Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+BEn ic niet vrij? ben ic niet een apostel? hebbe ic niet Iesum Christum onsen here gesien? Sijt ghi nyet mijn werck inden heer

2

Ist dat ic den anderen gheen apostel en ben, mer v ben ict, want ghy zijt het teeken mijnre apostelscap inden heer.

3

Mijn bescuddinghe bi den ghenen, die mi vragen is dese.

4

Hebben wi niet macht te eten ende te drincken?

5

hebben wi gheen macht een suster een vrouken met ons te leyden, gelijc als ooc die ander apostelen ende die broeders des heeren ende Cephas?

6

Oft heb ic alleen ende Barnabas die macht niet om dat te doen?

7

Wie strijdt daer met zijn eyghen sout? Wie plant eenen wijngaert, ende en eedt van die vruchten niet? Oft wie voet een vergaderinge (van beesten) ende en eedt vanden melck des vergaderincs niet?

8

Ga naar margenoot+Spreke ic dit naden mensche? en seyt oock die wet dat selfde niet?

9

want in die wet Moysi gescreuen is. Ga naar margenoot+ Ghi en sult den osse dye daer dat coren wt treedt, den mont niet toebinden Sorcht ooc god voor die ossen?

10

oft seit hi dit al geheel om onsen wil? Om onsen wille is dit ghescreuen. Want die gheen die ploecht sal op hoop ploegen. Ende die daer dorscht in hoop tontfanghen die vrucht.

11

Ist dat wi v gheestelijcke goeden hebben ghesaeyt, ist groot dat wij v vleeschelijcke dinghen maeyen?

12

Ist, dat dye andere deser macht onder v deelachtich zijn, waer om nyet lieuer wij?

Maer wij en hebben dese macht niet gebruyct, mer wij lijdent alle, op dat wi gheen hinderdisse maken en souden den Euangelio Christi.

13

En weet ghi niet dat die gheen dye

[pagina K1v]
[p. K1v]

wercken in heylige plaetsen, vander offerhande des diensts eten? Die den outaer dienen, deelen metten outaer.

14

Also heeftet dye Heere gheoordineert, dat si vanden Euangelio leuen, dye dat Euangelium vercondighen.

15

Nochtans en hebbe ick deser gheen ghebruyct.

Ga naar margenoot+ Ende ic en hebbe dese dingen niet gescreuen op dattet mi also geschien soude, want het is mi goet lieuer te steruen, dan dat yemant mijn gloriacie ydel soude maken.

16

Want ist dat ic dat Euangelium preke, des en mach ic niet glorieren: want die noot dwingter mi toe. Ende wee mi, ist dat ic dat Euangelium niet en predike:

17

want ist dat ict willens doe, soo heb ick loon, maer doe ict onwillich, die wtdeylinghe is mi betrout.

18

Daer omme, wat loon heb ick dan? Dat, als ick Deuangelie predike, voor niet dat Euangelie Gods preecke, daer om dat ic mijn macht niet en misbruycke inden Euangelio.

19

Ga naar margenoot+Want, als ic vrij was van allen, heb ick mi seluen een yeghelicx knecht ghemaect, op dat icker veel winnen soude.

20

Ende ben geworden den Ioden als een Iode, om dat ick die Ioden winnen soude.

21

Den ghenen die onder die wet zijn, oft ick waer onder die wet, die nochtans onder die wet nyet en ben, op dat ic winnen soude, die ghene die onder dye wet zijn.

Den ghenen dye sonder wet zijn, gelijc oft ic waer sonder wet, hoe wel ic niet sonder wet gods en was, mer ben onderdanich den wet Christi, op dat ic winnen soude die gheen die sonder wet zijn.

22

Ic ben geworden den crancken, een crancke, om die crancke te winnen. Ic ben een yeghelic alle dinc gheworden, op dat icse alle behouden soude.

23

Alle dinc doe ic om des euangelijs wille, om dat ic des deelachtich soude mogen worden.

24

+ En weet ghi niet, dat die in stadien loopen, alte samen loopen, mer een ontfanct den prijs? Loopt also, dat ghi vercrigen moecht.

25

Ende alle die daer strijt, wacht hem van alle dinghen ende daer om, op dat si een verganckelijcke croon ontfangen mogen, maer wi een onuerganckelike.

26

Aldus loop ic also, nyet als int onseker. Ick vechte also, niet als die locht slaende.

27

Maer ic castije mijn lichaem, ende brenget onder die dienstachticheyt, op dat niet by auontueren, als ic den anderen gepredict hebbe, selfs verworpen worde.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
Deu. xxv d

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken