Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xviij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde na dese heb ick ghesien een ander engel, dalende vanden hemel, hebbende grote macht, ende die aerde is verlicht gheweest van zijn glorie.

2

Ende hi heeft geroepen met stercheyt seggende. Si is gheuallen, si is geuallen, Babylon die grote, ende si is geworden een woninge der duuelen, ende een bewaringe van alle onreyne geest, ende een bewaringe van alle onreyne ende verhaette vogels

3

want van die wijn des toornicheyts haerder hoerderie hebben alle heydens gedroncken. Ende die coningen des aerde hebben met haer hoererie bedreuen, ende die cooplieden des aerden zijn van dye cracht haers weeldicheyts rijck geworden.

4

Ga naar margenoot+Ende ick heb gehoort een ander stem vanden hemel seggende. Gaet wt haer mijn volc, dat ghi niet deelachtich en zijt haerder sonden, op dat ghi van haer plagen niet en ontfanct.

5

Want haer sonden zijn totten hemel ghecomen, ende God heeft gedachtich geweest haerder onrechtuaerdicheden,

6

geeft haer weder gelijcken si v weder ghegeuen heeft, ende maect haer dubbelt tweeuoudighe, nae hare wercken, met den drincknap, daer si mede gesconcken heeft, schenct haer dubbelt.

7

So veel als si haer geglorificeert heeft, ende in weelden geweest is, also veel tormenten ende huylinge schenct haer, want si seyt in haer hert, Ga naar margenoot+ Ick sidt als een Coninginne, ende en ben gheen weduwe, ende ick en sal gheen huylinge sien.

8

Daer om sullen in eenen dach haer plagen comen, de doot, ende schreyinge, ende honger, ende si sal int vier verbrant worden, want God die heer is starck: die haer ordeelen sal.

9

Ga naar margenoot+Ende si sullense bescreyen, ende die Coningen des aerde sullen haer seluen ouer haer beclagen die met haer geboeleert hebben, ende in weeldicheyt geleeft hebben, als si sien den roock van haren brant,

10

verre staende, om de vrees van haer tormente, seggende. Wee, wee, die grote stadt Babylon, die stercke stede, want in een vre is v oordeel gecomen.

11

Ende dye cooplieden des aerde sullen screyen en huylen ouer haer, want haer ware nyemant meer en coopt.

12

De ware des gouts, ende siluers, ende co-[kolom]stelike steenen, noch peerlen ende side, ende purper, ende scarlaken, ende alle thinen hout, ende vaten van yuoren: ende alle vat van costelic hout: ende metale, ende ysere, ende marmoren,

13

ende caneel, ende thimiaen, ende salue, ende wieroock, ende wijn, ende olye, ende bloemen van meel, ende taruwe, ende vee, Ga naar margenoot+ ende beesten, schapen, ende peerden, ende wagenen, ende lichamen, ende sielen der menschen.

14

Ende die appelen der begeerten uwer sielen zijn van v gegaen, ende alle vette ende clare dingen zijn van v vergaen. Ende dese en sullen niet meer vinden haer cooplieden.

15

Die rijc geworden zijn, zijn verre van haer gestaen, om die vreese van haren tormenten: screyende, weenende,

16

ende seggende. Wee, wee, die grote stadt die gecleet was met side ende purper, ende scarlaken, ende was veruult met gout ende costelike stenen, ende peerlen,

17

want in een vre is so groten rijcdom verwoest. Ende alle stierman, ende alle die int schip verkeeren, ende schiplieden, ende die inder zee wercken: hebben verre gestaen

18

ende geroepen, siende den rooc van haren brant, seggende. Wie is gelijc dese grote stadt?

19

Ende si hebben stof op haer hoofden geworpen, ende hebben geroepen screyende ende weenende: seggende. Wee wee die grote stadt in welcke rijc geworden zijn alle die scepen hadden in die zee, van haer ware, want in een vre is si verwoest.

20

Ga naar margenoot+Veruruecht v op haer, hemel ende aerde ende heylige apostolen ende propheten, want God heeft gheordeelt v ordeel van haer.

21

Ende een sterck engel heeft op genomen een steen, als eenen groten molensteen: ende heeften inde zee geworpen, seggende. Met dese vlucht sal geworpen worden Babylon die groote stadt, ende en sal niet meer geuonden worden.

22

Ende de stem der harpspeelders, ende sangers, ende pipers blasuyn speelders, en sal niet meer in v gehoort worden, ende alle constenare van wat conste si zijn, en sal niet meer in v geuonden worden. Ende die stem des molens en sal niet meer in v gehoort worden

23

ende tlicht des lichters en sal niet meer in v lichten. Ende die stem des brudegoms ende bruyts en sal niet meer in v gehoort worden, want v cooplieden waren princen der aerden, want in v touerie hebben alle heydens ghedwaelt

24

ende daer in is dat bloet der propheten, ende der heyligen geuonden, ende al die gedoot zijn inder aerden.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
E

margenoot+
F


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken