Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+HEt is geschiet tot Iconen, dat si te samen in gegaen zijn in een Synagoge der Ioden, ende spraken alsoe, datter geloofden een oueruloedighe menichte der Ioden, ende tsamen oock der Griecken.

2

Maer die Ioden die ongeloouich waren, hebben verwect, ende tot toornicheyt gestoket die herten der Heydenen, tegen die broeders.

3

Hierom zijn si daer gebleuen langen tijt, sterckelic arbeydende, door die hulpe ons heeren, die getuych was geuende den woorde zijnder gracien, ende verleende, dat teekenen ende wonderlicheden door haer handen geschieden,

4

maer die menichte der stad deelde haer, ende die sommige hielden metten Ioden, die somige metten apostelen

5

Maer alsser eenen oploop was geschiet te samen der heydenen ende der Ioden met haeren princen, om haer gewelt aen te doen, ende te steenigen.

6

Dit verstaende, so zijn si geulucht tot die steden des lants Licaonien, Listren ende Derben, ende int lant daer ront om bi liggende, ende daer vercondichden si dat Euangelium Ga naar margenoot+ Ende alle die menichte is beroert geweest, in haer leeringe, ende Paulus ende Barnabas woonden te Listris.

7

Ende te Listeren sadt een man cranck aen zijn voeten, cruepel wt zijnre moeder lichaem, die noyt gewandelt en hadde.

8

Dese hoorde Paulum sprekende, die welcke hem aengesien heeft, ende siende, dat hi dat geloof hadde, om gesont te worden,

9

so sprac hi met luyder stemmen, Staet op dijn voeten recht op, Ende hi spranc op ende wandelde.

10

Ende die scharen doen si sagen tghene dat Paulus gedaen hadde, so hieuen si haer stemmen op, ende seyden in Lycaonische tale, Die Goden zijn neder gedaelt tot ons, in menschen gedaente.

11

Ende si hieten Barnabam Iupiter, ende Paulum Mercurium, om dat hi dat woort voerde.

12

Ende Iupiters priester die voor haer stadt was, brengende ossen ende cranssen voor die dueren, woude met die scare offerhande doen.

13

Doen die apostolen, ende Barnabas, ende Paulus dat gehoort hadden, hebben si met geschoorden cleederen onder die scharen gespronghen roepende,

14

ende seggende, O ghy

[pagina O6v]
[p. O6v]

mannen, waerom wilt ghy dese dinghen doen? Wi zijn oock sterflick, ws gelijc menschen, vercondighende, dat ghi van desen ydelen dinghen v wilt keeren totten leuendigen God, die gemaect heeft hemel ende aerde, ende die zee, ende alle dingen die daer in zijn

15

die in voorleden tijden toegelaten heeft alle menschen te wandelen in haeren weghen

16

Ende niet sonder getuyge gelaten en heeft, als hi ons weldaden was geuende vanden hemel, verleenende regen ende vruchtbarige tijden, veruuellende met spise ende blischap onse herten.

17

Ende dit seggende en consten si nauwelic dat volc bedwingen, Ga naar margenoot+ dat si hen lieden gheen offerhande en deden.

18

Ende daer quamen sommeghe Ioden van Antiochien ende Iconien, die welcke als si die scharen toe gestooct hadden, Paulum steenigende, hebben hem wt die stadt ghetogen, vermoedende hem doot te wesen,

19

Maer als hem die discipulen omcingelt hadden, soe is hi opgestaen, ende in die stadt gegaen. Ende des anderen daechs, is hi met Barnabam gereyst tot Derben.

20

Ende als si dier stadt Deuangelie gepreect hadden, ende veel menschen geleert, zijn si weder gereyst tot Listram, ende Iconien, ende Antiochien,

21

den moet der discipulen weder sterckende, ende haer vermanende, dat si inden gelooue volstandich bliuen wilden,

22

ende dat wi door veel tribulacien, in dat rijcke Gods moeten gaen.

23

Ende als si in allen kercken priesters geordineert hadden ende gebeden met vasten, hebben si haer den Heere beuolen, Ga naar margenoot+ in wien si gelooft hadden.

24

Ende door Pisidiam ghereyst zijnde, quamen si in Pamphilien.

25

Ende als si dat woort gepredict hadden tot Pergen, so zijn si neder ghedaelt in die stadt Attaliam,

26

ende van daer zijn si ghescheept tot Antiochien, van waer dat si der genaden Gods waren ouergeleuert, tot dat werc dat si volbracht hebben.

27

Ende als si gecomen waren, ende die ghemeente vergadert hadden, hebben si vertelt alle dat ghene, dat God met haer ghewrocht hadde, ende dat hi den heydenen die duere des gheloofs gheopent hadde,

28

ende si vertoefden daer by den discipulen eenen langhen tijt.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
D

margenoot+
E


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken