Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dat .xiij. capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Symon hoorde, dat Triphon een groot heyr vergaderde, om int lant van Iuda te comen, ende om dat te vernielen,

2

ende om dat hi sach, dattet volc in anxt ende vreesen woas, sreysde hi tot Ierusalem, ende vergaderde dat volc,

3

ende riet hen seggende, Ghi weet wat striden, dat ic ende mijn broeders ende mijns vaders huys gedaen hebben, om die wet ende dat heylich huys, ende den anxt dien wy ge-[kolom]leden hebben

4

Om dese sake zijn alle mijn broeders doot gebleuen, om Israels wil, ende ic ben alleen ouerbleuen,

5

Ende nv en behoort mi mijn Ga naar margenoot* siele) niet te sparen, in alle den tijt van verdriet Want ic en ben niet beter dan mijn broederen

6

Ende hierom sal ic mijn volc wreken, ende dat heilige, ende onse wiuen ende onse kinderen, Want alle de heidenen zijn vergadert om ons te verderuen van viantscap.

7

Ga naar margenoot+Ende doen tvolc dese reden hoorde wert haeren geest verwarmt,

8

ende antwoorden met luyder stemmen, seggende, Ghi zijt onse leytsman in ws broeders Iuda, ende in Ionathas ws broeders stede,

9

Vecht onse strijden ende wi sullen al doen dat ghi ons seggen sult,

10

Ende hi vergaderde alle die strijdtbaer mannen ende haeste hem te volmaken de mueren van Ierusalem ende hi beuestese al om ende om,

11

Ende hi sandt Ionathan den sone Absolomi, ende met hem een nieu heyr, in Ioppen, ende als si verdreuen waren, die daer binnen in de borcht waren so bleef hi self daer binnen.

12

Ende Triphon vertrac met eenen grooten heyr van Ptholomaiden, om int lant van Iuda te comen, ende Ionathas was bi hem in die geuangenisse.

13

Ende Simon troc in Addis, tegen dat aensicht des velts,

14

Ende doen Triphon vernam dat Simon opgetrocken was in die stede van Ionathan, sinen broeder, ende want hi tegen hem striden soude, doen sandt hi legaten tot hem

15

ende seide Ga naar margenoot+ Wi hebben Ionathan uwen broeder gehouden voor dat siluer, dat hi ons schuldich was in des conincs rekeninge,

16

Ende nv so seyndt ons hondert ponden siluers, ende beyde zijn sonen in zijn stede dat hi ons niet en ontuliede, als wi hem laten gaen, ende wi sullen hem wederseynden.

17

Ende Simon verstont, dat hi dit met bedroch seide, nochtans beual hi dat siluer, ende die kinderen te geuen, om dat hi geen groote viantscap beiagen en soude aent volc van Israel, die seggen souden,

18

om dat hi tsiluer ende die kinderen niet en sandt, so is hi gedoot.

19

Ende hi sandt de kinderen, ende hondert ponden siluers. Ende Triphon looch, ende en liet Ionathan noch niet gaen.

20

Ende hier na quam Triphon binnen den lantschappe om dat hijt verderuen soude, Ga naar margenoot+ ende si trocken om den wech die tot Ador waert leyt. Ende Simon met sinen heyr trac telcker stede daer si gingen

21

Ende die in de borcht waren sonden boden tot Triphon dat hi hem haeste door de wildernisse te comen, ende dat hi hen prouande seynden soude

22

Ende Triphon bereyde alle dat reysegervolc op dat hi binnen dier nacht comen soude Want daer was harde veel sneeus, ende hi en quam in Galaad niet,

23

Ende doen hi te Baschamam gecomen was, so doode hi daer Ionathan ende zijn sonen,

24

Ende Triphon keerde hem om, ende

[pagina Z8r]
[p. Z8r]

trac weder in zijn lant,

25

Ende Simon sandt ende nam Ionathas zijns broeders gebeente, ende groeft in Modin in zijnder vaderen stadt.

26

Ende al Israel beweende hem met grooten geween, ende bescreyden hem vele dagen,

27

Ende Simon stichte op zijns vaders ende zijnder broederen graf, een hooch getimmer van aensien met gehouwen steenen, van achter tot voren,

28

ende hi sette .vii. calomnen die eene tegen die ander sinen vadere, zijnder moeder, ende sinen .iiij. gebroeders,

29

Ga naar margenoot+Ende hi sette hier om groote colomnen, ende op die calomnen haer wapenen gesneden, tot een eewige gedenckenis, ende bi die wapenen, wtgesneden scepen, die die luyden sien souden die inder zee varen.

30

Dits tgraf dat hi in Modin maecte, tot in desen dage.

31

Ende doen Triphon wech voer, metten iongelinc Antiocho den coninc, so doode hi hem met bedroch,

32

ende hi regeerde in zijn stede, ende hi sette die croone van Asien op zijn hooft, Ende hi dede een groote moort int lant.

33

Ende Simon timmerde blochuisen ouer dlant van Iudeen, ende beuestese met hoogen torrenen, groote mueren, ende starcke poorten ende sloten, ende hi leyde victalie in die vaste steden.

34

Ende Simon vercoos mannen wt, ende sandtse tot Demetrium den coninc, dat hi dlant vri houden soude van tribuit, Want al Triphonis wercken waren gedaen bi roouen.

35

Ende die coninc Demetrius antwoorde hem ende screef also,

36

Demetrius die coninc scrijft Simon den oppersten priestere, ende der coningen vrient, ende den ouders ende den volcke der Ioden, saluyt,

37

Die gulden croone ende den gulden halsbant, die ghi gesonden hebt, hebben wi ontfaen, ende zijn gereet met v groote vrientscap te maken, ende te scriuen des conincs prouoesten, dat si verlaten dat wi v gegeuen hebben,

38

ende so wat wi v gegeuen hebben, dat si uwe,

39

Ende die vaste steden die ghi gemaect hebt, bliuen uwe, wi vergeuen v ooc alle onwetentheyt ende quaet, dat ghi gedaen hebt, tot in desen dage toe, Ende die croone die ghi sculdich waert, Ga naar margenoot+ Ende wat dat anders was onder tribuit in Ierusalem dat en sal nv gheen tribuit schuldich wesen.

40

Ende zijnder eenige onder v luyden die betamelijc zijn, datmense scriue, onder die onse, men salse daer onderscriuen, Ende tusschen ons si vrede.

41

Int honderste ende .lxx. iaer, na den tijt van griecken, so wert der heydenen ioc van Israel genomen,

42

Ende dat volc begonst doen te scriuen in die tafelen, in haere openbare geschiedenissen, die si maecten, int eerste iaer, onder Simon den hoogen priester, ende hertoge, ende prince vanden Ioden.

43

In dien dage troc Simon te Ga-[kolom]zam, ende hi omleyt met een heyr, en maecte bolwercken, ende troc ter stadt waert, ende hi sloech eenen torren ende wan hem,

44

Ende die daer braken, waren tusschen tbolwerc ende der stadt ende inder stadt wert een groote beroerte, ende die ghene die inder stadt waren,

45

gingen op den muer met haeren wiuen, ende met kinderen, ende met geschoerden cleederen, ende riepen met luider stemmen, ende si begheerden van Simon, dat hi hen vrede gaue,

46

ende seyden, En vergelt ons niet, na onser hoosheyt, maer nae uwer ontfermherticheit, ende wi sullen v dienen.

47

Doen wert Simon geneycht tot ontfermherticheit, Ga naar margenoot+ ende en beuochtse niet, maer verdreefse wter stadt, ende hi suyuerde die huysen, daer die afgoden in geweest hadden, doen ghinc hi daerbinnen met loue den HEERE gebenediende,

48

Ende doen alle onsuyuerheyt wter stadt geworpen was, so leide hi mannen daer binnen, die die wet souden houden, ende hi bewaerdese, ende hi settese in eender wooningen tot sinen behoef,

49

Ende men en lietse niet wt trecken, ende in trecken in dat lantscap, die in die borcht tot Ierusalem waren, ende men en lietse coopen noch vercoopen, ende si hadden zeer grooten honger ende veel van henluyden storuen van hongher,

50

Ende si riepen tot Simon, dat si vrede ontfangen wouden, Ende hi gaf hen vrede, ende dreefse daer wt, ende suyuerde die borcht, vander onsuyuerheyt.

51

Ende si ghingen daer inne, opten drie ende twintichsten dach vander tweeder maent, int honderste ende eenen seuentichste iaer, met loue ende met telgeren van palmen, ende met harpen ende snaren spelende Cymbalen, ende met Sanctorien, loue ende sange, om dat die groote viant van Israel tonder gegaen was,

52

Ende hi ordineerde, datmen alle iaer dese dagen houden soude, met blijschappen,

53

ende bewaerde den berch vanden tempel, die bi die borcht was, ende daer woonde hi selue, ende die met hem waren.

54

Ende Simon sach Ian sinen sone dat hi een starck man wesen soude, ende hy maecte hem Maerschalc van alder macht, ende hi woonde in Gazaris.

§ Hoe die coninck Demetrius reysde in Meden, om hulpe ter crigen, ende wert geuangen ende bewaert, Van Simons des conincs van Iuda macht, ende vanden goeden vrede in dien tijt.

margenoot+
A

margenoot*
tgriex leuen

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
E

margenoot+
F

margenoot+
G


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken