Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De koningin van Saba

 
Hij schonk haar alles waar zij om vroeg
 
1 KON. 10:13

Wanneer ik in het Oosten een herderin fier en statig achter haar kudde aan zie schrijden - twee fonkelende ogen boven haar lange zwarte sluier vol glinsterende munten, die afhangt tot op haar voeten - dan meen ik steeds weer de koningin van Saba te zien. Waarom eigenlijk? Ik denk omdat de gang en de gebaren van zulk een herderin zo vorstelijk zijn. Zelfs wanneer zij met een kreet achter een bokje aanrent, dat zich speels van de kudde verwijdert, dan blijft haar haastig klauteren over stenen en stronken vorstelijk, terwijl de dansende sluier vol zilveren munten haar beweging nog rijker maakt.

Wie was de koningin van Saba eigenlijk? Allerminst een herderin. Zij was een werkelijke Oosterse vorstin, die aan een der grootste vorsten van het oude Oosten, aan koning Salomon, een bezoek bracht. Wanneer men het verslag van dit gebeuren in het boek der Koningen of in de Kronieken leest, dan hangt er voor de moderne lezer een waas van romantiek over dit boek. In de oren van de Oudtestamentische luisteraar klonk dit relaas ongetwijfeld ook romantisch, maar het had voor hem toch een veel reëlere betekenis, aangezien hij vertrouwd was met zijn tijd. Wij weten immers niet eens waar Saba lag, het land vanwaar deze vorstin gereisd kwam om Salomon te bezoeken. Maar de tijdgenoten van Salomon kenden dit land wel. Het was een deel van Zuid-Arabië, het tegenwoordige Yemen. In

[pagina 77]
[p. 77]

de zogenaamde volkerenlijst uit het boek Genesis vinden wij in de stamboom van Noach Saba voor het eerst vermeld als stamvader der Sabanen. Later worden de Sabanen dan herhaaldelijk in de Bijbel genoemd in verband met hun handel in wierook, parfum, goud en edelstenen. Bij Jeremias lezen wij hoe God tot zijn weerspannig volk zegt: ‘Wat voor zin heeft voor Mij uw wierook, die uit Saba komt? Uw brandoffers zijn Mij niet welgevallig!’ In het klaaglied van de profeet Ezechiël op de ondergang van de stad Tyrus lezen wij: ‘De kooplieden van Saba dreven handel met u. Met kostelijke specerijen en met allerlei edelstenen en goud betaalden zij uw waren’.

Uit deze aanhalingen blijkt wel dat Saba in Zuid-Arabië geen arm land was. Het was rijk aan producten en een belangrijk handelsland. Toen Salomon koning geworden was begon hij terstond een politiek te voeren, die hem later tot de historische wijze vorst zou maken, zoals wij hem nu kennen. Oorlogen voerde hij niet, veroveringszucht kende hij niet. Zijn grootheid bestond uit zijn diplomatisch inzicht. Door huwelijken trachtte hij zich machtige bondgenoten te verwerven. Zo trouwde hij onder anderen met de dochter van de Egyptische pharao Psuseumus II die als bruidsschat de Kanaänietische stad Gezer meebracht. Bondgenootschappen in de oude Oosterse wereld werden bezegeld met huwelijken. Het resultaat van deze bondgenootschappen was nauwe handelsbetrekkingen met de bondgenoot. Met de Phoeniciërs ruilde Salomon wol en graan voor de grondstoffen die noodzakelijk waren voor de bouw van de tempel en zijn eigen paleis. Met behulp van Syriërs bouwde hij schepen te Eziongezer, aan de golf van Akaba, een plek die ook nu weer in het brandpunt van de belangstelling staat en om dezelfde reden als toen. Nadat de schepen gebouwd waren, kon Salomon een grote handelsactiviteit ontplooien op de Rode Zee. Dat deze handel gerealiseerd werd, wordt ons uitvoerig door het Oude Testament beschreven, en het bezoek van de koningin van Saba

