Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+GOd die HERE heeft mi dit ghetoont Ende siet, een korfken met Ga naar margenoot* appelen) Ende heuet geseyt.

2

Amos wat siet ghi? Ende ic heb geseyt. Een korfken met Ga naar margenoot* appelen) Ende de HERE heeft geseyt tot mi. Dat eynde is gecomen op mijn volc van Israel. Ic en Ga naar margenoot* salder niet meer toe doen dat ic hem voor bi sal gaen)

3

Ende dye Ga naar margenoot* HERE God seit. Die harren des tempels sullen kerren) in dien dage. Veel Ga naar margenoot* sullender steruen, ende in allen plaetsen sal tswijghen gheworpen worden)

4

Hoort dit ghy die den armen verdruct, ende doet die behoeftige der aerden verderuen,

5

seggende. Wanneer sal die maent ooc voor by gaen, dat wi sullen vercoopen ons Ga naar margenoot* comenschap, ende die Sabboth) dat wi sullen voort doen onse tarwe, op dat wi mogen verminderen die Ga naar margenoot* maet) ende vermeerden den sicle, ende insetten valsche gewichten.

6

Op dat wi besitten mogen met siluer, die behoeftige, ende den armen om scoenen, ende mogen vercoopen Ga naar margenoot* tcaf) des tarwes)

7

Die HERE heeft gesworen van Iacobs houaerdie, Ga naar margenoot+ ic en sal niet vergeten totten eynde alle haer wercken,

8

Ga naar margenoot+En sal van desen dinc niet beroert worden die aerde, ende en sal niet screyen alle die inwoonder der aerden? Hi sal Ga naar margenoot* opclimmen) als een geheel vloet, ende sal worden wtgeworpen, ende neder vloeyen ghelijc die riuiere van Egipten? Ga naar margenoot+

9

Ende die HERE seyt, in dien daghe salt zijn, dat die Sonne sal ondergaen inden middach, ende ic sal die aerde inden claren daghe doen verdonckeren.

10

Ga naar margenoot+Ende ic sal veranderen uwe feestdaghen in schreyen, ende alle uwe sanghen in karmen. Ende ic sal op uwer alder Ga naar margenoot* rugge) doen brengen eenen sack, ende op alle hooft, blootheyt van hare. Ende ic sal hen setten schreyen als eens eenichs soons, ende haer vterste, als eenen bitteren dach.

11

Siet die dagen comen, seyt die HEERE, ende ick sal seynden hongher inder aerden, niet hongher des broots, noch dorste des waters, Maer te hooren des HEEREN woordt,

12

ende si sullen beroert worden, van zee totter zee, ende

[pagina V8v]
[p. V8v]

sullen omgaen vant noorden totten oosten, ende sullen soecken des HEREN woort, ende si en sullent niet vinden.

13

In dien dage sullen die scoone maechden ende iongelingen ontbreken van dorste,

14

die nv sweeren bi die Ga naar margenoot* misdaet) van Samarien, ende seggen. O Dan Ga naar margenoot* uwe God leeft, ende die wech van Bersabee leeft. Ende si sullen vallen) ende voortmeer niet weder op staen.

§ Vanden val des tempels ende des stats, om der giericheit wille, Ende datmen der hant Gods niet ontloopen en can Ende van die vernieuwinge des tempels ende van die vruchtbaere kercke.

margenoot+
A
margenoot*
th. ontidige vighen

margenoot*
th. ontidige vighen
margenoot*
the. sal hen niet meer ouersien.

margenoot*
th. heerscappende Heere seit, tgesange des tempels sal huylen
margenoot*
th. doode lijken sullen in alle plaetsen zijn, ende men sal segghen. worpt wech ende swijcht stille.

margenoot*
the. graen ende dat vrij iaer
margenoot*
th. Epha

margenoot*
th. gescoten coren.

margenoot+
Leuiti. xxiij Leuiti. xxv.

margenoot+
B
margenoot*
th. ouerloopen.
margenoot+
Tobie. ij. Machab. i.

margenoot+
C
margenoot*
th. lendenen.

margenoot*
th. scult
margenoot*
the. so waer als uwe god leeft ende o Bersaba, so waer dat leeft tot welken men gaet, opten wech tot Bersaba so sullen dese vallen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken