Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Grafschildering

 
Hij is het meesterstuk van Gods schepping
 
JOB 40:19

Niet ver van het tegenwoordige Caïro liggen de ruïnes van het eens wereldberoemde Memphis. Zouden de archaeologen het kerkhof van de stad niet opgegraven hebben, dan zou niemand zich meer de moeite van een tocht naar die plek getroosten. Want van de stad zelf is eigenlijk niets meer over dan twee omgevallen Ramsesbeelden en een sphinx. Nochtans was Memphis duizend jaar voor onze jaartelling een der grootste steden van de wereld, vol tempels en paleizen. In het Oude Testament draagt Memphis de naam Nof. Ezechiël profeteert van haar: ‘Zo spreekt God de Heer: Ik wil de afgoden van Nof uitroeien en de godsbeelden vernietigen’. Als men ter plaatse rondziet, aanschouwt men op een aangrijpende wijze de vervulling dezer profetie. Wat eens Memphis was is onafzienbaar akkerland geworden. Van de duizend beelden zijn alleen nog de beide Ramseskolossen over. Het ene beeld ligt languit op de rug aan de rand van een palmwoud als een gevelde reus. Het is tien meter lang, waarvan alleen de koningskroon reeds twee meter. De tweede kolos ligt in een grote schuur opgebaard. Het is een reus van dertien meter geweest, maar de benen zijn er afgebroken.

[pagina 70]
[p. 70]

Dit en de fraaie albasten sphinx is eigenlijk alles wat er rest van deze wereldstad. Slaat men echter van daar de weg in naar de woestijn, dan bereikt men de dodenstad van het oude Memphis, een kerkhof, zo groot en ontzagwekkend, dat geen ander kerkhof ter wereld er mee vergeleken kan worden. Links en rechts, kilometers in het rond, ziet men reusachtige pyramiden. Maar wat men niet op het eerste gezicht ziet, zijn de ontelbare graven onder de grond, die door de archaeologen zijn blootgelegd. Een van die graven is het graf van Ti, de opzichter en architect van twee der koningspyramiden. Zijn graf stond oorspronkelijk boven de aarde maar is door de woestijn overdekt geraakt. Het graf van Ti is beroemd om zijn wandschilderingen. De kunstenaars, die er aan werkten, hebben het leven van iedere dag in Egypte op meersterlijke wijze en met grote nauwgezetheid afgebeeld op de muren. Alles kan men er zien: het slachten van het vee, het traden van gevogelte, het vetmesten van ganzen en kraanvogels, zaaien, ploegen, maaien en oogsten. Een van de beroemdste afbeeldingen is wel het reliëf waar Ti op de nijlpaardenjacht is.

Men ziet hem op zijn boot over de Nijl varen langs het papyrusriet. Het riet zit van boven vol fladderende en nestelende vogels. Beneden, onder de boot van Ti, ziet men de Nijl vol logge nijlpaarden. Ze zijn meesterlijk afgebeeld in hun massiviteit. Een van hen is in zijn logge behendigheid met een krokodil in een gevecht gewikkeld. Een ander wordt juist gevangen door de bootsmannen van Ti, die hem met harpoenen en vangstrikken te lijf gaan.

In de dagen van Ti en van het Oude Testament waren krokodil en nijlpaard een gewoon verschijnsel in de Nijl. Nu zijn zij door de civilisatie al lang teruggedreven naar Midden-Afrika.

Het reliëf in de grafkelder van Ti doet ons onwillekeurig denken aan de prachtige beschrijving, die het boek Job geeft van het nijlpaard. God houdt Job de geringheid van de mens voor met de woorden:

[pagina 71]
[p. 71]
Zie eens het nijlpaard, dat Ik geschapen heb gelijk u; hij eet planten als een rund.
Zie eens welk een kracht er in zijn lendenen schuilt, en wat een sterkte in de spieren van zijn buik.
Zijn staart steekt hij op als een cederboom, de zenuwen van zijn poten zijn vaste bundels.
Knoken heeft hij als staven erts, zijn beenderen zijn als ijzeren smeedwerk.
Hij is het meesterwerk van Gods schepping; Die hem maakte gaf hem een tand als een zwaard.
Onder lotusbomen ligt hij neder, verscholen in riet en slik.
Lotusbomen verbergen hem in hun schaduw en de wilgen aan de beek omringen hem.
Al zwelt de rivier nog zo machtig, geen angst jaagt hem weg.
Welgemoed blijft hij, al stuwt ook een rivier als de Jordaan tegen zijn muil.
Wie durft hem aan te grijpen van voren? Wie durft hem de neus doorboren met een vangstrik?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken