binnen te loodsen bij vooraanstaande kranten. Felix Hartlaub lijkt echter wel de beslui-teloosheid zelve: niet één artikel schrijft hij ten einde; ook zijn proza blijft fragmentarisch. De mobilisatie neemt hem een beroepskeuze uit handen.
Eind 1940 wordt Hartlaubs militaire dienst onderbroken en moet hij voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Parijs archieven gaan uitpluizen. De ‘troosteloosheid, leegte’ van de geliefde stad bedrukken de man zeer, zijn rol als Duitse bezetter is een permanente en obsederende bron van onbehagen. ‘De woestijn dijt uit,’ heet het in een notitie. ‘Atoomverbrijzelende blikken’ van de Fransen bevestigen zijn gevoel van isolatie. Dat hij gezien zijn functie niet in uniform hoeft rond te lopen, maakt het nog erger: ‘In burger loop ik vaak het gevaar voor spion te worden aangezien.’ In zijn schaarse vrije uren begint hij notities - ‘woordgravures’ noemt hij ze - te maken, variërend van prozagedicht tot satirisch kortverhaal. Het is materiaal, vindt hij, de uitwerking ervan zou in vrediger tijden volgen. Des te frappanter is zijn stijlbewustzijn: ritme en zin voor detail zijn duidelijk beïnvloed door de filmtechnieken, waarvoor Hartlaub zich erg interesseert. Maar vooral vallen gedurfde woordvormingen en de dwarse, elliptische zinsbouw van dit ‘materiaal’ op. In een brief meldt hij daarover: ‘Ik zou dagenlang aan twee, drie regels kunnen zitten, dat is wellicht mijn diepste [...] passie, het heeft iets onmenselijks, dit etsen van lettergrepen hoort eigenlijk meer thuis in de grafische kunsten.’
Na Parijs wordt Hartlaub opgenomen in de ‘tweede Führerkreis’. De laatste drie oorlogsjaren moet hij zo meereizen naar de verschillende Führerhoofdkwartieren om er te zorgen voor het ‘oorlogsdagboek’ van de Wehrmacht. Daarmee zit hij in het feitelijke machtscentrum van het Derde Rijk en registreert hij wat Arendt de banaliteit van het kwaad noemde: onverbiddelijke karikaturen van leven en mensen rondom de Führer. Het zijn ook hier weer fragmentarische satires, observaties en korte verhalen. Na een van de bombardementen in de buurt van Berlijn wordt Hartlaub als vermist opgegeven.