[pagina 78]
[p. 78]

is waarschijnlijk op de allereerste plaats daaraan te danken. Leest men het verslag van de ontmoeting der vorstin in Koningen en Kronieken aandachtig, dan laat het wel geen twijfel over of beide vorsten zijn bezig op echt Oosterse en dus uiterst hoffelijke wijze een handelsverdrag tussen hun beide volkeren tot stand te brengen. Het staat wel nergens met zoveel woorden, maar wanneer men de typisch Oosterse beleefdheid, vooral bij het handeldrijven, kent, dan is het in het oog lopend genoeg. De koningin van het Zuidarabische Saba heeft natuurlijk Salomons nieuwe handelsvloot op de Rode Zee leren kennen en wil nu Salomon zelf ontmoeten. Waarschijnlijk is zij met een handelskaravaan naar Fara getrokken om hem daar of elders te treffen. De roem van Salomons grootheid heeft zich reeds over het Oosten verbreid en dat zal niet op de laatste plaats haar vrouwelijke nieuwsgierigheid hebben opgewekt. Wij lezen dan ook dat zij komt om hem met raadsels op de proef te stellen. Het lijkt nogal kinderlijk. Zowel de raadsels van de koningin van Saba als de wijze antwoorden van Salomon zijn totaal andere uitingen van wijsheid dan wij Westerlingen daaronder zouden verstaan. Wij hebben hier te maken met de typische Oosterse wijsheid, die zo levendig gerealiseerd is in het beroemde Salomonsoordeel, waar de beide moeders om het ene kind twisten. De wijsheid van Salomon was die van een Oosters diplomaat, toepasbare wijsheid, welke geheel verschilt van de meestal zo speculatieve wijsheid van het Westen. De Duizend en één Nacht bij voorbeeld wemelt van deze specifieke soort Salomonswijsheid. Salomon, zo lezen wij verder, wist op al deze vragen een antwoord te geven. En de koningin weet niet anders te zeggen dan: ‘Het is waarheid geweest wat ik in mijn land over u en uw wijsheid vernomen heb. Ja men heeft mij nog niet eens de helft verteld’. En dan lezen wij iets verder: ‘Hierop schonk zij de koning honderdduizend talenten in goud en specerijen in zeer grote menigten en edelstenen. Nooit meer is er zulk een menigte specerijen

[pagina 79]
[p. 79]

in het land gekomen, als die welke de koningin van Saba toen aan koning Salomon schonk’. Waarop dan terstond volgt: ‘Koning Salomon echter schonk de koningin van Saba alles wat zij maar begeerde en waar zij om vroeg, afgezien nog van de geschenken, die hij haar uit eigen beweging met koninklijke vrijgevigheid schonk’. Het is wel duidelijk wat de koningin van Saba begeerde en waar zij om vroeg. Koning Salomon behoefde niet de wijze Salomon te zijn om dit onopgegeven raadseltje op te kunnen lossen. Zij wilde vanzelfsprekend de tegenwaarde ontvangen van wat zij aan handelswaarde uit Saba had meegebracht. Dat zij meer kreeg, in de vorm van geschenken, was Oosterse wellevendheid, die ongetwijfeld ook weer evenredig was aan haar geschenken. Tussen Oosterse vorstelijke personen wordt niet gehandeld, tenzij onder het mom van een uitwisseling van geschenken. Het verhaal eindigt met de mededeling dat de koningin met haar gevolg de terugweg aanvaardde en huiswaarts ging. Ongetwijfeld was dit bezoek de basis of anders de bekrachtiging van de goede handelsbetrekkingen tussen het rijk van Salomon en het land Saba, waarvan het Oude Testament melding maakt.

Nu moet de lezer niet denken dat het bezoek van Saba's koningin hiermee tot een nuchtere zakenbijeenkomst geworden is. Wij hebben slechts willen blootleggen wat de diepste oorzaak van de samenkomst der beide monarchen was. Men leze echter zelf het poëtische verslag van dit koninklijke bezoek. Het leert de lezer niet alleen hoe de Oosterling van een nuchtere bezigheid een feest maakt, maar het overtuigt hem zeker ook van het feit, dat dit bezoek veel meer werd dan zelfs een poëtisch Oosters handelsbezoek. Twee mensen van een grote Oosterse cultuur ontmoetten hier elkaar en hun ontmoeting heeft op de verbeelding van de tijdgenoten een grote indruk gemaakt. En ook op de verbeelding van latere dichters en kroniekschrijvers.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken