Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+SIit mijn nauolgers, gelijc als ic Christi.

2

Ick prijse v broeders, dat ghi in allen dinghen mi ghedachtich zijt, ende mijn geboden houdt, ghelijc ic v die ouer gheleuert heb.

3

Ick wil dat ghi weet, dat Christus een yegelic mans hooft is. Maer dat hooft der vrouwen is die man. Ende dat hooft Christi is God.

4

Een yeghelick man die biddet oft propheteert, hebbende wat op zijn hooft, onteert zijn hooft.

5

Maer alle vrouwe, biddende oft propheterende, niet met gedecten hoofde die onteert haer hooft. Ga naar margenoot+ Want dat is effen also veel oft si gheschoren waer,

6

want bedect een vrou haer niet, so laetse ooc gescoren worden Maer statet een vrou leelijck ghescoren te zijn, oft cael te wesen, soo laet si bedect worden.

7

Die man en sal zijn hooft niet bedecken, want hi is gods beelt ende glorie. Maer dye vrou is een glorie des mans.

8

Want dye man en is wter vrouwen niet, maer dye vrou wt den man.

9

Wandt die man en is niet ghescapen om der vrouwen wil, mer dye vrouwe [kolom] om des mans wille.

10

Ga naar margenoot+Daer om sal een vrouwe een decsel opt hooft hebben, ende om den enghelen.

11

Anders en is noch die man sonder de vrouwe, noch die vrouwe sonder den man inden heer.

12

Want gelijc als die vrouwe wten man is, also is oock die man door die vrouwe, mer al wt God.

13

Oordeelt seluen oft betamelick is, dat een vrouwe onbedect voor god bidt.

14

En leert v die nature selue dat niet, dattet eenen man scande is dat hi een croock heuet.

15

Contrarie der vrouwen een eer is, is dat si een crooc heuet want dat haer, huer voor een decsel gegeuen is.

16

Maer isser yemant onder v kijfachtich, wi en hebben dusdanige gewoonte nyet, noch ooc die kercke Gods.

17

Dat gebiede ic, niet prijsende dat ghi niet tot beteringhe, maer tot argheringhe tsamen coemt.

18

Ga naar margenoot+Want ten eersten als ghy te samen coemt inde kercke, hoor ick datter twistinghen onder v zijn, ende eens deels geloue.

19

Want daer moeten ketterijen zijn, op dat die beproeft zijn, moghen openbaer worden onder v.

20

Daer om + als ghi tsamen coemt, so en ist niet des heeren auontmael te eten,

21

want een yeghelijc voor hem neemt zijn eyghen auontmael te eten. Ende dese is hongherich, ende dye is droncken.

22

En hebt ghi gheen huysen om te eten oft te drincken? Oft versmaedt ghy dye vergaderinghe Gods, Ende beschaemtse dye nyet en hebben? wat sal ick v segghen? Ic prijse v, hier in en prijs ick v niet.

23

Ga naar margenoot+Want ick hebt vanden here ontfanghen dat ick v ouer ghegeuen hebbe, dat die here Ihesus in dien nacht, in welcken hy geleuert is, dat broot genomen heeft.

24

Ende danckende, heeft hijt ghebroken, ende gheseyt. Neemt ende etet: dit is mijn lichaem, dat voor v sal gheleuert worden. Doet dit, also dicwil als ghijt sult drincken, in mijnre ghehoochnisse.

25

Na der seluer manieren ooc den kelck, alst auontmael gedaen was, seggende. Dese kelck is het nieu testament in mijn bloet. Doet dit so menichweruen als ghijt drinct, in mijnre gehoochnisse.

26

Want so dicwils ghi dit broot eten sult, ende van desen kelck drincken, sult ghi den doot des heeren vercondighen tot dat hy coemt.

27

Aldus, wie dit broot eet, oft drinct vanden kelck des heren onwaerdeliken, sal sculdich zijn des lichaems ende des bloets des heeren.

28

Die mensche proeue hem seluen, ende also ete vanden broode, ende drincke van dien kelck.

29

Wandt soo wie dattet eedt oft drinct onwaerdelick, dye eedt ende drinct hem seluen

[pagina K2v]
[p. K2v]

dat oordeel, niet onderscheyende dat lichaem des heeren. *

30

Daer om zijnder veel crancke ende onghesonde onder v, ende veel slapender.

31

Waert dat wi ons seluen ordeelden, wi en souden niet geordeelt worden.

32

Mer als wi gheordeelt worden, so werden wi vanden Heere ghestraft op dat wij nyet meer der werelt verdoemt en worden. *

33

Aldus mijn broeders, als ghy te samen coemt om te eten, verwacht malcanderen.

34

Isser yemandt die honghert, dye ete thuys, op dat ghi ter verdoemenisse niet en vergadert. Dat ander sal ick beschicken als ick comen sal

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
E


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken