Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xlviij. Capit

1

Ga naar margenoot+DIt zijn die namen vanden geslachten, Vanden eynden van noorden neuen den wech van Hethalon, die tot Hemath waert gaet, die Ga naar margenoot* zale Ennon) die pale van Damasco ten noorden waert neuen Hemath, Ende die oostside tot Ga naar margenoot* die zee) sal Dan hebben,

2

Ende vanden pale van Dan, vander oostsiden totter siden Ga naar margenoot* vander zee) Asar een.

3

Ende op Asars pale vander oostsiden, totter Ga naar margenoot* siden vander zee) Nephtalim een.

4

Ende op Nephtalims pale der oostsiden Ga naar margenoot* totter siden vander zee) Manasses een.

5

Ende Manasses pale vander oostsiden totter siden Ga naar margenoot* vander zee), Ephraim een.

6

Ende Ephraims pale vander oostsiden totter siden Ga naar margenoot* vander zee) Ruben een.

7

Ende op Rubens pale, vander oostsiden totter siden Ga naar margenoot* vander zee), Iuda een.

8

Ende op Iuda pale vander oostsiden totter siden Ga naar margenoot* vander zee), Ga naar margenoot* sullen die eerste vruchten zijn, die) ghi verscheyden sult, vijf ende twintich duysent in die breede ende in die lengde, alsoo elcke deelen hebben vander oostsiden totter siden Ga naar margenoot* vander zee) Ende daer int midden sal die heylige plaetse zijn.

9

Ga naar margenoot+Ga naar margenoot* Die eerste vruchten die) ghi den HERE verscheyden sult, die lengde van vijf ende twintich duysent, ende die breede van thien duysent,

10

Ende dit Ga naar margenoot* sullen zijn die eerste vruchten) der heyliger plaetsen, ende des priesters, Ten noorden der lengden vijf ende twintich duisent, ende Ga naar margenoot* ter zeewaert) in die breede tien duisent, Maer ooc totten oosten die breede tien duysent, Ende ten zuyden waert die lengde vijf ende twintich duysent.

Ende daer in die middewaert, sal des HEREN heylich huis zijn,

11

Den priesteren sal de heylighe plaetse toeboohooren van Sadoch sonen die mijn zeden hielden, ende die niet doleden gelijc die kinderen van Israel dwaelden also ooc die Leuiten dwaelden.

12

Ga naar margenoot* Ende hen sullen toebehooren deerstelingen vanden eersten vruchten des lants) dat sal zijn theylighe der heyligen neuen der Leuiten palen.

13

Maer ooc desgelycs den Leuiten neuen den pale der einden in die lengde vijf ende twintich duysent, ende in die breede tien duysent. Elcke lengde sal zij van vijf ende twintich duysent, ende die breede van thien duysent.

14

Ende si en sullen niet daer af vercoo-

[pagina S7v]
[p. S7v]

pen, noch verwisselen, noch men sal de eerste vruchten vanden lande niet verleggen, want si zijn den HEERE geheylicht.

15

Maer die vijf duysent die ouer zijn in die breede, totten vijf ende twintich duizent, sullen ontheilichde plaetsen zijn vander stede, om in te woonen, ende tot voorsteden, Ende daer int midden vanden lande sal die stat zijn,

16

Ende dat zijn die maten van dien lande, ter noortsidenwaert, vijf hondert ende vier duysent, Ende ter zuytsidenwaert, vijf hondert, ende vier duysent, Ende ter oostsidenwaert vijfhondert ende vier duysent, Ende ter westsiden waert, vijf hondert ende vier duysent.

17

Ende die voorstede vander stadt, sal zijn ternoortsidenwaert, tweehondert ende tvijftich, Ende ter zuytsidenwaert, twee hondert ende tvijftich, Ende ten oostenwaert, twee hondert ende tvijftich, Ende ter Ga naar margenoot* zeewaert) twee hondert ende tvijftich.

18

Ga naar margenoot+Maer dat ouer zijn sal, in die lengde na der heyliger plaetsen eerste vruchten .x. duysent ten oosten, ende thi,n duysent ten westen, Die sullen zijn als die eerste vruchten van der heyliger plaetse, Ende die vruchten van dien lande sullen zijn tot Ga naar margenoot* brooden) den ghenen die der stat dienen.

19

Ende die der stadt dienen, sullen wercken, wt alle den gheslachten van Israel.

20

Alle die eerste vruchten, vanden vijf ende twintich duysent, bi den vijf ende twintich duysent totten vier siden gemeten, die salmen af sceyden totten eersten vruchten der heiliger plaetsen ende totter besittige vander stadt.

21

Ende datter ouer sal zijn, van alle siden, vander heyliger plaetsen der eerster vruchten, ende der besittingen vander stadt, van tegens die vijf ende twintich duysent eerste vruchten, totten pale vanden oosten, dat sal den prince toebehooren Maer ooc Ga naar margenoot* vander zee die) teghen die vijf ende twintich duysent totten pale Ga naar margenoot* vander zee) sal ooc zijn tot des princen deel, Ende int midden vanden lande, sullen zijn deerste vruchten vander heyligher plaetsen, ende dat heylichdom vanden tempel.

22

Ende vander Leuiten besittinge, ende vander stat besittinge, int middenwaert vanden deelen des princen salt zijn tusschen Iuda pale ende tusschen Ben iamins pale, ende het sal den prince toebehooren.

23

Ga naar margenoot+Ende den anderen geslachten sullen aldusdanige deelen zijn vander oostside totter westsiden, Beniamin een.

24

Ende tegen Beniamins pale vander oostsiden totter westen, Simeon een.

25

Ende op Simeons pale vander oostsiden totter westsiden, Isachar een.

26

Ende Isachars pale vander oostsiden totter westsiden, Zabulon een.

27

Ende op Zabulons pale vander oostsiden totter Ga naar margenoot* siden vander zee), Gad een.

28

Ende op Gad pale totter zuytsiden Ga naar margenoot* westwaert), Ende die pale sal zijn van Tha-[kolom]mar, totten wateren der wedersegginge te Cades, Dats derflicheit teghen die groote zee.

29

Dits dlant dat ghi meten sult metten lote, den geslachten van Israel, Ende dit zijn die deylingen vanden geslachten, seyt die Ga naar margenoot* HEERE God.)

30

Ende dit zijn die wtgangen vander stadt, Vander noortsiden suldy meten vijfhondert ende vier duysent,

31

Ende die poorten vander stat salmen noemen vanden gheslachten van Israel Drie poorten vander noortsiden, Rubens poorte die een, Iuda poorte dander, Leuijs poorte die derde.

32

Ende ter oostsiden vijfhondert ende vierduysent, Ende drie poorten, Iosephs poorte die een, Beniamins poorte die ander, Dans poorte die derde.

33

Ende ter zuiden .ccccc. ende vier duysent suldi meten, Ende drie poorten, Simeons poorte die een, Isachars poorte die ander, Sabulons poorte die derde.

34

Ende ter westenwaert vijfhondert vier duisent, Ende drie haer poorten Gad poorte die een, Asers poorte die tweede, Nephtalims poorte die derde,

35

Ende daer alom achtien duysent, Ende van dien daghe, sal der stadt naem zijn, Die HEERE is daerin.

§ Hier eynt die propheet Ezechiel.

margenoot+
A
margenoot*
th. Hazar Enon
margenoot*
the. westen

margenoot*
the. westenwaert

margenoot*
h. westside

margenoot*
the. totten westen

margenoot*
the. totten westen

margenoot*
thebr. westwaert

margenoot*
thebr. westwaert

margenoot*
thebr. westwaert
margenoot*
h. suldi een deel versceiden dat
margenoot*
thebr. westwaert

margenoot+
B
margenoot*
h. dat deel dat

margenoot*
the. sal zijn dat dee
margenoot*
thebr. westwaert

margenoot*
th. die sullen een deel aen dat afgescheiden lant hebben

margenoot*
thebr. westwaert

margenoot+
C
margenoot*
theb. spijse

margenoot*
th. vanden westen dat
margenoot*
thebr. westwaert

margenoot+
D

margenoot*
thebr. westsiden

margenoot*
th. tot Theman toe

margenoot*
h. heerscappende heere


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken