Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Yang. Jaargang 15 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Yang. Jaargang 15
Afbeelding van Yang. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Yang. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Yang. Jaargang 15

(1979)– [tijdschrift] Yang–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 171]
[p. 171]

XVI

Ik kreeg een volle dag respijt, maar ik beleefde er niet veel plezier aan. Alle collega's hadden hun krant meegebracht en elk vrij moment werd gebruikt om de diverse artikels te bespreken. Ik luisterde met een half oor en bewonderde Nadine. Ze droeg een spannende trui met rolkraag.

- Voorgevormde beha, zei ze, toen ze merkte dat alle mannelijke blikken nogal dikwijls aan haar voorgevel bleven hangen. Als ik mijn trui ophef kan je zo de tepeltjes zien.

Dat was het enige frivole dat er die dag gezegd werd.

Ik doorspartelde wisselende stemmingen van waan- en wanhoop, deed mijn werk zonder veel geestdrift, speelde Willem de Zwijger.

Het was koud, er viel sneeuw, het verkeer raakte in de war. Ik kwam laat thuis.

Om zeven uur werd er gebeld. Ik deed open... inspecteur De Korte!

Mijn hart vergat een slag.

- Mag ik binnen?

- Natuurlijk.

Ik leidde hem in mijn kamertje, zette de pick-up af.

Hij bekeek mijn bureau, met schrijfmachine, schriften, nogal slordig; de stereo, niet van de duurste, mijn zware eikehouten boekenkast.

- Ik ben ook boekenliefhebber, mag ik?

Hij nam ruimschoots de tijd de titels te overlopen, maar leverde geen commentaar. Ondertussen liet hij de spanning in mij tot een hoogtepunt opklimmen. Het is ten zeerste frustrerend in je eigen territorium gemanipuleerd te worden.

Eindelijk keerde hij zich om, maar bleef staan, tegen de kast aanleunend.

[pagina 172]
[p. 172]

Ik had mij achter mijn bureau verschanst, maar bleef ook rechtop. Het hoogteverschil was zo al groot genoeg.

- Een moord gebeurt in de regel niet zonder motief, begon hij opeens. In ons geval zijn er - pakweg - drie mogelijkheden. De meest voorkomende - a skeleton in a cupboard -, ik zie dat je Engelse detectives leest, ik hoef de uitdrukking dus niet te vertalen. We hebben naar dat skelet gezocht. A propos, waarom noemden jullie haar niet ‘het Skelet’... klinkt toch veel beter.

Hij verwachtte geen antwoord.

- We hebben het ook gevonden, in de persoon van de veelgenoemde Eikelman; een man van om en nabij de vijfendertig die praktisch nooit gewerkt heeft. Het leek mij met onze geringe informatie al zeer onwaarschijnlijk dat hij ooit zo'n vuil werk als een moord zou aanpakken, maar ik ben hem toch gaan opzoeken. Hij heeft zijn naam en zijn bescherming gegeven aan een hoertje van dertig, dat met haar twee zusjes, eentje van tweeëntwintig en eentje van achttien een rustig cafeetje openhoudt. De dames zijn niet te vergelijken met je collega op school, maar er lopen lelijker katten rond. Als het je interesseert kan ik je het adres bezorgen.

Hij wachtte, wachtte gedurende de hele tijd dat het bloosproces duurde. Ik had hem kunnen wurgen.

- Het is duidelijk dat die man geen enkele reden kon hebben om juffrouw Olio de das om te doen. Daarbij komt nog dat hij de bewuste avond gewijd heeft aan het beoefenen van zijn grote passie op één na: spelletjes waarmee je een centje kunt verdienen: lucifers raden, eenentwintigen, dobbelen...

Pauze.

- Mag ik roken?

Ik stak hem een asbak toe. Hij haalde een sigaret te voorschijn, filter, munt... stak ze niet aan.

- Tweede mogelijkheid: ze had een rendez-vous met meneer X, iemand die er in geslaagd zou zijn totaal in de schaduw van het slachtoffer te blijven. Zie jij dat zitten?

Ik haalde mijn schouders op.

- Ik ook niet.

Nu stak hij zijn sigaret aan, wierp daarna het boekje waaruit hij het kartonnen lucifertje gehaald had achteloos op mijn bureaublad.

- Reclame van café: ‘De drie zusjes’, zei hij.

- Derde mogelijkheid? vroeg ik.

- Jij, zei hij.

Ik probeerde verbaasd te kijken.

- Voor zover ik kan nagaan, ben jij de enige die een motief

[pagina 173]
[p. 173]

zou kunnen hebben. Buiten tante dan - het moet daar niet bepaald een prettig huishouden geweest zijn -, maar ik zie tantetje nog niet naar school lopen om nichtje te wurgen.

Hij blies een rookwolk naar het plafond en kwam tegenover mij zitten.

Je hebt Nietzsche en Dostojevski gelezen - hij wuifde naar de boekenkast, maar je bent geen Raskolnikov-type. Wel van persoon en van geestesstructuur, maar ik zie je niet als iemand die zich een homo-supersapiens waant en daardoor meent vrijelijk over het leven van zijn medeschepsels te kunnen beschikken.

Al weet een mens nooit. Heb ik daar niet Sade in een hoekje verborgen gezien, en dan nog wel ‘La philosophie dans le boudoir’?

- De Bijbel staat daar ook ergens, zei ik, al wil ik er onmiddellijk aan toevoegen dat ik het een oervervelend werk vind, waarin ik geen honderd bladzijden gelezen heb.

- Confidentie voor confidentie, ik ben het met je eens dat die bestseller sterk overroepen is, al staan er enkele behartenswaardige dingen in: ge zult niet doden, bijvoorbeeld.

- U weet wel dat ik even over negenen weggereden ben, zei ik geduldig.

Ik bleef hardnekkig de u-vorm gebruiken. De ondervraging leek nu al te veel op een vriendschappelijk gesprek.

- Ja, zei hij, je bent inderdaad weggereden, maar... je kan teruggekeerd zijn.

- En niemand zou mij gezien hebben?

- Hum, d'as inderdaad een probleem. Als jij de dader bent, moet je die avond een serieus aantal risico's genomen hebben. De fiets was geen echt probleem, die kon je wel ergens kwijt.

Je mocht het eens weten, dacht ik.

- Je moest door de hal, door de zaal, langs de vestiaire... Had ik niet eens aan gedacht. Gelukkig was het comitélid dat voor de bewaking van de kleren instond waarschijnlijk uit verveling naar de zaal gegaan.

- Tenzij, tenzij je over de poort geklauterd bent... maar dan had je de keuken.

- Dat klinkt me allemaal erg voorbedacht in de oren...

- Hoeft niet. Ik geloof geen moment dat je teruggekeerd bent met de bedoeling Olio te vermoorden, je wilde alleen bewijzen vinden dat zij de vuilbrief geschreven had.

Hij wachtte op mijn reaktie.

- Heeft zij het gedaan? vroeg ik.

- We weten het niet en we zullen het allicht nooit weten. Ik

[pagina 174]
[p. 174]

denk van wel, zie je, anders had je immers geen motief. Ik veronderstel namelijk dat jij die lessenaar opengebroken hebt, dat je - om het eens klassiek te zeggen - bezwarend materieel gevonden hebt, dat je haar dat bezwarend materieel onder de neus geduwd hebt.

Ik voelde een spiertrekking over mijn gezicht lopen, net alsof een harige rups er razendsnel overheen kroop. Ik sloot even mijn ogen. In die tel van duisternis zette angst zich om in een wanhopige vastberadenheid om mij tot het einde toe te verdedigen.

- Ik kan me gemakkelijk voorstellen hoe Olio gereageerd heeft. Ze was er niet het type voor om zich te laten intimideren. Zeker jij had geen enkele kans haar in een hoek te drijven.

Ja, ja, ik heb haar gekend, ze is de enige van het personeel waarmee ik een klein onderhoud gehad heb. Ze zou niet gerust hebben voor ze je reputatie kompleet vernietigd had. Vroeg of laat vloog je eruit. En in onze onzalige tijd liggen de betrekkingen zomaar niet te rapen... in geen geval voor een buitengeschopte onderwijzer, wegens zedenfeiten dan nog.

Hij geraakte in vorm, verliet het terrein van de vage driften, voor de welgebaande paden van de bewuste probleemoplossingen.

- Er stond je niet veel anders te doen dan de oorzaak van je moeilijkheden uit de weg te ruimen. Je hebt het leven van juffrouw Olio afgewogen tegen het in stand houden van je eigen comfortabele wereldje. Wurgen maar!

- Dank u, Dostojeveski.

Ik voelde het gevaar. Ik had me geleidelijk aan zitten opwinden. De moord was uit mijn gedachten weg, dit werd een discussie.

- In de omstandigheden die je zo netjes uiteengezet hebt, zou er geen sprake zijn van afwegen. Het bewustzijn komt daarbij nauwelijks om de hoek kijken. De drang tot zelfbehoud maakt voldoende energie vrij om een instinctief aanvalsmechanisme los te maken...

Ik liet hem de tijd zijn fantasie aan te spreken.

- Het is natuurlijk mogelijk uit zuiver intellectuele redenen te moorden, maar ik geloof dat dergelijke gevallen uiterst zelden voorkomen en juist daardoor sterk de verbeelding van auteurs met interesse voor psychologie aanspreken.

Hij luisterde gespannen, de mondhoeken iets sterker naar beneden getrokken dan gewoonlijk. Hij had blijkbaar meer verwacht van zijn offensief.

[pagina 175]
[p. 175]

- Ik veronderstel dat een moordenaar na zijn daad heel goed beseft, dat er vrijwel geen rationele redenen bestaan die een individu het recht geven een soortgenoot om te brengen, maar dan heeft de blinde kracht, misleid door onnatuurlijke levensomstandigheden, haar werk al gedaan.

De inspecteur stond recht.

- Als die moordenaar daar dan ook maar de passende besluiten zou uit trekken... zei hij. Ik veronderstel dat het geen zin heeft je moeder te vragen wanneer je die avond thuisgekomen bent?, voegde hij er aan toe.

- Ze sliep al toen ik thuiskwam, zei ik.

Ik begeleidde de inspecteur tot aan de deur. Het sneeuwde nog, hij stapte met een vloek in zijn auto.

Moeder vroeg wie er geweest was. Ik verstrekte wat vage uitleg en ging op zolder de Luger halen, trok er mee naar mijn kamertje. Het wapen zat in een stofdoek, was indertijd flink geolied en zag er nog bruikbaar uit. De lader was vol. Ik veegde de meeste vettigheid weg, probeerde de handgreep, stak het moordtuig in mijn tas.

Moeder zat op haar gewone plaats TV te kijken. Ik hield haar de rest van de avond gezelschap.

Kojak achtervolgde een voortvluchtige moordenaar. Ik voelde me even ellendig als de man op het scherm, die, in het nauw gedreven een helling afreed en verzoop in een schilderachtig meer, dat de kleur had van Olio's ogen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken