Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+UOort van tgheen dat den afgoden geoffert wert, weten wi, dat wi al tsamen die wetenscap hebben. Die wetenscap maect op gheblasen, mer de liefte stichtet.

2

Ist dat yemant hem laet duncken, dat hy wat weet, dese en weet noch niet, hoe datmen behoort te weten

3

Mer isser yemant dye god lief heeft, dese is bekent van hem.

4

Daer om, vander spijsen die den afgoden geoffert worden, weten wi, dat die afgod niet en is inder werelt, ende datter gheen ander god en is, dan een.

5

Want al ist, datter zijn dye goden genoemt worden, het si inden hemel oft inder aerden, gelijckerwijs alsser veel goden zijn ende veel heren,

6

Ga naar margenoot+nochtans ons is eenen god vader wt wien alle dingen zijn, ende wi in hem, ende een Heere Iesus Christus, door wien alle dingen zijn, ende wi door hem.

7

Mer dye wetenheyt en is in allen niet.

Dye sommighe eten met een conscientie des afgods tot deser tijt toe, ghelijc als dat den afgoden op gheoffert wort, ende haer conscientie, naden mael si cranck is, soo wertse [kolom] beulect.

8

Die spijse en maect ons voor God niet aengenaem, want eten wi, ons en blijft nyet te meer touer. Ende eten wi niet, ons en gebreect niet.

9

Mer siet toe, dat dese uwe vrijheit gheen verargheringhe en worde, den ghenen die cranc zijn.

10

Want ist dat yemant siet, die daer kennisse heeft, Ga naar margenoot+ dat ghi weerscap houdt metten afgod, sal niet die conscientie des gheens die daer cranc is, gesterct worden om te eten dat den afgod is geoffert?

11

Ende die broeder die cranc is, sal vergaen in uwer conscientien, om welcke Christus gestoruen is.

12

Ende also sondighende tegen die broeders, ende wondende haer crancke conscientie, sondicht ghi teghen Christum.

13

Daer om ist, dat die spijse schandalizeert minen broder, ic en sal gheen vleesch eten inder eewicheyt, op dat ic minen broeder niet en scandalizere.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken