in brons gegoten, ‘Brief op een tafeltje’ kan dat eveneens.
De wereld van Van Gysegem kan men best begrijpen vanuit een dialectische wisselwerking van twee antithetische polen. Hun samen-aanwezig-zijn (synthese) geeft aan zijn werk een diep-werkelijke dimensie, die ons belangrijker lijkt dan het oppervlakte-realisme, dat heden in de mode is, parallel met een toenemende conformisering van de alledaagse ideologie. Het werk van Van Gysegem weerspiegelt een, met nauwgezetheid volgehouden spanning tussen twee tegenstrijdige werelden: de intieme geborgenheid, waarin levensbeamende menselijke emoties vrij spel hebben, wordt ompantserd tegen de bedreiging door de levensvernietigende emoties van de mens, aanwezig in de uitbeelding van agressie. Wreedheid en tederheid, dwang en vrijheidsdrang, angst en hoop, puin en kiem, het lelijke en het schone, het ruwe en het zachte... contrasteren hevig naast elkaar, maar deze licht-schaduw verhouding verwijst juist goed naar de bestaande realiteit, aangezien zowel het optimisme als het pessimisme per definitie irreële visies zijn. De verheerlijking van het lief-mooie brengt zoetsappige kunstvormen voort, alleen dienstig voor hen die de ogen sluiten voor onaangename realiteiten (kunst die ‘schoon’ moet zijn). Of omgekeerd, kan ook op de ondergangsstemming gespeculeerd worden door onmenselijke gedrochten en situaties voor te stellen met een ontgrendelde fantasie. Van Gyseghem vervalt niet in een van beide eenzijdige houdingen. Zijn werk getuigt van een pijnlijk conflict van tegengestelde krachten; veruiterlijking van een strijd die zich ook binnen in hem afspeelt. Hij is geen estheet en evenmin een sentiment-verkoper, wel een contestator.
In zijn werk vindt men dan ook de weerspiegeling van filosofisch georiënteerde thema's: apolitisme (‘Sit down and lean back’), allenatie, metafysische angst, schizofrenie, agressie, intimiteit, toekomst van de mensheid, de prometheïsche gedachte e.a. De uitwerking van deze thema's, met verwijzing naar zijn