Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

Salomon en de dieren

 
Hij bezong de viervoetige dieren en de vogels, het kruipend gedierte en de vissen
 
1 KON 4:33

Op een morgen ontmoette ik in de tuin van de Pacha de slangenbezweerder Mohammed. Hij had een paar buitenlandse toeristen aan de haak geslagen aan wie hij zijn kunsten voor dik geld vertoonde. Het geld dat zij hem gaven was, naar zijn zeggen, niet voor hem maar voor het voedsel van de derwischen, de mohammedaanse monniken, die hij in zijn huis herbergde. Hij zelf ving de slangen en schorpioenen alleen maar ter liefde van Allah. Hij loog natuurlijk, want de derwischen zijn sinds lang in Egypte verboden. De mohammedaanse godsdienst heeft geen priesters en monniken. Luidkeels roepende liep Mohammed met zijn gasten door de wintertuin van de pacha. Ik sloot mij bij hen aan. Wij liepen door de sinaasappelgaarde die vol oranje appeltjes hing, wij wandelden langs de velden met hoogwuivend suikerriet, wij doorkruisten de rozentuin op zoek naar slangen en schorpioenen. Al maar door kwam er een stroom van Arabische woorden van Mohammeds lippen, die hij beurtelings naar iedere windrichting zond. Dan, ineens, verstomde hij, stak zijn arm snel in een heg of in een hoop rijshout, om hem er onmiddellijk weer uit vandaan te trekken met een kronkelende slang. Het was een fascinerend spel. Hoeveel keren ik ook al het vangen van slangen door slangenbezweerders in het Zuiden van Egypte heb meegemaakt, telkens boeit het mij weer opnieuw. Het heeft iets onbegrijpelijks. Maar laten wij Mohammed zelf niet uit het oog verliezen. Hij heeft de dikke kronkelende slang, een zogenaamde Egyptische cobra, rustig in een gesloten mand van gevlochten tenen geborgen en vervolgt zijn monotone toespraak tot het adderengebroed. Als wij zijn wonderlijk Arabisch

[pagina 81]
[p. 81]

trachten te volgen, horen wij telkens, naast de naam van een mohammedaanse heilige, de naam Soeliman terugkeren. Soeliman is niemand anders dan de wijze Salomon uit het Oude Testament, want de Arabische naam voor de grote koning is Soeliman. Onze slangenbezweerder Mohammed is de slangen namelijk aan het toespreken in de naam van Salomon. Hij bezweert hen in de naam van Salomon niet bang voor hem te zijn en hem te gehoorzamen zoals zij eens koning Salomon gehoorzaamden. En waarlijk, de anders zo mensenschuwe dieren gehoorzamen onvoorwaardelijk. Nu eens is het een gevaarlijke zandadder, wiens beet in enkele minuten doodt, die de vliegensvlugge hand van de slangenbezweerder uit een hoopje bladeren en afval vandaan trekt. Dan weer sjort hij een dikke Egyptische cobra uit het struikgewas. Eens zag ik hoe in Zuid-Egypte een slangenbezweerder drie slangen tegelijk ving, die in een kluwen verwikkeld waren. Op zijn bezweringsformule legden zij gedwee hun verwarde koppen in zijn handpalm, zodat hij hen slechts voor het oprapen had.

Het zijn natuurlijk niet koning Salomon en de mohammedaanse heilige die aan deze wonderlijke slangenbezweerders de macht over slangen en schorpioenen verlenen. Maar hoe is hun macht dan wel te verklaren? Wanneer men het hunzelf vraagt, dan geloven zij meestal onvoorwaardelijk, dat het de profeet Salomon is, die hun deze macht verleent. In de mohammedaanse Koran is koning Salomon uit het Oude Testament namelijk een moslimprofeet geworden, evenals Jezus. Doch ondervraagt men de slangenbezweerders langer en probeert men met aandrang van hen te weten te komen of er niet nog een ander vermogen in hen is, waardoor zij de slangen opsporen, dan krijgt men gewoonlijk te horen: ‘Wij ruiken hen’. En dat blijkt inderdaad het grootste gedeelte van het geheim te zijn. Het slangenbezweren is een vak, dat van vader op zoon overgaat, van jongsaf worden de kinderen er in getraind, hun neusorganen worden er zo in geoefend, dat zij het gebroed

[pagina 82]
[p. 82]

op een afstand ruiken. ‘Ruik maar’, zei Mohammed en hij hield achtereenvolgens een cobra en een adder onder mijn neus. En inderdaad, het is of men een verse paling ruikt. Welk een sterke lucht deze verspreidt, weet ieder, die op paling gevist heeft. Indien hij zijn handen niet grondig wast, houden zij de hele dag een penetrante palinglucht.

Doch hierbij nemen wij afscheid van Mohammed. De gelegenheid is gunstig, want hij is juist bezig de toeristen opnieuw geld uit hun zak te pompen. ‘Lady en gentleman’, zegt hij tegen een heer en dame, wier handen hij in zijn bruine hand klemt en er dan een dikke, kronkelende slang om windt, ‘ik ga een spreuk zeggen, die u voorgoed immuun maakt tegen iedere slangenbeet. Het zal u niet veel kosten. Slechts de prijs van twee vaantjes, die ik de moskee ten geschenke wil doen.’ Van Mohammed wenden wij ons tot Salomon. Hoe komt de grote koning in deze bizarre wereld van bezweringsformules terecht. Wij zagen reeds, dat Salomon geen onbekende is in de Arabische geloofswereld. In de Koran treedt hij op als koning en profeet. Een zeer bijzondere profeet zelfs, van wie in de Koran geschreven staat: ‘Demonen gehoorzaamden hem en boze geesten waren aan hem onderworpen’. Voorts verhaalt de Koran ons, dat Salomon de taal der dieren sprak. De Koran is, zoals men weet, voor de moslim hetzelfde als het Oude en Nieuwe Testament voor de christen. Het is de door God zelf aan zijn profeet Mohammed geopenbaarde geloofsleer. ‘Het woord Gods’ dus der moslims. Nu heeft de profeet Mohammed, toen hij de Koran schreef, het Oude Testament gekend en er gehele passages uit overgenomen. Naast Salomon vinden wij er Adam en Eva terug, Abraham, die Isaäk offert, en zoveel meer. Maar het Oude Testament is in een verminkte toestand tot de profeet van Allah gekomen. Dit geldt voor de belangrijkste passages, maar het geldt nog veel meer voor secundaire teksten. Wanneer wij nu het eerste boek der Koningen opslaan, waarin Salomons wijs

[pagina 83]
[p. 83]

regeringsbeleid uitvoerig wordt behandeld, en wij zoeken dan in hoofdstuk vier naar de verzen twee en dertig en drie en dertig, dan lezen wij: ‘Salomon maakte drie duizend spreuken en het getal zijner liederen bedroeg vijf duizend. Hij sprak over - bezong - de bomen, van de ceder af, die op de Libanon groeit, tot aan de hysop, die opgroeit uit de muur. Hij sprak over de viervoeters en de vogels, over het kruipend gedierte en de vissen’. Nu is het laatste gedeelte van deze tekst ongetwijfeld gewijzigd doorgedrongen in de Arabische wereld. Dat Salomon sprak - in zijn spreuken en gedichten - over de viervoeters enz., is verbasterd tot: hij sprak de taal der viervoeters en der vogels enz. En wie de taal der dieren sprak, beheerste hen als eens Adam. Vandaar dat wij Salomon deze morgen in de bezweringsformule van onze slangenbezweerder aantroffen. De corrupte tekst, die Salomon de taal der dieren toeschreef, schreef hem daarmee vanzelfsprekend de macht over de dieren toe.

Deze kleine tekstvervalsing heeft overigens nog heel wat grotere gevolgen gehad dan de formule van de Oosterse slangenbezweerder. Er is in de Arabische literatuur een hele schat van fabels ontstaan rond koning Salomon naar aanleiding van deze tekst. Arabische dichters hebben de wonderlijkste geschiedenissen rond hem verzonnen en hem allengs gemaakt tot een koning uit de Duizend en één Nacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken