Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Een Oosters huis

 
Neem uw bed op en wandel
 
LUC. 5:24

Wie voor het eerst in het Oosten het huis van een boer bezoekt, wrijft zich de ogen uit. Hij zou voordien niet geloofd hebben, dat in een zulk een behuizing een familie zou kunnen leven. Toch woont het overgrote deel van de Oosterse bevolking in zulk een huis van steen of slib.

Van binnen ziet zo'n huis er aanvankelijk uit als een hol, maar als men iets aan de duisternis gewend geraakt is, onderscheidt men toch een woonruimte en een stal. De stal is dat gedeelte van het huis, waar de os, de ezel en het schaap staan.

Het eigenlijke woonvertrek herkent men aan wat lemen

[pagina 147]
[p. 147]

vaatwerk en de lage oven van klei. Eigenlijk loopt het een min of meer in het ander over. Een Oosters boerenhuis is verre van een idylle. Moet men er op reis overnachten, dan baat geen insectenpoeder.

Een dorp bestaat uit een groep van zulke huizenbouwsels, het een wat hoger dan het ander. Het lijkt eigenlijk het meest op een door elkaar geworpen kinderblokkendoos. De blokken moet men zich dan niet van hout maar van klei denken. Het geheel wordt verlevendigd door palmbomen, die links en rechts tussen de huizenblokken opschieten en met hun kruinen in de hemel wuiven. Niets is zo schilderachtig als een Oosters dorp. Niets ook zo vuil. Maar nergens ter wereld wordt men zo gastvrij onthaald. Passeert men zulk een dorp, dan wordt men bij welhaast iedere deur uitgenodigd en al is het er dan volgens onze begrippen ongelooflijk smerig, ten slotte wint het hart het van het verstand, men treedt binnen en zet zich naast de bewoners op de grond. Er is geen stoel. Er is geen tafel. Er is alleen maar ontzettend veel goede wil van de zijde van de bewoners. Alles, wat van hen is, is ook van u. Spijs en drank. Want gij hebt door uw aanwezigheid volgens hun zeggen, ‘hun dag wit als melk gemaakt!’ In precies zulke dorpen en precies zulke huizen predikte Christus eenmaal. Als men dan ook in zulk een huis rondkijkt, worden, hoe weinig er ook te zien valt, sommige dingen uit het Evangelie ineens duidelijk.

Waar is het bed? Het bed is de vloer. Als men het even doen kan, heeft men een mat. Het arme volk - en negentig percent van het Oosten is arm - kent geen bed, zoals wij dat kennen. Als Jezus dan ook tegen de lamme zegt: ‘Neem uw bed op en wandel’, dan moeten wij het ons zo voorstellen, dat hij zijn matje, waarop hij lag, mee moest nemen. Van een ledikant was geen sprake.

Er is nog een gebeurtenis, die ineens heel duidelijk wordt, wanneer men naar het dak kijkt. Daar heeft men trouwens, al zittend op de vloer, al herhaaldelijk naar gekeken, want

[pagina 148]
[p. 148]

telkens komt er een handvol stof naar beneden, omdat de geit op het dak loopt en er ieder ogenblik met een zijner poten doorheen schiet. Het dak is namelijk van grote rietstengels en palmbladeren vervaardigd, waaraan hier en daar met een laagje klei wat vastheid is gegeven. Door de gaten en spleten schiet het zonlicht naar binnen. Het wordt nu ook licht begrijpelijk, dat de vier mannen de zieke met bed en al door het dak heen naar beneden lieten, omdat zij door de deur niet bij Jezus konden komen. Een dergelijk Oosters dak openbreken was werkelijk geen Herculeswerk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken