert is tot v, ende ghi sult hen zijn tot een Ga naar margenoot* gebot.

8

Na veel dagen suldi versocht worden) Inden laetsten iare suldi comen totten lande dat wedergekeert is vanden swaerde, ende dat vergadert is van vele Ga naar margenoot+ volcs totten bergen van Israel, die altijt woest waren, Dit lant is wtgebracht vanden volcke, ende si woonden daer alle in, betrouweliken.

9

Ende opclimmende sult ghi comen als een onweder ende als eenen wolcke, om tlant te ouerdecken. Ghi ende alle v heyrscharen, ende vele volcs met v.

10

Dit seyt die Ga naar margenoot* HEERE God) in dien dage sullen die redenen op v herte comen, ende ghi sult dalderquaetste gedachten dencken,

11

ende sult seggen, Ic sal opgaen totten lande dat sonder muer is, Ende ic sal comen totten genen die rusten, ende die in sekerheden woonen, Alle dese woonen sonder muer, Hen en zijn geen grendelen, noch poorten,

12

Om dat ghi den roof roouen sult, ende den roof aenuangen sult, ende dat ghi v hant op hen brengen sult, die woest gheweest hadden, ende daer na weder tot haeren staet geset, Ende op dat volc dat vergadert is, ende wten heydenen dat begonnen heeft Ga naar margenoot* te besitten) ende dat woont in die middewaert vanden lande,

13

Die van Saba ende Dedan, ende de coopluiden van Tharsis, ende alle haer leeuwen sullen v segghen, En coemt ghi niet om den roof te nemen? Siet ghi hebt v menichte vergadert, om den roof te roouen, om dat ghi nemen sout siluer ende gout, ende dat ghi huysraet ende tgoet wech dragen sout, ende roouen ontallike roouen?

14

Hierom propheteert o des menscen sone, ende ghi sult [kolom] tot Gog seggen, Dit seit die Ga naar margenoot* HERE God?) En suldijs niet in dien dage (als mijn volck van Israel betrouwelijc woonen sal) weten?

15

ende comen van uwer stat vanden hoecken van noorden, ende vele volcs met v, alle dat rosuolc te paerde, een groote vergaderinge, ende een groot heyr?

16

Ende ghi sult comen op mijn volc van Israel, als een wolcke, om dat ghi sout tlant ouerdecken. Inden laetsten dagen Ga naar margenoot* suldi wesen, ende) ick sal v brenghen op mijn lant, dat die heydenen mi bekennen, als ick sal zijn geheylicht in v in haeren ooghen, o Gog.

17

Dit seyt die Ga naar margenoot* HEERE God,) Hieromme sidi die, daer ic af gesproken heb in Ga naar margenoot* ouden dagen,) door mine knechten der propheten van Israel hant, die propheteerden inden dagen van dien tijden, hoe dat ic v brengen soude op hen.

18

Ende het sal zijn in dien daghe, Ga naar margenoot+ inden dage der toecoemst Gog, op dat lant van Israel, seyt die Ga naar margenoot* HEERE God) sal mijn gramschap op comen in mijnre gramscap,

19

ende in minen toorne, want inden viere mijnre gramscap heb ict gesproken, dat in dien dage sal groote beroeringe zijn opt tlant van Israel.

20

Ende van minen aensichte sullen die visschen der zee beroert worden, ende die vogelen des hemels, ende die beesten des ackers, ende elc cruipende dier dwelc beroert wort op die aerde, ende alle die menscen die op dat aensicht der aerden zijn, Ga naar margenoot+ Ende die bergen sulen omgeworpen worden, ende die tuynen sullen vallen, ende elcken muer sal ter aerden vallen,

21

Ende ic sal tegen hem tesamen roepen op alle mijn bergen, dat swaert, seit die Ga naar margenoot* HERE God) Elcs mans swaert sal ghesteken worden in sinen broeder,

22

Ende ic sal hem Ga naar margenoot* oordelen) met pestilencie, ende met bloede, ende met anxteliken reghene, ende met hagel steenen, Ick sal op hem ende op zijn heyr, ende op vele volcs die met hem zijn, doen regenen vier ende solpher,

23

Ende ick sal worden verheuen ende geheylicht, ende ic sal condt gemaect worden in veelre heydenen oogen, ende si sullen weten, dat ic die HEER ben.

§ Hoe dat inden laetsten tijden Gog ende Magog op sullen staen, ende van die vergaderinge der vogelen ende beesten om haer luyder vleesch te etene.

margenoot+
A

margenoot*
the. in Magogs lant die ouerste vorste van Mesoch ende Tubal

margenoot*
h. heerscappende heere
margenoot*
th. ouersten vorst van Mesech ende Tubal

margenoot+
B

margenoot*
h. verwaerder. Men heeft voor lange dagen van v geroert.

margenoot+
Esa. xxiiij

margenoot*
h. heerscappende heere

margenoot*
the. vee ende goet te besitten

margenoot*
h. heerscappende heere

margenoot*
the. salt geschieden dat

margenoot*
h. heerscappende heere
margenoot*
the. lange voor vergangen daghen

margenoot+
E
margenoot*
h. heerscappende heere

margenoot+
F

margenoot*
h. heerscappende heere

margenoot*
th. straffen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken